Werkgroep uitwerkingen week 2 inleiding belastingrecht ondernemers

Week 2

De objectieve belastingplicht in de Wet op de inkomstenbelasting 2001

LITERATUUR

O.C.R. Marres, S.J. Mol-Verver en H. Vermeulen (red.), Hoofdzaken belastingrecht, Boom fiscale
uitgevers: Den Haag 2020, 22e druk, hoofdstukken 2.2.2 t/m 2.2.4.3 en 2.2.6 t/m 2.2.8.3.

Opgave 1
Charles drijft in de vorm van een eenmanszaak café “De Blauwe Hemel’. Zijn echtgenote Lia werkt
mee in de onderneming. Zij ontvangt hiervoor geen vergoeding. Charles oefent de onderneming uit in
een gehuurd pand. In 2018 bedraagt de winst o.g.v. artikel 3.8 t/m artikel 3.66 Wet IB 2001
€ 100.000.

Vraag a
Van welke faciliteiten kan Charles o.g.v. bovenstaande gegevens gebruik maken?

In deze casus is er sprake van een inkomstenbron, omdat Charles met het café de Blauwe hemel’
voldoet aan de vereiste voorwaarden, namelijk: economisch verkeer, winst beoogd en winst
redelijkerwijs te verwachten.

Dit inkomen is winst uit onderneming, omdat het café een duurzame organisatie is van arbeid en
kapitaal en voldoet aan de criteria van de inkomensbron. Charles is daarmee ondernemer in de van art.
3.4 IB, want hij is aansprakelijk en loopt het ondernemersrisico.

Charles is ondernemer i.d.z.v. art. 3.4 IB en hierdoor kan hij gebruik maken van de ondernemers
faciliteiten.

1. Ondernemersfaciliteiten: Art. 3.74: zie ook vorige week:
1. zelfstandigenaftrek, art. 3.76 lid 1
2. + verhoogde startersaftrek, art. 3.76 lid 3
3. meewerkaftrek (14%), art. 3.78
4. En de MKB-winstvrijstelling van 14%, art. 3.79a.
5. De oudedagsreserve,




1

, Vraag b) Hoe hoog is de belastbare winst uit onderneming?

Winst uit onderneming = + 100.000
Aftrek oudedag reserve = art. 3.68 lid 1 IB, gefixeerd maximum is €9.395 i.p.v. 9440.
--
90.605
zelfstandigenaftrek = €6.670, art. 3.76 lid 2 IB. Deze kan o.g.v. 3.76 lid 3 IB worden verhoogd met
€2123 indien de ondernemer in een of meer van de vijf voorgaande kalenderjaren geen ondernemer
was.
--- >
83.935
meewerkaftrek, art. 3.78 IB (bij 1750 uren of meer = 4% van de winst) 90.605 x 0.04 = 3624.2
---- >
80.310,8
MKB-winstvrijstelling, art. 3.79a IB 0.14 x 80.310,8 = 11.234,51
---------------
Belastbare winst uit onderneming is 69.076,29




Vraag c) Welke rol speelt het urencriterium bij het bepalen van de belastbare winst uit
onderneming?
Het urencriterium speelt een rol bij het bepalen of je in aanmerking komt voor
een ondernemersfaciliteit, die vervolgens de belastbare winst verlaagt, art. 3.6 lid 1 IB.
Voor sommige ondernemersfacaliteiten geldt een urencriterium. Voldoe je hier niet aan, dan geniet je
geen/minder ondernemersaftrek.

Vraag d) Geef in een aantal regels weer wat uw onderbouwde mening is over de wenselijkheid van
het urencriterium.
Het urencriterium zorgt ervoor dat alleen ondernemers die duurzaam in hun
onderneming werken in aanmerking komen voor bepaalde
ondernemingsfaciliteiten. Anders kan je een onderneming oprichten en daar
weinig tijd insteken en vervolgens wel gebruik maken van alle
ondernemersfaciliteiten. Dit zou als gevolg kunnen hebben dat de
ondernemersfaciliteiten de winst overtreffen, waardoor een ondernemer geen
belastbare winst uit onderneming heeft.
- Controleerbaarheid,

2