Samenvatting Examen Algemene Psychologie
Verschil mensenkennis en psychologie:
Mensenkennis hebben we nodig om:
Andere mensen bechrijven en beweegredenen te
begrijpen
Je eigen gedrag af te stemmen op dat (te voorspellen)
gedraf van de ander
Het gedrag van andere te beïnvloeden
Over u eigen gedrag na te denken
Inschatten hoe een ander over ons denkt
Intuitief (vorm van direct weten) en subjectief (mening)
Op basis van beperkte ervaringen
Dit bouw je geleidelijk aan op
Psychologie (=zielkunde):
= is de wetenschap die zich bezighoudt met het gedrag van de
mens als een individu.
Ze zoeken naar het WAAROM van het gedrag.
Gedrag, gevoelens en gedachten worden bestudeerd
Onderbouwde kennis (geen veronderstellingen)
Objectief (feiten) en methodisch
Van waaruit vertrekt de psychologie?
Betrekking op het individu en maatschappij (wat invloed
heeft op individu)
Maatschappelijke gebeurtenissen = problemen uit
praktijk
Bv:
Gameverslaving
Schoolmoeheid
Stress
Experimenterende gedrag bij jongeren
1
,Het studieobject:
= het menselijk gedrag / menselijk functioneren
Beschrijven: Wat?
Verklaren : Waarom?
Voorspellen: Wanneer? Hoe?
Beïnvloeden: Veranderen
De psychologie als wetenschap van het menselijk gedrag heeft
4 doeleinden:
1. Beschrijving van het menselijk gedrag
2. Verklaren = Waarom gedraagt de mens zich in deze situatie?
3. Voorspellen = Hoe gaat de mens zich in de toekomst
gedragen? onmogelijk om geheel het menselijk gedrag in
wetmatig om te zetten.
4. Beïnvloeden = veranderingen aanbrengen in het menselijk
gedrag.
De wetenschappelijke 3 methodes binnen de psychologie:
1. Het beschrijvend onderzoek
Gegevens en feiten verzamelen
Naturalistische observatie
Psychologische test bv: intelligentietests
Vragenlijsten
Gevalstudies: onderzoek over 1 gebeurtenis/persoon
Interview : gestructureerd of ongestructureerd
2. Het correlationeel onderzoek
Verbanden bepalen bv: ramp, staking, weer, geslacht
3. Het verklarend/experimenteel onderzoek
Objectief: feiten
Opzettenlijk en doelgericht gedrag
Verificatiemogelijkheden en controle
2
, De deelgebieden binnen de theoretische psychologie:
Functieleer
Cognitieve functies
Psychomotorische functies = motoriek/sensomotoriek
Dynamischef uncties = motivatie/wil
Affectieve functies = gevoel/emotie
= dynamisch- affectieve functies
Ontwikkelingspsychologie
Levensloop psychologie
Veranderingen/gedragingen met de leeftijd
Differentiële psychologie
Verschillen tussen de mens
Studie van persoonlijkheid
Sociale psychologie
Verklaringsgehoorzaamheid
Beïnvloeding groepsgedrag
Methodeleer
Wetenschapelijke methode
De deelgebieden binnen de toegepaste/praktijk psychologie:
Klinische psychologie
Bezighouden met afwijkend gedrag ten gevolg van
psychische stoornissen
Forenische psychologie
Wetovertreders (daders)
Onderwijspsychologie
Onderzoekt het gedrag van het kind op school (CLB)
Bedrijfs- en organisatiepsychologie
De mens bestuderen als werknemer en/of gedrag in
een werksituatie
3
Verschil mensenkennis en psychologie:
Mensenkennis hebben we nodig om:
Andere mensen bechrijven en beweegredenen te
begrijpen
Je eigen gedrag af te stemmen op dat (te voorspellen)
gedraf van de ander
Het gedrag van andere te beïnvloeden
Over u eigen gedrag na te denken
Inschatten hoe een ander over ons denkt
Intuitief (vorm van direct weten) en subjectief (mening)
Op basis van beperkte ervaringen
Dit bouw je geleidelijk aan op
Psychologie (=zielkunde):
= is de wetenschap die zich bezighoudt met het gedrag van de
mens als een individu.
Ze zoeken naar het WAAROM van het gedrag.
Gedrag, gevoelens en gedachten worden bestudeerd
Onderbouwde kennis (geen veronderstellingen)
Objectief (feiten) en methodisch
Van waaruit vertrekt de psychologie?
Betrekking op het individu en maatschappij (wat invloed
heeft op individu)
Maatschappelijke gebeurtenissen = problemen uit
praktijk
Bv:
Gameverslaving
Schoolmoeheid
Stress
Experimenterende gedrag bij jongeren
1
,Het studieobject:
= het menselijk gedrag / menselijk functioneren
Beschrijven: Wat?
Verklaren : Waarom?
Voorspellen: Wanneer? Hoe?
Beïnvloeden: Veranderen
De psychologie als wetenschap van het menselijk gedrag heeft
4 doeleinden:
1. Beschrijving van het menselijk gedrag
2. Verklaren = Waarom gedraagt de mens zich in deze situatie?
3. Voorspellen = Hoe gaat de mens zich in de toekomst
gedragen? onmogelijk om geheel het menselijk gedrag in
wetmatig om te zetten.
4. Beïnvloeden = veranderingen aanbrengen in het menselijk
gedrag.
De wetenschappelijke 3 methodes binnen de psychologie:
1. Het beschrijvend onderzoek
Gegevens en feiten verzamelen
Naturalistische observatie
Psychologische test bv: intelligentietests
Vragenlijsten
Gevalstudies: onderzoek over 1 gebeurtenis/persoon
Interview : gestructureerd of ongestructureerd
2. Het correlationeel onderzoek
Verbanden bepalen bv: ramp, staking, weer, geslacht
3. Het verklarend/experimenteel onderzoek
Objectief: feiten
Opzettenlijk en doelgericht gedrag
Verificatiemogelijkheden en controle
2
, De deelgebieden binnen de theoretische psychologie:
Functieleer
Cognitieve functies
Psychomotorische functies = motoriek/sensomotoriek
Dynamischef uncties = motivatie/wil
Affectieve functies = gevoel/emotie
= dynamisch- affectieve functies
Ontwikkelingspsychologie
Levensloop psychologie
Veranderingen/gedragingen met de leeftijd
Differentiële psychologie
Verschillen tussen de mens
Studie van persoonlijkheid
Sociale psychologie
Verklaringsgehoorzaamheid
Beïnvloeding groepsgedrag
Methodeleer
Wetenschapelijke methode
De deelgebieden binnen de toegepaste/praktijk psychologie:
Klinische psychologie
Bezighouden met afwijkend gedrag ten gevolg van
psychische stoornissen
Forenische psychologie
Wetovertreders (daders)
Onderwijspsychologie
Onderzoekt het gedrag van het kind op school (CLB)
Bedrijfs- en organisatiepsychologie
De mens bestuderen als werknemer en/of gedrag in
een werksituatie
3