100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

Aantekeningen internationaal publiekrecht

Rating
-
Sold
1
Pages
68
Uploaded on
20-06-2022
Written in
2021/2022

Aantekeningen van het tweedejaars vak internationaal publiekrecht aan de uva. Zeer uitgebreide samenvatting van alle college aantekeningen.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 20, 2022
Number of pages
68
Written in
2021/2022
Type
Class notes
Professor(s)
Mr. dr. catherine brölmann
Contains
All classes

Subjects

Content preview

WEEK 1
De rol van het internationaal recht voor Nederland
● Op veel terreinen is internationale samenwerking gevraagd; er wordt steeds meer
internationaal recht gecreëerd.
● Nederland is stevig ingebed in de internationale rechtsorde; het is lid van de vele
internationale organisaties en partij bij talloze verdragen.
● De rechten en plichten die hieruit voortvloeien, werken door in de Nederlandse
rechts, des te meer door het open, monistische grondwettelijk systeem.
● Begrip ‘internationaal publiekrecht’, 3 elementen:
- Internationaal = uit internationale rechtsbron
- Publiek = draait om publieke belangen & door publiek gezag
georganiseerd → veiligheid gezondheid migratie milieu etc.
- Recht/ juridisch = rechtsbron en een systeem dat sanctie verbindt aan
normoverschrijding.
● Uit de dominante rol van instemming volgt dat de meeste regels van internationaal
recht in beginsel slechts gelden voor staten die deze regels hebben aanvaard. In
deze zin is internationaal recht geen objectief geldend recht zoals in nationale
rechtsordes.


Bronnen van Internationaal Publiekrecht
Artikel 38 (1) Statuut Internationaal Gerechtshof
- Verdragen
- Gewoonterecht
- Algemene beginselen (incl billijkheid)
- gerechtelijke beslissingen (en juridische geschriften)
Niet in het Statuut:
- Besluiten internationale organisaties (niet bindend)


- Eenzijdige handelingen
- (Gewoonte) recht met de status van jus cogens
➔ Voorwaarden voor een norm om als jus cogens te gelden? Door codificatie:
Artikel 53 Weense Verdragenverdrag: aanvaarding door de internationale
gemeenschap van een norm als dwingend recht.
Een besluit van internationale organisaties is internationaal publiekrecht. (EU)-
verordeningen zijn bindend voor lidstaten (zijn een ieder verbindend).

In het Statuut maar buiten het recht - artikel 38 (2) Statuut Internationaal Gerechtshof:
- ‘Redelijkheid en Billijkheid’ (ex aequo et bono)
‘Soft Law” → regels die niet uit een formele rechtsbron voortvloeien. Bv:
beleidsafspraken die tussen regeringen, ministers of lagere organen of
internationale organisaties kunnen worden gemaakt. Dergelijke documenten zijn
in de praktijk van groot belang om wederzijds beleid van staten op elkaar af te




1

,stemmen (maar maken formeel gezien geen deel uit van het internationaal
publiekrecht).
Verdragen (1)
Gewoonterecht (1)
- Niet alles wordt gedekt door verdragen
- Gewoonterecht is een belangrijke rechtsbron
- Twee componenten:
➔ Praktijk, objectief (gedurende een bepaalde periode je op een bepaalde
manier gedragen; algemene praktijk)
- De praktijk van staten kan bestaan uit rechtshandelingen van alle
staatsorganen (regering, wetgever of rechter)
- Statenpraktijk moet, om tot de vorming van een regel van
gewoonterecht te kunnen leiden, aan 2 eisen voldoen: (North Sea
Continental Shelf)
➔ Omvangrijk (extensive) → de praktijk moet door
relatief veel staten worden gevolgd. Hier is geen concrete
maatstaf voor, vaak worden regels van gewoonterecht dan
ook vastgesteld op basis van een beoordeling van de
praktijk van een beperkt aantal staten. Indien andere staten
zich niet tegen deze praktijk verzetten, kan ook bij een
relatief beperkte praktijk worden geconcludeerd dat de
praktijk in het algemeen voldoende is.
Bij de beoordeling van de vraag of voldoende staten een
bepaalde praktijk volgen om van een ‘algemene praktijk’ te
kunnen spreken, komt bijzonder gewicht toe aan staten die
een belang bij de regel hebben. In de North Sea Continental
Shelf- zaak besteedde het IGH bijzondere aandacht aan de
praktijk van de staten ‘whose interests were specially
affected’, dat wil zeggen staten waarvoor de
afbakeningsbeginselen vanwege de configuratie van hun
kust van bijzonder belang zijn.
➔ Vrijwel uniform (virtually uniform) → de praktijk
moet voldoende consistent zijn.
(Volledige conformiteit, in de zin dat de betrokken staten
zich op een exact gelijke wijze gedragen, is echter niet
vereist. In de Nicaragua- zaak moest het IGH beoordelen of
het gewoonterecht de Verenigde Staten verbood om te
interveniëren in de interne aangelegenheden van Nicaragua
door het steunen van opstandelingen die het zittende
(socialistische) regime omver wilden werpen. Het Hof stelde
echter dat het niet nodig is dat in de statenpraktijk de
naleving van de regels ‘perfect’ hoeft te zijn.




2

, ➔ Rechtsovertuiging, subjectief (ofwel opinio juris) → staten zijn
ervan overtuigd dat zij rechtens gehouden zijn zo te handelen.
Gewoonterecht (2)
Resoluties VN Algemene Vergadering als factor:
- Art. 10 VNHV: ‘Algemene vergadering.. kan.. aanbevelingen doen aan de Leden
van de VN, of aan de Veiligheidsraad of beide.’
- Stemgedrag Leden kan uiting zijn van rechtsovertuiging in de vorming van
gewoonterecht (zie ook Legality of Nuclear Weapons Advies IGH 1996)
Gewoonterecht (3)
Wijziging van Gewoonterecht:
Is afwijkende praktijk schending van een regel of het begin van een nieuwe regel?
➔ Nicaragua
Doorwerking van het Internationaal recht in de Nederlandse rechtsorde
Directe toepassing bepaling van IR indien door individu ingeroepen voor de Nederlandse
rechter.
Art. 94 Grondwet ‘eenieder verbindend’ ofwel ‘rechtstreeks werkend’
➔ Voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk
➔ Beoogt belangen individuen te beschermen
Voorrang (art. 94 Gw)
→ Internationaal recht gaat voor als er strijd is met de Nederlandse
wetgeving.
Stelt het internationaal publiekrecht zelf regels over de manier van doorwerking van
internationaal recht in de nationale rechtsorde?

Geldigheid:
● Denk aan monisme of dualisme
- partij bij verdrag, dat geratificeerd moet worden en in werking moet zijn
getreden
- besluiten internationale organisaties waar wij lid van zijn
- gewoonterecht, maar veelal interstatelijk maar zou hypothetisch kunnen
doorwerken
● Rechtstreekse werking
- eenieder verbindende bepalingen → rechtsbron: art. 93 Grw (!)
- § verdragstekst /totstandkoming → hebben landen een ieder
verbindende werking bedoeld. Hebben ze zelf hier iets over gezegd?
Meestal niet het geval, dus dan ga je naar de andere. Op het
tentamen moet je dit wel weten.
- § inhoud: voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk bepaald (niet rook arrest)
- § beogen individuen te binden (Danikovic v. Staat der Nederland)
● Voorrang
- art. 94 grondwet (!) om een ieder verbindende internationale rechtsnormen




3

, - conflict? Nationale bepaling wordt buiten toepassing gelaten, niet ongeldig
gemaakt, maar de andere internationale regel heeft voorrang.


Doorwerking EVRM via EHRM rechtspraak en de ‘incorporatietheorie’
Als het EHRM een uitspraak doet over de interpretatie van een verdrag geldt dit vervolgens
voor alle rechters in alle landen die lid zijn van het EHRM.
- Regels blijven hetzelfde in veel verschillende landen doordat interpretaties ook
bindend zijn
- Wel moeilijk hand te haven voor nationale instanties.
Jurisprudentie
Over bronnen van het Internationaal recht
- ICJ judgement (1969), ‘North Sea Continental Shelf’
- ICJ judgement (1986), ‘Military and Paramilitary activities in and against
Nicaragua’
- ICJ Advisory Opinion (1996), ‘Legality of the Use or threat of nuclear weapons
(Algemene vergadering VN)
Over doorwerking van internationaal recht
- Hoge Raad, Danikovic e.a. tegen Staat der Nederlanden, 29 nov 2002 (NAVO
aanvallen op Kosovo)
- Hoge Raad, Staat der Nederlanden tegen Nederlandse nietrokersvereniging
CAN, 1 oktober 2014 (vrijstelling rookverbod kleine cafés)


Zaak North Sea Continental Shelf
- International Court of justice, North Sea Continental Shelf (Federal Republic of
Germany v. Denmark and Federal Republic of Germany v. Netherlands) -
Judgement - Merits, 20 februari 1969 (Essentie: par. 71- 74, 77-78) (P 368)
Achtergrond
- Duitsland maakt bezwaar tegen gebruik van het ‘equidistantie beginsel’.
- E- beginsel was neergelegd in het VN verdrag uit 1958, door Duitsland
ondertekend, maar nooit geratificeerd.
- Denemarken en Nederland claimen dat het tot gewoonterecht was geworden.
- R.o. 74; Statenpraktijk moet ‘extensive and virtually uniform’ zijn.
Belangrijke algemene vraagstukken
- Aan welke eisen moet statenpraktijk voldoen om relevant te zijn voor de vorming
van internationaal publiekrecht?
- Vorming van gewoonterecht.

De feiten
Landen met grenzen aan de Noordzee hebben grenzen getrokken om hun continental shelf
te bepalen. Nederland en Denemarken beroepen zich bij de wijze van grensbepaling op
artikel 6 van de “Geneva Continental Shelf Convention”.Duitsland aan de andere kant stelt


4
$7.83
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
isapeek

Get to know the seller

Seller avatar
isapeek Universiteit van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
9
Member since
4 year
Number of followers
6
Documents
24
Last sold
1 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions