Bij interne concurrentie gaat het om een strijd van de grootte van het marktaandeel. Als bedrijven
met afnemers en toeleveranciers concurreren noemen we dit externe concurrentie. Zij willen dan
hun aandeel in de toegevoegde waarde en de winstmarge in de bedrijfskolom vergroten. Bij
potentiële concurrentie kijken we naar bedrijven die mogelijk de toekomstige afzet kan veranderen.
Er zijn verschillende soorten factoren die de intensiteit van de concurrentie bepalen. Denk
bijvoorbeeld aan de groei van de vraag of het aanbod, productdifferentiatie (homogeen of
heterogeen) en de concentratiegraad van aanbieders. Ook is de concurrentiepositie de mate waarin
de onderneming op lange termijn de belangstellenden tevreden te stellen.
Bedrijven willen het liefst zo veel mogelijk rendement halen. Dit kan bijvoorbeeld een hoge
winstmarge zijn. Binnen bedrijfstakken kan het rendement verschillen. Dit kan te maken hebben met
de kwaliteit van het management of machines, deskundigheid van het personeel, het marktaandeel.
De bedrijfstakanalyse probeert de oorzaken van de verschillende concurrentieposities van
bedrijfstakken te achterhalen. Hier gebruiken ze diamant van Porter voor. Dit bestaat uit vijf
krachten:
1. De kwaliteit van productiefactoren
Basisproductiefactoren (klimaat en de ligging van het land) en geavanceerde
productiefactoren (geschoolde arbeid, onderwijs en onderzoek, fysieke infrastructuur).
Landen concurreren met kwaliteit van product, niet met prijs.
2. Binnenlandse vraag
Kritische afnemers, schaalvoordelen voor ondernemingen in de thuismarkt.
3. De economische orde
Geinstitutionaliseerde solidariteit
4. Netwerken van bedrijfstakken
Maximale waardevorming, kennisuitwisseling, Original Equipment Manufacturer (OEM), co-
workership, jobbers, regionale dimensie
5. Toevalsfactoren
Technische doorbraken, wisselkoersveranderingen, weer
6. Overheid
Overheidsmaatregelen
Dit model legt accenten op verschillen tussen landen bij de analyse van de concurrentieverhouding.
met afnemers en toeleveranciers concurreren noemen we dit externe concurrentie. Zij willen dan
hun aandeel in de toegevoegde waarde en de winstmarge in de bedrijfskolom vergroten. Bij
potentiële concurrentie kijken we naar bedrijven die mogelijk de toekomstige afzet kan veranderen.
Er zijn verschillende soorten factoren die de intensiteit van de concurrentie bepalen. Denk
bijvoorbeeld aan de groei van de vraag of het aanbod, productdifferentiatie (homogeen of
heterogeen) en de concentratiegraad van aanbieders. Ook is de concurrentiepositie de mate waarin
de onderneming op lange termijn de belangstellenden tevreden te stellen.
Bedrijven willen het liefst zo veel mogelijk rendement halen. Dit kan bijvoorbeeld een hoge
winstmarge zijn. Binnen bedrijfstakken kan het rendement verschillen. Dit kan te maken hebben met
de kwaliteit van het management of machines, deskundigheid van het personeel, het marktaandeel.
De bedrijfstakanalyse probeert de oorzaken van de verschillende concurrentieposities van
bedrijfstakken te achterhalen. Hier gebruiken ze diamant van Porter voor. Dit bestaat uit vijf
krachten:
1. De kwaliteit van productiefactoren
Basisproductiefactoren (klimaat en de ligging van het land) en geavanceerde
productiefactoren (geschoolde arbeid, onderwijs en onderzoek, fysieke infrastructuur).
Landen concurreren met kwaliteit van product, niet met prijs.
2. Binnenlandse vraag
Kritische afnemers, schaalvoordelen voor ondernemingen in de thuismarkt.
3. De economische orde
Geinstitutionaliseerde solidariteit
4. Netwerken van bedrijfstakken
Maximale waardevorming, kennisuitwisseling, Original Equipment Manufacturer (OEM), co-
workership, jobbers, regionale dimensie
5. Toevalsfactoren
Technische doorbraken, wisselkoersveranderingen, weer
6. Overheid
Overheidsmaatregelen
Dit model legt accenten op verschillen tussen landen bij de analyse van de concurrentieverhouding.