CHEMIE - SAMENVATTING
Week 1 - opfriscursus
Moleculen: de bouwstenen van een stof.
Van der Waals kracht: moleculen trekken elkaar aan.
Fvdw is groot als:
- Moleculen dicht bij elkaar zijn.
- Moleculen zwaarder zijn.
Atoombinding: in het molecuul, verbinding tussen atomen.
2 soorten stoffen
Zuivere stof:
- 1 stof
- 1 soort molecuul (niet 1 molecuul)
Mengsels:
- Meerdere stoffen
- Meerdere soorten moleculen
Bijv.: zeewater, bloed, urine
Voorbeelden van mengsels:
Opgeloste stof: keukenzout (natriumchloride)
Oplosmiddel: water
Oplossing: keukenzoutoplossing
Opgeloste stof: jodium
Oplosmiddel: alcohol
Oplossing: jodiumtinctuur
Stoffen komen in 3 fases.
Zijn afhankelijk van de temperatuur.
Molecuulformule: waar is een stof uit opgebouwd en uit hoeveel atomen.
Covalentie: atoombinding in het molecuul.
,Watermolecuul:
Molecuulformule: Molecuultekening: Structuurformule:
O = zuurstofatoom 2 handjes
H = waterstofatoom 1 handje
IJs = H2O (s) (Fvdw groot)
Water = H2O(L)
Gas = H2O (G) (Fvdw klein_)
Zuurstofmolecuul:
2 zuurstofatomen
2 atoombindingen
Lucht bestaat voor 20% uit zuurstofgas.
Structuurformule: Molecuulformule:
Stikstofmolecuul:
2 stikstofatomen
3 atoombindingen
Lucht bestaat voor 80% uit stikstofgas.
Structuurformule: Molecuulformule:
Koolstofatoom:
4 atoombindingen
Grijze stof die in potloden zit.
, Alkanen
Koolwaterstoffen: moleculen opgebouwd uit koolstofatomen en waterstofatomen.
Een familie hierbinnen zijn de alkanen.
Methaan
Aardgas voor het gasfornuis bestaat uit methaan.
1 koolstofatoom
4 waterstofatomen.
Structuurformule: Molecuulformule:
Ethaan
Molecuulformule: Structuurformule:
Propaan
Molecuulformule: Structuurformule:
Algemene formule: CnH2n+2
Week 1 - opfriscursus
Moleculen: de bouwstenen van een stof.
Van der Waals kracht: moleculen trekken elkaar aan.
Fvdw is groot als:
- Moleculen dicht bij elkaar zijn.
- Moleculen zwaarder zijn.
Atoombinding: in het molecuul, verbinding tussen atomen.
2 soorten stoffen
Zuivere stof:
- 1 stof
- 1 soort molecuul (niet 1 molecuul)
Mengsels:
- Meerdere stoffen
- Meerdere soorten moleculen
Bijv.: zeewater, bloed, urine
Voorbeelden van mengsels:
Opgeloste stof: keukenzout (natriumchloride)
Oplosmiddel: water
Oplossing: keukenzoutoplossing
Opgeloste stof: jodium
Oplosmiddel: alcohol
Oplossing: jodiumtinctuur
Stoffen komen in 3 fases.
Zijn afhankelijk van de temperatuur.
Molecuulformule: waar is een stof uit opgebouwd en uit hoeveel atomen.
Covalentie: atoombinding in het molecuul.
,Watermolecuul:
Molecuulformule: Molecuultekening: Structuurformule:
O = zuurstofatoom 2 handjes
H = waterstofatoom 1 handje
IJs = H2O (s) (Fvdw groot)
Water = H2O(L)
Gas = H2O (G) (Fvdw klein_)
Zuurstofmolecuul:
2 zuurstofatomen
2 atoombindingen
Lucht bestaat voor 20% uit zuurstofgas.
Structuurformule: Molecuulformule:
Stikstofmolecuul:
2 stikstofatomen
3 atoombindingen
Lucht bestaat voor 80% uit stikstofgas.
Structuurformule: Molecuulformule:
Koolstofatoom:
4 atoombindingen
Grijze stof die in potloden zit.
, Alkanen
Koolwaterstoffen: moleculen opgebouwd uit koolstofatomen en waterstofatomen.
Een familie hierbinnen zijn de alkanen.
Methaan
Aardgas voor het gasfornuis bestaat uit methaan.
1 koolstofatoom
4 waterstofatomen.
Structuurformule: Molecuulformule:
Ethaan
Molecuulformule: Structuurformule:
Propaan
Molecuulformule: Structuurformule:
Algemene formule: CnH2n+2