FYSIOTHERAPEUTISCH HANDELEN – ANATOMIE
FH6: SENSORISCH SYSTEEM DEEL 1 RECEPTOREN
Sensorische en waarnemingssystemen
- Somatosensorisch systeem: het lichaam
- Visueel systeem: ogen
- Vestibulair systeem: evenwichtsorgaan
Somatosensorisch systeem
- Perifere receptoren
o Spierspoeltjes
▪ Zit als een spoeltje om de myofibril
▪ Kan de dikte en lengte van een spier waarnemen en doorzetten als signaal
o Golgipeessensoren
▪ Krijgen een sensor als een pees wordt opgerekt. Geven de rek van een pees door
▪ Samen met spierspoeltjes geven ze door of een spier aangespannen of ontspannen
is
o Gewrichtsreceptoren
▪ Zitten aan de gewrichtkapsels en ligamenten
▪ Deze sensoren zijn zo ingericht dat er snelle reagerende receptoren hebt en aan de
andere kant langzaam reagerende receptoren. Dus als er een snelle beweging wordt
gemaakt reageert er een andere receptor dan met een langzame beweging
▪ Daarnaast receptoren die aan de ene eindgrens van de beweging zitten (volledige
flexie en extensie) en daartussen in niets doen.
▪ En receptoren die gedurende het traject van een beweging iets afgeven
▪ De combinatie van deze receptoren geven door dat het gewricht beweegt en in
welke positie het gewricht is
, o Huidreceptoren
▪ Mechanoreceptoren: zachte druk en harde druk
▪ Thermoreceptoren: koud en warm
▪ Nociceptoren: pijn
FH6: SENSORISCH SYSTEEM DEEL 2 ACCENDERENDE BANEN
Ascenderende routes
- Informatie van de periferie wordt naar de cortex en cerebellum geleid
o Dorsale wortel
▪ Dorsale colum – mediale lemnicus
▪ Anterolateraal systeem
o Thalamus
o Cortex
Op ieder niveau waar iets verwerkt wordt een neurone overgang is, dus een synaptische overgang. Op elk
niveau kan een signaal worden versterkt of vermidert
1. Dorsale wortel (vlak voor CZ)
2. Medula
3. Thalamus → Op welk deel van de cortex
het signaal moet aankomen
alle verschillende overgangen (3) is een plek waar
iets
geïnhibeerd, onderdrukt of versterkt kan worden
FH6: SENSORISCH SYSTEEM DEEL 1 RECEPTOREN
Sensorische en waarnemingssystemen
- Somatosensorisch systeem: het lichaam
- Visueel systeem: ogen
- Vestibulair systeem: evenwichtsorgaan
Somatosensorisch systeem
- Perifere receptoren
o Spierspoeltjes
▪ Zit als een spoeltje om de myofibril
▪ Kan de dikte en lengte van een spier waarnemen en doorzetten als signaal
o Golgipeessensoren
▪ Krijgen een sensor als een pees wordt opgerekt. Geven de rek van een pees door
▪ Samen met spierspoeltjes geven ze door of een spier aangespannen of ontspannen
is
o Gewrichtsreceptoren
▪ Zitten aan de gewrichtkapsels en ligamenten
▪ Deze sensoren zijn zo ingericht dat er snelle reagerende receptoren hebt en aan de
andere kant langzaam reagerende receptoren. Dus als er een snelle beweging wordt
gemaakt reageert er een andere receptor dan met een langzame beweging
▪ Daarnaast receptoren die aan de ene eindgrens van de beweging zitten (volledige
flexie en extensie) en daartussen in niets doen.
▪ En receptoren die gedurende het traject van een beweging iets afgeven
▪ De combinatie van deze receptoren geven door dat het gewricht beweegt en in
welke positie het gewricht is
, o Huidreceptoren
▪ Mechanoreceptoren: zachte druk en harde druk
▪ Thermoreceptoren: koud en warm
▪ Nociceptoren: pijn
FH6: SENSORISCH SYSTEEM DEEL 2 ACCENDERENDE BANEN
Ascenderende routes
- Informatie van de periferie wordt naar de cortex en cerebellum geleid
o Dorsale wortel
▪ Dorsale colum – mediale lemnicus
▪ Anterolateraal systeem
o Thalamus
o Cortex
Op ieder niveau waar iets verwerkt wordt een neurone overgang is, dus een synaptische overgang. Op elk
niveau kan een signaal worden versterkt of vermidert
1. Dorsale wortel (vlak voor CZ)
2. Medula
3. Thalamus → Op welk deel van de cortex
het signaal moet aankomen
alle verschillende overgangen (3) is een plek waar
iets
geïnhibeerd, onderdrukt of versterkt kan worden