MAATSCHAPPIJLEER SAMENVATTING RECHTSSTAAT H1
recht en rechtvaardigheid
Je hebt twee soorten maatschappelijke normen. Rechtsnormen zijn gedragsregels die door de
overheid wettelijk zijn vastgelegd. Rechtvaardigheid zijn normen die bekend staan onder de
mens maar niet zijn opgeschreven. Om gevoelens van onrecht en misverstanden te
voorkomen ontstond heel lang geleden een rechtsstaat. Een rechtsstaat is een staat waarin
burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de
overheid. Tegenwoordig hebben veel landen een grondwet waarin staat wat de grondrechten
zijn en hoe het land geregeerd moet worden. Ook dictaturen hebben vaak een grondwet, maar
de grondrechten worden er niet gerespecteerd. In een dictatuur bepaalt één machthebber of
één partij in feite wat de regels zijn. In een rechtsstaat zijn er niet alleen rechten (datgene
waar je recht op hebt), maar ook plichten (datgene wat je moet doen). Deze plichten gelden
voor de overheid en burgers. Zo geldt voor alle jongeren de leerplicht en heeft de overheid de
plicht om te zorgen voor goed onderwijs. Binnen het recht bestaan er verschillende
rechtsgebieden, met als belangrijkste onderscheid het verschil tussen publiekrecht en
privaatrecht.
Publiekrecht - regelt de inrichting van de staat en de relatie tussen burgers en overheid.
● Het staatsrecht bevat alle regels voor de inrichting van de nederlandse staat, zoals de
bevoegdheden van ministers, de rechten van kamerleden en hoe je als politieke partij
mee kunt doen aan de verkiezingen.
● Het bestuursrecht regelt de verhouding tussen burger en overheid. Wie bijvoorbeeld
een huis wilt bouwen of een cafe wilt beginnen, moet daarvoor een vergunning
aanvragen. Het bevat ook regels van die je beschermen tegen de overheid.
● Het strafrecht bestaat uit alle wettelijke regels die aangeven welk gedrag strafbaar is.
Privaatrecht of burgerlijk recht - regelt de betrekkingen tussen burgers onderling.
● Het personen- en familierecht dat zaken regelt als het huwelijk, echtscheiding,
geboorte, overlijden en het adopteren van kinderen.
● Het ondernemingsrecht dat bijvoorbeeld bepaalt onder welke voorwaarden je een
bedrijf of vereniging mag oprichten.
● Het vermogensrecht dat alle zaken omvat die te maken hebben met iemands
vermogen.
de grondbeginselen
Het doel van de rechtsstaat is om te zorgen voor de veiligheid van de burgers, ze beschermen
tegen de macht van de overheid en ervoor zorgen dat burgers gelijk worden behandeld en in
vrijheid kunnen leven. Deze doelen zijn uitgewerkt in de grondbeginselen.
Machtenscheiding -> Trias politica.
● De wetgevende macht maakt de wetten (parlement).
● De uitvoerende macht voert de wetten uit (regering).
● De rechterlijke macht beoordeelt of mensen zich aan de wet houden (rechters).
Het legaliteitsbeginsel betekent dat de overheid alleen beperkingen mag opleggen aan burgers
als de regels wettelijk zijn vastgelegd.
● Strafbaarheid. Alleen strafbaar als het in de wet staat.
recht en rechtvaardigheid
Je hebt twee soorten maatschappelijke normen. Rechtsnormen zijn gedragsregels die door de
overheid wettelijk zijn vastgelegd. Rechtvaardigheid zijn normen die bekend staan onder de
mens maar niet zijn opgeschreven. Om gevoelens van onrecht en misverstanden te
voorkomen ontstond heel lang geleden een rechtsstaat. Een rechtsstaat is een staat waarin
burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de
overheid. Tegenwoordig hebben veel landen een grondwet waarin staat wat de grondrechten
zijn en hoe het land geregeerd moet worden. Ook dictaturen hebben vaak een grondwet, maar
de grondrechten worden er niet gerespecteerd. In een dictatuur bepaalt één machthebber of
één partij in feite wat de regels zijn. In een rechtsstaat zijn er niet alleen rechten (datgene
waar je recht op hebt), maar ook plichten (datgene wat je moet doen). Deze plichten gelden
voor de overheid en burgers. Zo geldt voor alle jongeren de leerplicht en heeft de overheid de
plicht om te zorgen voor goed onderwijs. Binnen het recht bestaan er verschillende
rechtsgebieden, met als belangrijkste onderscheid het verschil tussen publiekrecht en
privaatrecht.
Publiekrecht - regelt de inrichting van de staat en de relatie tussen burgers en overheid.
● Het staatsrecht bevat alle regels voor de inrichting van de nederlandse staat, zoals de
bevoegdheden van ministers, de rechten van kamerleden en hoe je als politieke partij
mee kunt doen aan de verkiezingen.
● Het bestuursrecht regelt de verhouding tussen burger en overheid. Wie bijvoorbeeld
een huis wilt bouwen of een cafe wilt beginnen, moet daarvoor een vergunning
aanvragen. Het bevat ook regels van die je beschermen tegen de overheid.
● Het strafrecht bestaat uit alle wettelijke regels die aangeven welk gedrag strafbaar is.
Privaatrecht of burgerlijk recht - regelt de betrekkingen tussen burgers onderling.
● Het personen- en familierecht dat zaken regelt als het huwelijk, echtscheiding,
geboorte, overlijden en het adopteren van kinderen.
● Het ondernemingsrecht dat bijvoorbeeld bepaalt onder welke voorwaarden je een
bedrijf of vereniging mag oprichten.
● Het vermogensrecht dat alle zaken omvat die te maken hebben met iemands
vermogen.
de grondbeginselen
Het doel van de rechtsstaat is om te zorgen voor de veiligheid van de burgers, ze beschermen
tegen de macht van de overheid en ervoor zorgen dat burgers gelijk worden behandeld en in
vrijheid kunnen leven. Deze doelen zijn uitgewerkt in de grondbeginselen.
Machtenscheiding -> Trias politica.
● De wetgevende macht maakt de wetten (parlement).
● De uitvoerende macht voert de wetten uit (regering).
● De rechterlijke macht beoordeelt of mensen zich aan de wet houden (rechters).
Het legaliteitsbeginsel betekent dat de overheid alleen beperkingen mag opleggen aan burgers
als de regels wettelijk zijn vastgelegd.
● Strafbaarheid. Alleen strafbaar als het in de wet staat.