Aantekeningen les week 1:
- “Ik ben een diëtist in opleiding en wil graag een professional worden.”
- Professioneel voorstellen
- Wat vind je er zelf van dar je hier bent?
- Veel open vragen
- Client geruststellen (kan ik me voorstellen niet zeggen)
- Vragen aan de client of die de functie van een diëtist weet (bepaald beeld)
- Client is het meeste aan het woord
Week 1 en 2
Elementaire Sociale Vaardigheden
Hoofdstuk 1 Waarnemen en interpreteren
Onder communicatie verstaan we een doorlopend proces waarin twee of meer personen
informatie uitwisselen en waar zij voortdurend op elkaar reageren.
Onder waarnemen wordt verstaan: het door middel van zintuigen kennis nemen van
bepaalde personen, voorwerpen, onderwerpen, gebeurtenissen of situaties. Wanneer we
aan datgene wat we waarnemen betekenis toekennen, spreken we van interpreteren.
Situatie
Persoon A
Persoon B
Zender encodering boodschap kanaal decodering boodschap ontvanger
Gedragskeuze Waarneming
interpretatie interpretatie
waarneming gedragskeuze
Ontvanger
Factoren decodering
die het proces boodschap
van waarnemen en kanaal encodering
interpreteren boodschap zender
beïnvloeden:
Contextuele factoren:
- De plaats waar gecommuniceerd wordt
- Aanwezigheid van derden
- Tijdsdruk
- Pregnantie
Factoren aan de kant van de zender:
- De zender wil informatie achterhouden
- De zender weet niet precies wat hij wil/moet zeggen
- De zender is erg met zichzelf bezig
- De zender spreekt een andere taal dan de ontvanger
- Pregnantie door de zender
- Het non-verbale gedrag is niet in overeenstemming met wat iemand zegt
Factoren aan de kant van de ontvanger
- Kennis en ervaring
- Gevoelens
1
, - Aandacht
- Opvattingen, normen, waarden, culturen
- Motivatie
- Humeur
- Lichamelijke gesteldheid
- Afweermechanismen
Interpretatiefouten
De informatie die we door middel van de zintuigen waarnemen, wordt doorgestuurd naar
de hersenen. Daar kennen we aan de informatie een bepaalde betekenis toe, we
interpreteren de informatie. Factoren die het proces van interpreteren beïnvloeden:
Acceptatie van selectieve informatie
Te snel begrijpen en reageren
Generaliseren (snel een algemeen oordeel trekken, die komt altijd te laat)
Vooroordelen
Stereotypering
Halo-effect (bijvoorbeeld: hij rijdt in een dure auto, hij zal wel rijk zijn)
Identificatie
Projectie (wanneer je je eigen gevoelens toeschrijft aan een ander)
Persoonlijke norm
Hoe kun je waarnemings- en interpretatiefouten voorkomen?
De belangrijkste maatregel die je kunt treffen is allereerst dat je je bewust wordt
van al deze factoren en van hun werking.
Om bij jezelf dergelijke valkuilen te vermijden, moet je je aanwennen goed te
kijken, te luisteren en gegevens te verzamelen voordat je tot een interpretatie
komt.
Je moet je bewust worden van je eigen gedrag op dit gebied.
Hoofdstuk 2 Omgaan met non-verbaal gedrag
Bij communicatie kunnen we ook gebruikmaken van onze lichaamstaal, ons non-verbale
gedrag. Gevoelens behoeven vaak geen woorden, zij vinden een uitlaatklep via de
lichaamstaal.
In gesprekken vindt de communicatie op twee niveaus tegelijk plaats; op het niveau van
de inhoud, meestal verbaal, (WAT er gezegd wordt) en op het niveau van onderlinge
betrekking, meestal non-verbaal, (HOE het wordt gezegd).
Functies van non-verbaal gedrag:
Aanwijzingen geven over eigenschappen, attitudes en identiteit
Ondersteunen en reguleren van de verbale communicatie
Vervangen van verbale communicatie
Reguleren van onderlinge verhoudingen
In relatie tot verbale communicatie kan het non-verbale gedrag in gesprekken op
3 manieren een rol spelen:
1. Het non-verbale gedrag is op zichzelf duidelijk
2. Het non-verbale gedrag ondersteunt het verbale
3. Het non-verbale gedrag is in tegenspraak met het verbale
Aspecten van non-verbaal gedrag
o De manier waarop iemand spreekt:
Paralinguïstische aspecten Alle klankvariaties van de stem.
o Lichaamstaal en uiterlijke kenmerken (uit de lichaamshouding en motoriek valt
vaak op te maken hoe iemand zich voelt)
o Gebaren
2