Manutentie
1. Inleiding
● 20 - 80% van de hulpverleners: rugproblemen → Noodzakelijk om preventief op te
treden
1.1. Manutentietechnieken volgens Paul Dotte
● Spontane verplaatsing: procedure gebruikt door gezond individu om van de ene naar
de andere positie / houding over te gaan
● Aangrijpingspunten bij de zorgvrager: stevige plaatsen in direct contact met het
skelet
● Traumatische handelingen zoals knijpen vermijden
● Respecteren craniocaudale lijn
● Vermijden torsiebeweging romp en bekken
● Kort mogelijk verplaatsingstraject en zonder greepveranderingen
● 4 aspecten:
○ Toestand van de zorgvrager
○ Medewerker van de zorgvrager (communicatie)
○ Traject van de verplaatsing
○ Omgeving waar de handeling moet uitgevoerd worden
● Ergonomische basisprincipes
○ Zo dicht mogelijk bij de zorgvragers staan
○ Steunpunten zoeken
○ Zorggever staat waar de beweging eindigt
○ Eigen lichaamsgewicht gebruiken
○ Niet op armen trekken
○ Rekening houden met eigen limieten
○ Draaibewegingen vermijden
○ Brede steunbasis
○ Hoofd in verlengde van de romp
○ Buik en bekkenbodemspieren aanspannen om onderrug te stabiliseren
○ Natuurlijke krommingen respecteren
1.2. Communicatie als onderdeel van de techniek
● Communiceren om na te gaan wat de zorgvrager kan
● Bewust van tempo van de zorgvrager
● Alles waardoor de zorggever contact heeft met de zorgvrager
1.3. Technieken op maat en tempo van de patiënt
● Max. 23 kg per persoon tillen
○ Optimale situatie
○ Voldoende ruimte
○ Rug wordt recht gehouden
○ Handvatten
○ Afstand tot last is minimaal
● Til-, transfer- of bewegingsprotocol: Hoe de transfer bij deze zorgvrager moet
verlopen
,2. Algemene richtlijnen
2.1. Begrippen
● Werkhoogte: de hoogte waarop men werkt, is afhankelijk van wat men gaat uitvoeren
● Bankhouding: recht rug en door de knieën, knieën tegen bed (meer steun). Recht
voor u uitkijken
● Schredestand: ene voet voor de andere voet in brede spreidstand. Lichaamsgewicht
gemakkelijk naar voor of naar achter verplaatsen
● Gesloten vingers: handen onder pa of pa vastnemen om te verplaatsen
● Zo veel mogelijk hulp van de pa.
● Grootste VK aanpassen aan kleinste
● Houding van je rug
● Gebruik van eigen lichaamsgewicht
● Technieken inoefenen
● Zo vaak en efficiënt mogelijk hulpmiddelen gebruiken
● Tillen boven schouderhoogte vermijden
● Opletten met hurken en knielen
● Niet te lang in dezelfde positie zitten
● Niet langer dan 1 uur staan
● Niet meer dan 15 kg op heuphoogte drage
● Vlotte samenwerking
● Elke techniek kan mogelijk met de hulp van hulpverleners, hulpmiddelen én de hulp
van de patiënt te samen worden uitgevoerd.
2.2. Opbouwen van een techniek
● Voorbereiding van de omgeving en de patiënt
○ Wat kan de patiënt?
○ Is de ruimte geoptimaliseerd voor de uitvoering
○ Hulpmiddelen gebruiken?
○ Weet de PA wat er verwacht wordt
○ Kan dit alleen gedaan worden?
● Uitvoering
○ Communicatie over wat je gaat doen
○ Nodig PA nogmaals uit zelf te bewegen
○ Aangrijpingspunten, op gepaste en correcte manier vasthouden
○ Let op rug en benen, eigen lichaamsgewicht gebruiken
○ Met PA spreken gedurende volledige uitvoering
● Nazorg
○ Zorg voor veilige omgeving na uitvoeren van handeling
○ Comfortabele houding bij de PA
3. De Haptonomische benaderingswijze
3.1. Inleiding
● Samenvoeging van twee Oudgriekse begrippen: Hapsis en nomos
○ Hapsis = gevoel, gevoelsbeleving, tact, tast
○ Nomos = wet, regel, norm
, 3.2. Topics
● Communicatie
○ 80% non-verbaal
○ Stemgebruik: intonatie
○ Articulatie
● Lichaamstaal
○ Gebaren, mimiek, lichaamshouding en beweging
○ Uiterlijk en lichamelijk voorkomen
○ Intense vorm van communicatie
○ Zekere behoefte aan aanraking = basisbehoefte
● Haptonomische benadering en aanraking
○ Aanraken van personen zonder bedoeling = niet vanzelfsprekend
○ Winnen van vertrouwen is cruciaal
3.3. Fenomenen binnen haptonomie
● Ruimte
○ Letterlijk in iemands persoonlijke ruimte
○ Hoe meer lichamelijke verzorging, hoe kleiner deze ruimte
● Naderen
○ Hoe iemand benaderen zegt veel
○ PA moet je kunnen zien
● Uitnodigen
○ Verbinden met de PA
○ PA stimuli geven om mee te bewegen
● Let op met tellen en technische termen
○ Zo natuurlijk en gevoelsmatig mogelijk te werken met PA en
collega’s
4. Theorie rond menselijk
bewegen
4.1. De wervelkolom
● 7 halswervels
● 12 borstwervels
● 5 lendewervels
● Heiligbeen
● Staartbeen
● Tussen wervels: discus of tussenwervelschijf
○ Schokdemping
○ Stabiliteit
○ Mobiliteit
4.2. Terminologie
● Hemiplegie: halfzijdige verlamming
○ Schade in de rechterhersenhelft veroorzaakt een linkszijdige verlamming -
schade in linkerhersenhelft een rechtszijdige
● Paraplegie: verlamming van de benen, incl. bijbehorende gedeelte van de romp
○ Onderbreking zenuwbanen in ruggenmerg
● Tetraplegie of quadriplegie: verlamming vier ledematen
1. Inleiding
● 20 - 80% van de hulpverleners: rugproblemen → Noodzakelijk om preventief op te
treden
1.1. Manutentietechnieken volgens Paul Dotte
● Spontane verplaatsing: procedure gebruikt door gezond individu om van de ene naar
de andere positie / houding over te gaan
● Aangrijpingspunten bij de zorgvrager: stevige plaatsen in direct contact met het
skelet
● Traumatische handelingen zoals knijpen vermijden
● Respecteren craniocaudale lijn
● Vermijden torsiebeweging romp en bekken
● Kort mogelijk verplaatsingstraject en zonder greepveranderingen
● 4 aspecten:
○ Toestand van de zorgvrager
○ Medewerker van de zorgvrager (communicatie)
○ Traject van de verplaatsing
○ Omgeving waar de handeling moet uitgevoerd worden
● Ergonomische basisprincipes
○ Zo dicht mogelijk bij de zorgvragers staan
○ Steunpunten zoeken
○ Zorggever staat waar de beweging eindigt
○ Eigen lichaamsgewicht gebruiken
○ Niet op armen trekken
○ Rekening houden met eigen limieten
○ Draaibewegingen vermijden
○ Brede steunbasis
○ Hoofd in verlengde van de romp
○ Buik en bekkenbodemspieren aanspannen om onderrug te stabiliseren
○ Natuurlijke krommingen respecteren
1.2. Communicatie als onderdeel van de techniek
● Communiceren om na te gaan wat de zorgvrager kan
● Bewust van tempo van de zorgvrager
● Alles waardoor de zorggever contact heeft met de zorgvrager
1.3. Technieken op maat en tempo van de patiënt
● Max. 23 kg per persoon tillen
○ Optimale situatie
○ Voldoende ruimte
○ Rug wordt recht gehouden
○ Handvatten
○ Afstand tot last is minimaal
● Til-, transfer- of bewegingsprotocol: Hoe de transfer bij deze zorgvrager moet
verlopen
,2. Algemene richtlijnen
2.1. Begrippen
● Werkhoogte: de hoogte waarop men werkt, is afhankelijk van wat men gaat uitvoeren
● Bankhouding: recht rug en door de knieën, knieën tegen bed (meer steun). Recht
voor u uitkijken
● Schredestand: ene voet voor de andere voet in brede spreidstand. Lichaamsgewicht
gemakkelijk naar voor of naar achter verplaatsen
● Gesloten vingers: handen onder pa of pa vastnemen om te verplaatsen
● Zo veel mogelijk hulp van de pa.
● Grootste VK aanpassen aan kleinste
● Houding van je rug
● Gebruik van eigen lichaamsgewicht
● Technieken inoefenen
● Zo vaak en efficiënt mogelijk hulpmiddelen gebruiken
● Tillen boven schouderhoogte vermijden
● Opletten met hurken en knielen
● Niet te lang in dezelfde positie zitten
● Niet langer dan 1 uur staan
● Niet meer dan 15 kg op heuphoogte drage
● Vlotte samenwerking
● Elke techniek kan mogelijk met de hulp van hulpverleners, hulpmiddelen én de hulp
van de patiënt te samen worden uitgevoerd.
2.2. Opbouwen van een techniek
● Voorbereiding van de omgeving en de patiënt
○ Wat kan de patiënt?
○ Is de ruimte geoptimaliseerd voor de uitvoering
○ Hulpmiddelen gebruiken?
○ Weet de PA wat er verwacht wordt
○ Kan dit alleen gedaan worden?
● Uitvoering
○ Communicatie over wat je gaat doen
○ Nodig PA nogmaals uit zelf te bewegen
○ Aangrijpingspunten, op gepaste en correcte manier vasthouden
○ Let op rug en benen, eigen lichaamsgewicht gebruiken
○ Met PA spreken gedurende volledige uitvoering
● Nazorg
○ Zorg voor veilige omgeving na uitvoeren van handeling
○ Comfortabele houding bij de PA
3. De Haptonomische benaderingswijze
3.1. Inleiding
● Samenvoeging van twee Oudgriekse begrippen: Hapsis en nomos
○ Hapsis = gevoel, gevoelsbeleving, tact, tast
○ Nomos = wet, regel, norm
, 3.2. Topics
● Communicatie
○ 80% non-verbaal
○ Stemgebruik: intonatie
○ Articulatie
● Lichaamstaal
○ Gebaren, mimiek, lichaamshouding en beweging
○ Uiterlijk en lichamelijk voorkomen
○ Intense vorm van communicatie
○ Zekere behoefte aan aanraking = basisbehoefte
● Haptonomische benadering en aanraking
○ Aanraken van personen zonder bedoeling = niet vanzelfsprekend
○ Winnen van vertrouwen is cruciaal
3.3. Fenomenen binnen haptonomie
● Ruimte
○ Letterlijk in iemands persoonlijke ruimte
○ Hoe meer lichamelijke verzorging, hoe kleiner deze ruimte
● Naderen
○ Hoe iemand benaderen zegt veel
○ PA moet je kunnen zien
● Uitnodigen
○ Verbinden met de PA
○ PA stimuli geven om mee te bewegen
● Let op met tellen en technische termen
○ Zo natuurlijk en gevoelsmatig mogelijk te werken met PA en
collega’s
4. Theorie rond menselijk
bewegen
4.1. De wervelkolom
● 7 halswervels
● 12 borstwervels
● 5 lendewervels
● Heiligbeen
● Staartbeen
● Tussen wervels: discus of tussenwervelschijf
○ Schokdemping
○ Stabiliteit
○ Mobiliteit
4.2. Terminologie
● Hemiplegie: halfzijdige verlamming
○ Schade in de rechterhersenhelft veroorzaakt een linkszijdige verlamming -
schade in linkerhersenhelft een rechtszijdige
● Paraplegie: verlamming van de benen, incl. bijbehorende gedeelte van de romp
○ Onderbreking zenuwbanen in ruggenmerg
● Tetraplegie of quadriplegie: verlamming vier ledematen