3) Evolutie volgens Charles Darwin
3.1 Darwins reis met beagle
Wanneer? In september 1831
Taak verkenningschip? De kustlijnen van Zuid-Amerika in kaart bengen voor de Britse Koninklijke
Marine
Darwin kreeg de kans om de lokale fauna en flora te bestuderen
Hoe lang? 5 jaar
3.2 De darwinvinken van de Galapogoseilanden
Wat? De belangrijkste ontdekking
Wanneer? In september en oktober 1935
Waar? De galapagoseilanden
Darwin trof soorten aan die nergens anders op de wereld voorkwamen
De verspreiding van bepaalde soorten bleef zelf beperkt tot 1 eiland van de eilandgroep
Wat zijn de darwinvinken?
Hij verzamelde darwinvinken ( gorzensoorten )
De vinken waarom op elk eiland verschillend ( snavelmodellen vooral )
Waarom waren ze zo ontwikkelt?
Het specifieke voedselaanbod op elk eiland
Ze hadden zich dus geleidelijk aan de geologische omstandigheden en door de geografische
scheiding: verschillende soorten
, 3.3 Argumenten voor Darwins evolutietheorie
3.3.1 Argumenten uit de geologie
Geologische opvatting tijden Darwin zijn tijd
Catastrofisme: De verschijnselen van het aardoppervlak waren volgens de bijbelse theorie
veroorzaakt door vroegere catastrofes
De aarde was niet meer dan 6000 jaar oud
Fixisme= soorten zijn onveranderlijk
De bevindingen van Lyell
Schreef het boek principles of geology
De structuur van het aardoppervlak ( bergen, valleien, rivieren ) waren geleidelijk ontstaan
door de inwerking van bestaande krachten ( erosie, sedimentatie )
Aarde veel ouder
Ging ervan uit dat de structuur van de aardkorst in hetzelfde tempo als vroeger verandert
maar dat we die veranderingen niet of nauwelijks waarnemen, omdat ze zo traag gaan =
actualiteitsprincipe
Darwin accepteert de theorie van Lyell:
Waarom: 1/ er was een aardbeving in Chili, na de aardbeving vond hij plekken waar mosselen 3
m boven de hoogwaterlijn hingen
2/ Hij vond fossiele schelpen op 4000 m hoogte
Besluit? Het aardoppervlak verandert
Gevolg? Organismen gedwongen worden om zich aan te passen
Lyells principe geldt ook voor biologische soorten:
Planten en dieren zijn niet onveranderlijk
Ze veranderen in een zeer traag tempo
3.3.2 Argumenten uit de embryologie
Opvallend als we embryonale ontwikkelingen van verschillende soorten vergelijken:
De beginfases van alle embryo’s is in grote maten gelijk
Een aanleg voor kieuwbogen en kieuwspleten: bij vissen en larven tot functionele kieuwen
Maar: bij de verdere ontwikkeling van de embryo’s naar de foetus treden meer verschillen op
Conclusie:
Embryo’s laten overeenkomsten zien die niet aanwezig zijn bij foetussen of volwassen dieren
Al de diergroepen komen van 1 gemeenschappelijke voorouder
3.3.3 Argumenten uit de ( vergelijkende anatomie )
3.3.3.4 homologe organen
3.1 Darwins reis met beagle
Wanneer? In september 1831
Taak verkenningschip? De kustlijnen van Zuid-Amerika in kaart bengen voor de Britse Koninklijke
Marine
Darwin kreeg de kans om de lokale fauna en flora te bestuderen
Hoe lang? 5 jaar
3.2 De darwinvinken van de Galapogoseilanden
Wat? De belangrijkste ontdekking
Wanneer? In september en oktober 1935
Waar? De galapagoseilanden
Darwin trof soorten aan die nergens anders op de wereld voorkwamen
De verspreiding van bepaalde soorten bleef zelf beperkt tot 1 eiland van de eilandgroep
Wat zijn de darwinvinken?
Hij verzamelde darwinvinken ( gorzensoorten )
De vinken waarom op elk eiland verschillend ( snavelmodellen vooral )
Waarom waren ze zo ontwikkelt?
Het specifieke voedselaanbod op elk eiland
Ze hadden zich dus geleidelijk aan de geologische omstandigheden en door de geografische
scheiding: verschillende soorten
, 3.3 Argumenten voor Darwins evolutietheorie
3.3.1 Argumenten uit de geologie
Geologische opvatting tijden Darwin zijn tijd
Catastrofisme: De verschijnselen van het aardoppervlak waren volgens de bijbelse theorie
veroorzaakt door vroegere catastrofes
De aarde was niet meer dan 6000 jaar oud
Fixisme= soorten zijn onveranderlijk
De bevindingen van Lyell
Schreef het boek principles of geology
De structuur van het aardoppervlak ( bergen, valleien, rivieren ) waren geleidelijk ontstaan
door de inwerking van bestaande krachten ( erosie, sedimentatie )
Aarde veel ouder
Ging ervan uit dat de structuur van de aardkorst in hetzelfde tempo als vroeger verandert
maar dat we die veranderingen niet of nauwelijks waarnemen, omdat ze zo traag gaan =
actualiteitsprincipe
Darwin accepteert de theorie van Lyell:
Waarom: 1/ er was een aardbeving in Chili, na de aardbeving vond hij plekken waar mosselen 3
m boven de hoogwaterlijn hingen
2/ Hij vond fossiele schelpen op 4000 m hoogte
Besluit? Het aardoppervlak verandert
Gevolg? Organismen gedwongen worden om zich aan te passen
Lyells principe geldt ook voor biologische soorten:
Planten en dieren zijn niet onveranderlijk
Ze veranderen in een zeer traag tempo
3.3.2 Argumenten uit de embryologie
Opvallend als we embryonale ontwikkelingen van verschillende soorten vergelijken:
De beginfases van alle embryo’s is in grote maten gelijk
Een aanleg voor kieuwbogen en kieuwspleten: bij vissen en larven tot functionele kieuwen
Maar: bij de verdere ontwikkeling van de embryo’s naar de foetus treden meer verschillen op
Conclusie:
Embryo’s laten overeenkomsten zien die niet aanwezig zijn bij foetussen of volwassen dieren
Al de diergroepen komen van 1 gemeenschappelijke voorouder
3.3.3 Argumenten uit de ( vergelijkende anatomie )
3.3.3.4 homologe organen