Samenvatting interne analyse
Weten welke wetenschappelijke stromingen er zijn binnen het vakgebied
Kunnen onderscheid maken binnen deze wetenschappelijke stromingen
Weten welke organisatiedeskundigen welke problemen onderzochten
Scientific management
rond 1935 frederick Taylor belangrijk exponent voor de deze stroming. Wetenschappelijke
bedrijfsvoering (scientific management of taylorisme) is een stroming binnen de managementtheorie
die het aansturen van bedrijfsprocessen rond de werkvloer op een wetenschappelijke wijze vorm
wilde geven.
General management theory
Een samenhangend stelsel van opvattingen over de wijze waarop organisaties in hun geheel bestuurd
zouden moeten worden. Het zijn algemene principes die overal gelden waar mensen samenwerken
(henri Fayol)
Hawthorne-experimenten
voorloper op het Human resource management. Hawthorne kwam er achter dat de arbeidsprestaties
niet alleen tot stand komen op basis van rationele overwegingen maar dat sociale aspecten evenzeer
een belangrijke rol spelen.
Max Weber staat aan de basis van de zogenaamde Bureaucratie theorie. De bureaucratische
organisatie kan het best worden omschreven als een sterk hiërarchische organisatie met vergaande
taakspecialisatie waar verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk zijn afgebakend.
Rensis Likert is één van de grondleggers van het Revisionisme. Het Revisionisme combineert de
meer instrumentele sturing van scientific management (1880-1930) met de mensgerichte sturing van
human relations (1930-1960). Dat wil zeggen dat het management orders geeft over wat er moet
gebeuren en hoe dat moet gebeuren.
De systeembenadering is een werkwijze om verschijnselen te bestuderen als een geheel met een
onderlinge samenhang en een wisselwerking met de omgeving. De systeembenadering is een
uitwerking van algemene systeemtheorie, en is in verschillende vakgebieden uitgewerkt
Contingentietheorie, of Contingentiebenadering, is een theorie in de organisatiekunde, waarbij
gesteld wordt dat kenmerken van een object van onderzoek afhangen van diverse factoren vanuit de
omgeving van het object. De contingentiebenadering gaat uit van de gedachte dat elke omgeving
aangepast gedrag verlangt
Recente organisatietheorieën (1980 +)
Verschillende auteurs
hebben een bijdrage
,geleverd aan de
ontwikkeling van de
organisatietheorieën.
Philip Crosby ontwikkelde
een
kwaliteitsmanagementtheo
rie. Bij deze theorie staat
werken volgens
het zero defects-concept
centraal. Henry Mintzberg
stelt dat organisaties hun
eigenschappen niet los
van elkaar moeten zien,
maar deze in
overeenstemming met
elkaar moeten brengen tot
een
, configuratie. Mintzberg
onderscheidde vijf
basisvormen van
configuratie en heeft deze
laternog weer
uitgebreid.Deze vormen
zijn:de
ondernemersorganisatie,d
e machineorganisatie, de
politieke organisatie,
de professionele
organisatie, de innovatieve
organisatie, de
divisieorganisatie en de
zendingsorganisatie.
Tom Peters onderscheidde
acht principes voor een
Weten welke wetenschappelijke stromingen er zijn binnen het vakgebied
Kunnen onderscheid maken binnen deze wetenschappelijke stromingen
Weten welke organisatiedeskundigen welke problemen onderzochten
Scientific management
rond 1935 frederick Taylor belangrijk exponent voor de deze stroming. Wetenschappelijke
bedrijfsvoering (scientific management of taylorisme) is een stroming binnen de managementtheorie
die het aansturen van bedrijfsprocessen rond de werkvloer op een wetenschappelijke wijze vorm
wilde geven.
General management theory
Een samenhangend stelsel van opvattingen over de wijze waarop organisaties in hun geheel bestuurd
zouden moeten worden. Het zijn algemene principes die overal gelden waar mensen samenwerken
(henri Fayol)
Hawthorne-experimenten
voorloper op het Human resource management. Hawthorne kwam er achter dat de arbeidsprestaties
niet alleen tot stand komen op basis van rationele overwegingen maar dat sociale aspecten evenzeer
een belangrijke rol spelen.
Max Weber staat aan de basis van de zogenaamde Bureaucratie theorie. De bureaucratische
organisatie kan het best worden omschreven als een sterk hiërarchische organisatie met vergaande
taakspecialisatie waar verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk zijn afgebakend.
Rensis Likert is één van de grondleggers van het Revisionisme. Het Revisionisme combineert de
meer instrumentele sturing van scientific management (1880-1930) met de mensgerichte sturing van
human relations (1930-1960). Dat wil zeggen dat het management orders geeft over wat er moet
gebeuren en hoe dat moet gebeuren.
De systeembenadering is een werkwijze om verschijnselen te bestuderen als een geheel met een
onderlinge samenhang en een wisselwerking met de omgeving. De systeembenadering is een
uitwerking van algemene systeemtheorie, en is in verschillende vakgebieden uitgewerkt
Contingentietheorie, of Contingentiebenadering, is een theorie in de organisatiekunde, waarbij
gesteld wordt dat kenmerken van een object van onderzoek afhangen van diverse factoren vanuit de
omgeving van het object. De contingentiebenadering gaat uit van de gedachte dat elke omgeving
aangepast gedrag verlangt
Recente organisatietheorieën (1980 +)
Verschillende auteurs
hebben een bijdrage
,geleverd aan de
ontwikkeling van de
organisatietheorieën.
Philip Crosby ontwikkelde
een
kwaliteitsmanagementtheo
rie. Bij deze theorie staat
werken volgens
het zero defects-concept
centraal. Henry Mintzberg
stelt dat organisaties hun
eigenschappen niet los
van elkaar moeten zien,
maar deze in
overeenstemming met
elkaar moeten brengen tot
een
, configuratie. Mintzberg
onderscheidde vijf
basisvormen van
configuratie en heeft deze
laternog weer
uitgebreid.Deze vormen
zijn:de
ondernemersorganisatie,d
e machineorganisatie, de
politieke organisatie,
de professionele
organisatie, de innovatieve
organisatie, de
divisieorganisatie en de
zendingsorganisatie.
Tom Peters onderscheidde
acht principes voor een