FYSIOTHERAPEUTISCH HANDELEN
FH1: DIAGNOSTIEK LIESKLACHTEN
Liesklachten: een verzamelnaam voor aandoeningen van verschillende anatomische structuren met als
gemeenschappelijk kenmerk pijn in de regio iguinalis
- Het is vooral ingewikkeld om een diagnose te stellen in deze regio omdat die nogal met elkaar
verbonden is. Het is een complexe regionale anatomie.
- Er is misschien met meer aan de hand dan alleen klachten aan de adductor spieren
➔ Vormsluiting: Sacrum is driehoekje, de vorm hiervan in het ilium zorgt voor stabiliteit
➔ Krachtsluiting: Banden, pezen en spieren geven het SI gewricht meer stabiliteit
% liesblessure per sport:
- Ijshockey 4-35.7%
- American football 1.4-17.9%
- Dansen 7.5-20.5%
- Voetbal 3.5-17.9% → nummer 6 in top 10 meest voorkomende voetbalklachten
- Hardlopen 0.4-11%
Symptomen
- Subjectief:
Pijn, stijfheid, bewegingsbeperking (endo!/exorotatie), gevoelsstoornissen
- Klinisch
Dysfunctie, hypermobiliteit, zwelling, spierinsufficiëntie, sensibiliteitsstoornissen
,
,Overzicht bekkendysfunctie
- Bekkenband: wordt net boven trochanter major geplaatst en met die band om gingen de een
weerstandtest doen met adductie (75% meer kracht en minder pijn)
Liespijn bij isometrische heupadductie wordt niet alleen veroorzaakt door tendinitis van je adductor
maar adductie gerelateerde liespijn, komen uit op een instabiliteit in het bekken en daardoor hebben
mensen die klachten
- Transversus abdominis: als deze zijn werk niet goed doet krijgt de symfyse en de adductor meer te
werken.
- Stabilisatie van het bekken en de romp is noodzakelijk voor alle bewegingen in de extremiteiten
Palperen:
- Hoog in liesregio tegen os pubis
- Symfyse
- Aanhechting abdominale spieren
- Iliopsoas
Lies onderzoek volgens Per Hölmich
- Adductie heup tegen weerstand, je evalueert op pijn en kracht
- Passieve lengte test van de adductoren
- Functie test abdominale musculatuur
- Functie test iliopsoas
- Lengtetest iliopsoas
FH2: BEHANDELING LIESKLACHTEN
Bekkendysfunctie: bij een gezonde populatie is, significant, M. transversus abdominis ‘feed-forward’ activiteit
gemeten, voordat er activiteit van de onderste extremiteiten plaatsvindt
- Op het moment dat jij je beenspieren gaat aanspannen, bij rennen, voordat je land spant je m.
transversus abdominis aan om je bekken goed te stabiliseren. Het is een soort stabilisator van de rug en
bekkenregio.
- Bij australian football spelers met een chronische liesblessure is een significant vertraagde
spierlatentie-tijd gemeten van de m. transversus abdominis, t.o.v. spelers zonder liesklachten
- Vertraagde spierlatentietijden: er is een verband tussen de stabiliserende spieren rondom de bekken
reflexmatig te laat zijn heb je een verhoogt risico om lage rugklachten te krijgen, dus ook zie je hier een
verband met ontstaan van liesklachten.
- Sporters die herstellende zijn van een osteitis pubis hebben significant minder lies- en bekkenpijn als zij
gedurende de oefeningen een compressiebroek dragen
➔ Is dit wel een oplossing? Of moeten we meer naar een actieve oplossing kijken
Conclusie
1. Waarschijnlijk wordt adductie gerelateerde liespijn niet veroorzaakt door een tendinopathie van de
adductoren maar eerder door straining van de ligamenten in het bekken
2. Waarschijnlijk is bekkenstabiliserende oefentherapie de meest adequate behandeling voor adductie
gerelateerde liespijn
, actieve therapie een veel betere score na onderzoek dan passieve therapie
FH7: DIAGNOSTIEK MENISCUSLETSEL
Mediale meniscus: stuk groter dan lateraal en de vorm is
c-vormig
➔ Verbinding met MCL (binnenste kniebanden)
➔ Mediale meniscus problematiek komt vaker voor.
Komt omdat die groter is en meer gewicht moet
dragen
Laterale miniscus: is kleiner en bijna volledig gesloten, o-
vormig
➔ Een stuk mobieler dan mediale meniscus
Functie meniscus
- Vergroting contactoppervlakte, vergroting congruentie
- Stabilisatie van het gewricht
- Bewegingsbeheersing tijdens flexie en extensie
- Smering en voeding van het gewrichtskraakbeen
- Schokabsorptie
Vascularisatie (meniscus zones)
- Aan de buitenzijde van de meniscus is de beste doorbloeding en naar binnen toe neemt deze
doorbloeding steeds meer af. Stel nu dat je een patiënt krijgt met een scheur aan de buitenzijde is dat
beter/ minder nadelig dan wanneer deze scheur aan de binnenzijde zit daar is de kans op herstel beter
Pathologie – meniscusproblematiek
FH1: DIAGNOSTIEK LIESKLACHTEN
Liesklachten: een verzamelnaam voor aandoeningen van verschillende anatomische structuren met als
gemeenschappelijk kenmerk pijn in de regio iguinalis
- Het is vooral ingewikkeld om een diagnose te stellen in deze regio omdat die nogal met elkaar
verbonden is. Het is een complexe regionale anatomie.
- Er is misschien met meer aan de hand dan alleen klachten aan de adductor spieren
➔ Vormsluiting: Sacrum is driehoekje, de vorm hiervan in het ilium zorgt voor stabiliteit
➔ Krachtsluiting: Banden, pezen en spieren geven het SI gewricht meer stabiliteit
% liesblessure per sport:
- Ijshockey 4-35.7%
- American football 1.4-17.9%
- Dansen 7.5-20.5%
- Voetbal 3.5-17.9% → nummer 6 in top 10 meest voorkomende voetbalklachten
- Hardlopen 0.4-11%
Symptomen
- Subjectief:
Pijn, stijfheid, bewegingsbeperking (endo!/exorotatie), gevoelsstoornissen
- Klinisch
Dysfunctie, hypermobiliteit, zwelling, spierinsufficiëntie, sensibiliteitsstoornissen
,
,Overzicht bekkendysfunctie
- Bekkenband: wordt net boven trochanter major geplaatst en met die band om gingen de een
weerstandtest doen met adductie (75% meer kracht en minder pijn)
Liespijn bij isometrische heupadductie wordt niet alleen veroorzaakt door tendinitis van je adductor
maar adductie gerelateerde liespijn, komen uit op een instabiliteit in het bekken en daardoor hebben
mensen die klachten
- Transversus abdominis: als deze zijn werk niet goed doet krijgt de symfyse en de adductor meer te
werken.
- Stabilisatie van het bekken en de romp is noodzakelijk voor alle bewegingen in de extremiteiten
Palperen:
- Hoog in liesregio tegen os pubis
- Symfyse
- Aanhechting abdominale spieren
- Iliopsoas
Lies onderzoek volgens Per Hölmich
- Adductie heup tegen weerstand, je evalueert op pijn en kracht
- Passieve lengte test van de adductoren
- Functie test abdominale musculatuur
- Functie test iliopsoas
- Lengtetest iliopsoas
FH2: BEHANDELING LIESKLACHTEN
Bekkendysfunctie: bij een gezonde populatie is, significant, M. transversus abdominis ‘feed-forward’ activiteit
gemeten, voordat er activiteit van de onderste extremiteiten plaatsvindt
- Op het moment dat jij je beenspieren gaat aanspannen, bij rennen, voordat je land spant je m.
transversus abdominis aan om je bekken goed te stabiliseren. Het is een soort stabilisator van de rug en
bekkenregio.
- Bij australian football spelers met een chronische liesblessure is een significant vertraagde
spierlatentie-tijd gemeten van de m. transversus abdominis, t.o.v. spelers zonder liesklachten
- Vertraagde spierlatentietijden: er is een verband tussen de stabiliserende spieren rondom de bekken
reflexmatig te laat zijn heb je een verhoogt risico om lage rugklachten te krijgen, dus ook zie je hier een
verband met ontstaan van liesklachten.
- Sporters die herstellende zijn van een osteitis pubis hebben significant minder lies- en bekkenpijn als zij
gedurende de oefeningen een compressiebroek dragen
➔ Is dit wel een oplossing? Of moeten we meer naar een actieve oplossing kijken
Conclusie
1. Waarschijnlijk wordt adductie gerelateerde liespijn niet veroorzaakt door een tendinopathie van de
adductoren maar eerder door straining van de ligamenten in het bekken
2. Waarschijnlijk is bekkenstabiliserende oefentherapie de meest adequate behandeling voor adductie
gerelateerde liespijn
, actieve therapie een veel betere score na onderzoek dan passieve therapie
FH7: DIAGNOSTIEK MENISCUSLETSEL
Mediale meniscus: stuk groter dan lateraal en de vorm is
c-vormig
➔ Verbinding met MCL (binnenste kniebanden)
➔ Mediale meniscus problematiek komt vaker voor.
Komt omdat die groter is en meer gewicht moet
dragen
Laterale miniscus: is kleiner en bijna volledig gesloten, o-
vormig
➔ Een stuk mobieler dan mediale meniscus
Functie meniscus
- Vergroting contactoppervlakte, vergroting congruentie
- Stabilisatie van het gewricht
- Bewegingsbeheersing tijdens flexie en extensie
- Smering en voeding van het gewrichtskraakbeen
- Schokabsorptie
Vascularisatie (meniscus zones)
- Aan de buitenzijde van de meniscus is de beste doorbloeding en naar binnen toe neemt deze
doorbloeding steeds meer af. Stel nu dat je een patiënt krijgt met een scheur aan de buitenzijde is dat
beter/ minder nadelig dan wanneer deze scheur aan de binnenzijde zit daar is de kans op herstel beter
Pathologie – meniscusproblematiek