FYSIOTHERAPEUTISCH HANDELEN
FH1: MOTORISCHE LEERTHEORIEËN > STADIA VAN LEREN – DEEL 1
Motorisch leren: Het geheel van processen als gevolg van oefenen en/ of ervaring, die leiden tot een relatief
permanente verandering in de gedragsmogelijkheden van een persoon.
Het motorisch leren:
• Nieuw
• Herleren
• Anders
Motorische leerprincipes:
• Bijlage motorische leerprincipes
Meer oefening = meer myeline
- Dus als je meer oefent krijg je meer myeline rondom je zenuwstructuren, waardoor je coördinatie
beter wordt, sneller dingen kunt doen en verfijnde bewegingen kunt maken.
Zelfvertrouwen: Is een belangrijk aspect binnen het leren. Hoe meer zelfvertrouwen hoe meer dingen je durft.
Uitdaging: Kun jij trainingsvariabelen toepassen op het niveau van kunnen en niet kunnen. Het vinden van het
juiste niveau in belangrijk.
I hear and I forget
I see and I remember
I do and I understand
- Confusius
,FH1: MOTORISCHE LEERTHEORIEËN > STADIA VAN LEREN – DEEL 2
Motorische leren is een uitdaging voor cliënten, patiënten en de FIO zelf!
Onderzoek en behandeling lopen door elkaar heen.
➔ Voorbeeld: Iemand helpen bij service bij tennis. Kijken naar hoe hij het doet. Aan de
hand van hoe hij het doet geef je tips. Als die tips helpen dan heb je beide onderzoek
en behandeling gedaan.
Motorische vaardigheid: geheel van bewegingen van lichaamsdelen die bewust en doelgericht uitgevoerd
wordt en aangeleerd is
- Motorische vaardigheid = handeling (motor skill = action)
Beweging: deelcomponent van een vaardigheid, die op verschillende manieren tot dezelfde vaardigheid
kunnen leiden.
, Verschil vaardigheid en beweging:
• Eenzelfde vaardigheid bestaat bij verschillende individuen uit verschillende bewegingen
• Het gebruik van andere meetinstrumenten
• Andere positionering binnen de ICF
Definiëren van begrippen:
- Leren: een proces dat leidt tot relatief duurzame veranderingen in het gedragspotentieel als gevolg
van specifieke ervaringen met de omgeving.
o Als je vandaag iets doet en je kan het, maar morgen kan je het niet meer dan heb je niet
geleerd en is het niet duurzaam
- Motorisch leren: veranderingen in het vermogen om motorische taken of activiteiten uit te voeren die
het gevolg zijn van oefening en training
→ En definitie begin college 1
Belangrijk bij motorisch leren:
- De fysiologische basis voor trainen is gelijk aan leren (algehele trainingswetten)
- Oefening, die leidt tot een prestatie-verbetering in de training, maar niet over de training heen
(tansfer), heeft geen leereffect.
o Je moet het kunnen toepassen over de training heen, anders heeft het geen leereffect.
Impliciet: Onbewust leren
Expliciet: Bewust leren
Theorieën van motorisch leren
- Een groep abstracte ideeën over controle van beweging
- Gebaseerd op de huidige kennis met betrekking tot de structuur en functie van het zenuwstelsel
- Doel: het kunnen beschrijven van 3 belangrijkste theorieën
o Adams’ Closed-loop theory
▪ Een beweging die je kunt corrigeren aan de hand van de feedback. Het zijn met
name langzame bewegingen die je kunt waarnemen. Dus je kunt starten en
corrigeren. Dit geldt dus niet voor snelle bewegingen dit heet dan Open-loop theory.
▪ Bijvoorbeeld: een lijn tekenen en bijsturen om recht te gaan.
▪ Sensorische feedback wordt gebruikt voor het goed uitvoeren van een beweging
FH1: MOTORISCHE LEERTHEORIEËN > STADIA VAN LEREN – DEEL 1
Motorisch leren: Het geheel van processen als gevolg van oefenen en/ of ervaring, die leiden tot een relatief
permanente verandering in de gedragsmogelijkheden van een persoon.
Het motorisch leren:
• Nieuw
• Herleren
• Anders
Motorische leerprincipes:
• Bijlage motorische leerprincipes
Meer oefening = meer myeline
- Dus als je meer oefent krijg je meer myeline rondom je zenuwstructuren, waardoor je coördinatie
beter wordt, sneller dingen kunt doen en verfijnde bewegingen kunt maken.
Zelfvertrouwen: Is een belangrijk aspect binnen het leren. Hoe meer zelfvertrouwen hoe meer dingen je durft.
Uitdaging: Kun jij trainingsvariabelen toepassen op het niveau van kunnen en niet kunnen. Het vinden van het
juiste niveau in belangrijk.
I hear and I forget
I see and I remember
I do and I understand
- Confusius
,FH1: MOTORISCHE LEERTHEORIEËN > STADIA VAN LEREN – DEEL 2
Motorische leren is een uitdaging voor cliënten, patiënten en de FIO zelf!
Onderzoek en behandeling lopen door elkaar heen.
➔ Voorbeeld: Iemand helpen bij service bij tennis. Kijken naar hoe hij het doet. Aan de
hand van hoe hij het doet geef je tips. Als die tips helpen dan heb je beide onderzoek
en behandeling gedaan.
Motorische vaardigheid: geheel van bewegingen van lichaamsdelen die bewust en doelgericht uitgevoerd
wordt en aangeleerd is
- Motorische vaardigheid = handeling (motor skill = action)
Beweging: deelcomponent van een vaardigheid, die op verschillende manieren tot dezelfde vaardigheid
kunnen leiden.
, Verschil vaardigheid en beweging:
• Eenzelfde vaardigheid bestaat bij verschillende individuen uit verschillende bewegingen
• Het gebruik van andere meetinstrumenten
• Andere positionering binnen de ICF
Definiëren van begrippen:
- Leren: een proces dat leidt tot relatief duurzame veranderingen in het gedragspotentieel als gevolg
van specifieke ervaringen met de omgeving.
o Als je vandaag iets doet en je kan het, maar morgen kan je het niet meer dan heb je niet
geleerd en is het niet duurzaam
- Motorisch leren: veranderingen in het vermogen om motorische taken of activiteiten uit te voeren die
het gevolg zijn van oefening en training
→ En definitie begin college 1
Belangrijk bij motorisch leren:
- De fysiologische basis voor trainen is gelijk aan leren (algehele trainingswetten)
- Oefening, die leidt tot een prestatie-verbetering in de training, maar niet over de training heen
(tansfer), heeft geen leereffect.
o Je moet het kunnen toepassen over de training heen, anders heeft het geen leereffect.
Impliciet: Onbewust leren
Expliciet: Bewust leren
Theorieën van motorisch leren
- Een groep abstracte ideeën over controle van beweging
- Gebaseerd op de huidige kennis met betrekking tot de structuur en functie van het zenuwstelsel
- Doel: het kunnen beschrijven van 3 belangrijkste theorieën
o Adams’ Closed-loop theory
▪ Een beweging die je kunt corrigeren aan de hand van de feedback. Het zijn met
name langzame bewegingen die je kunt waarnemen. Dus je kunt starten en
corrigeren. Dit geldt dus niet voor snelle bewegingen dit heet dan Open-loop theory.
▪ Bijvoorbeeld: een lijn tekenen en bijsturen om recht te gaan.
▪ Sensorische feedback wordt gebruikt voor het goed uitvoeren van een beweging