HOOFDSTUK 7: STOFFEN EN MATERIALEN
7.1 fasen en dichtheid
zuivere stof: moleculen bestaan uit 1 soort atomen
materiaal: stof/mengsel van stoffen dat gebruikt wordt voor een
bepaalde toepassing
- vb: metalen, legeringen/alliages: mengsel metalen
molecuulmodel: voorstelling gedrag moleculen
- intermoleculaire ruimte: ruimte tussen moleculen
- vanderwaalskrachten: aantrekkingskracht tussen moleculen
- bewegingsenergie: hogere T = hogere snelheid
stofeigenschappen op
macro(waarneembaar/meetbaar)niveau
hangen samen met eigenschappen
van de moleculen op microniveau
fasen:
- vast: volume + vormvast
- vloeibaar: volumevast
- gasvormig
m
dichtheid (stofeigenschap): ρ=
V
geen verband in formule, maar globaal: grotere atoommassa = grotere
dichtheid
uitzettingscoëfficiënt: geeft aan hoeveel de stof relatief uitzet per
graad temperatuurstijging
- vaste stoffen -> lineaire: geeft aan hoeveel lengte, breedte, hoogte
toeneemt
- vloeistoffen/gassen -> kubieke: mate waarin volume toeneemt
7.2 warmte
temperatuur: maat voor gemiddelde kinetische energie vd moleculen
absolute nulpunt: punt waar kinetische energie vd moleculen 0 is,
moleculen staan stil
Tk = Tc + 273,15
- absolute T in kelvin (K) =T in graden Celsius (°C) + 273,15
- Absolute temperatuur is recht evenredig met gem. kinetische energie vd
moleculen
Inwendige energie (verzamelnaam): neemt toe bij toevoer van warmte
(in J)
- kinetische -> bij temperatuurverhoging
- potentiële -> bij faseovergangen
soortelijke warmte (c): hoeveelheid warmte nodig om 1 kg stof, 1 K in T
te verhogen (J/Kg x K)
benodigde warmte voor opwarming:
7.1 fasen en dichtheid
zuivere stof: moleculen bestaan uit 1 soort atomen
materiaal: stof/mengsel van stoffen dat gebruikt wordt voor een
bepaalde toepassing
- vb: metalen, legeringen/alliages: mengsel metalen
molecuulmodel: voorstelling gedrag moleculen
- intermoleculaire ruimte: ruimte tussen moleculen
- vanderwaalskrachten: aantrekkingskracht tussen moleculen
- bewegingsenergie: hogere T = hogere snelheid
stofeigenschappen op
macro(waarneembaar/meetbaar)niveau
hangen samen met eigenschappen
van de moleculen op microniveau
fasen:
- vast: volume + vormvast
- vloeibaar: volumevast
- gasvormig
m
dichtheid (stofeigenschap): ρ=
V
geen verband in formule, maar globaal: grotere atoommassa = grotere
dichtheid
uitzettingscoëfficiënt: geeft aan hoeveel de stof relatief uitzet per
graad temperatuurstijging
- vaste stoffen -> lineaire: geeft aan hoeveel lengte, breedte, hoogte
toeneemt
- vloeistoffen/gassen -> kubieke: mate waarin volume toeneemt
7.2 warmte
temperatuur: maat voor gemiddelde kinetische energie vd moleculen
absolute nulpunt: punt waar kinetische energie vd moleculen 0 is,
moleculen staan stil
Tk = Tc + 273,15
- absolute T in kelvin (K) =T in graden Celsius (°C) + 273,15
- Absolute temperatuur is recht evenredig met gem. kinetische energie vd
moleculen
Inwendige energie (verzamelnaam): neemt toe bij toevoer van warmte
(in J)
- kinetische -> bij temperatuurverhoging
- potentiële -> bij faseovergangen
soortelijke warmte (c): hoeveelheid warmte nodig om 1 kg stof, 1 K in T
te verhogen (J/Kg x K)
benodigde warmte voor opwarming: