BIJZONDER BESTUURSRECHT VOOR NOTARIËLEN 2021-2022 - OPGAVEN WEEK 3
Opgave 1
Kirsten Kok is woonachtig aan de Vermeerstraat 21 te Smeurdiek, een straat die deel uitmaakt van
het beschermd dorpsgezicht Smeurdiek. Koks woning is aangewezen als rijksmonument en is ook als
zodanig geregistreerd. Op een gegeven moment constateert Kok dat haar buurman, Karel Kaan,
terwijl zij op vakantie was een aanbouw van ongeveer 10 x 5 meter heeft gerealiseerd aan de
achterzijde van de aangrenzende woning Vermeerstraat 23. Dat bevalt haar in het geheel niet. Zij
verzoekt het gemeentebestuur daarom om handhavend op te treden en aldus Kaan te dwingen de
aanbouw af te breken. Koks verzoek om handhaving wordt echter door burgemeester en wethouders
afgewezen, omdat “voor de aanbouw (…) geen omgevingsvergunning [is] vereist. De heer Kaan heeft
daarom niet in strijd gehandeld met enig relevant wettelijk voorschrift. Het College is daarom niet
bevoegd om een besluit tot handhaving te nemen.”
Is dit standpunt van burgemeester en wethouders inzake de vergunningplicht juist?
TENTAMEN: schriftelijk op locatie!! Ew en Mw geprint meenemen!
Kirstens huis is een rijksmonument
Dat van haar buurman NIET
Er kan sprake zijn van meer vergunningplichtige activiteiten
Er is geen sprake van een sloop, want er is gebouwd en daar waar is gebouwd (aanbouw)
betekent dat je in ieder geval bij a-activiteit zit.
Voor bouwen is in beginsel een omgevingsvergunningplicht vereist
Uitzonderingen 2.1 lid 3 Wabo op mogelijk, waardoor vergunningplicht voor bouwen voor
die categorieën is opgeheven. Wanneer is sprake van uitzondering op a-activiteit
vergunningplicht? Dat zie je in: 2.3 lid 1 (en 2 voor als je nog niet zeker weet of er van een
bestemmingsplan moet worden afgeweken) Bor jo. 2 (onder 3 sub a: toegestaan aanbouw te
doen) en 3 (onderdeel 1 bevat uitzondering op a-vergunning plicht die hier in aanmerking
zou kunnen komen) Bijlage II Bor jo. 4a lid 1 Bijlage II Bor: WEL vergunning nodig, want 2 en
3 Bijlage II Bor worden buiten toepassing verklaard nu zij ALLEEN van toepassing zijn als …..
voor zover het een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2 onderdelen 1 en 2 of …….
(onderdeel 3 valt er dus buiten!)
Uitzondering die wordt gemaakt op a-activiteit vergunningplicht in 2.3 lid 1 jo. 2 Bijlage II
Bor, wordt beperkt door art. 4a Bijlage II Bor
Dus zodra wordt gesproken over rijksmonument, moet je verder kijken dan alleen 2 en 3
Bijlage II Bor!
Aanbouw Kaan is niet in, op, of bij een rijksmonument en al was dit wel zo, dan was 2
onderdeel 3 Bijlage II Bor nog altijd niet geldig.
DUS: wel degelijk a-activiteit vergunningplicht, want uitzondering gaat hier niet op door 4a
Bijlage II Bor
Standpunt B&W dat er ongeclausuleerde vergunningplicht is, is onjuist. Als het gaat om a-
activiteit vergunningplicht is in beginsel een vergunningplicht, want er geldt hier GEEN
uitzondering. De uitzondering waarvan je zou denken dat die hier zou gelden (2 onder 3
Bijlage II Bor) is niet van toepassing, omdat die eruit gekegeld wordt door 4a Bijlage II Bor.
Dus er is niet ongeclausuleerd een vergunningsplicht ook als heeft b en w wel gelijk dat er
een vergunningplicht is!
Opgave 1
Kirsten Kok is woonachtig aan de Vermeerstraat 21 te Smeurdiek, een straat die deel uitmaakt van
het beschermd dorpsgezicht Smeurdiek. Koks woning is aangewezen als rijksmonument en is ook als
zodanig geregistreerd. Op een gegeven moment constateert Kok dat haar buurman, Karel Kaan,
terwijl zij op vakantie was een aanbouw van ongeveer 10 x 5 meter heeft gerealiseerd aan de
achterzijde van de aangrenzende woning Vermeerstraat 23. Dat bevalt haar in het geheel niet. Zij
verzoekt het gemeentebestuur daarom om handhavend op te treden en aldus Kaan te dwingen de
aanbouw af te breken. Koks verzoek om handhaving wordt echter door burgemeester en wethouders
afgewezen, omdat “voor de aanbouw (…) geen omgevingsvergunning [is] vereist. De heer Kaan heeft
daarom niet in strijd gehandeld met enig relevant wettelijk voorschrift. Het College is daarom niet
bevoegd om een besluit tot handhaving te nemen.”
Is dit standpunt van burgemeester en wethouders inzake de vergunningplicht juist?
TENTAMEN: schriftelijk op locatie!! Ew en Mw geprint meenemen!
Kirstens huis is een rijksmonument
Dat van haar buurman NIET
Er kan sprake zijn van meer vergunningplichtige activiteiten
Er is geen sprake van een sloop, want er is gebouwd en daar waar is gebouwd (aanbouw)
betekent dat je in ieder geval bij a-activiteit zit.
Voor bouwen is in beginsel een omgevingsvergunningplicht vereist
Uitzonderingen 2.1 lid 3 Wabo op mogelijk, waardoor vergunningplicht voor bouwen voor
die categorieën is opgeheven. Wanneer is sprake van uitzondering op a-activiteit
vergunningplicht? Dat zie je in: 2.3 lid 1 (en 2 voor als je nog niet zeker weet of er van een
bestemmingsplan moet worden afgeweken) Bor jo. 2 (onder 3 sub a: toegestaan aanbouw te
doen) en 3 (onderdeel 1 bevat uitzondering op a-vergunning plicht die hier in aanmerking
zou kunnen komen) Bijlage II Bor jo. 4a lid 1 Bijlage II Bor: WEL vergunning nodig, want 2 en
3 Bijlage II Bor worden buiten toepassing verklaard nu zij ALLEEN van toepassing zijn als …..
voor zover het een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2 onderdelen 1 en 2 of …….
(onderdeel 3 valt er dus buiten!)
Uitzondering die wordt gemaakt op a-activiteit vergunningplicht in 2.3 lid 1 jo. 2 Bijlage II
Bor, wordt beperkt door art. 4a Bijlage II Bor
Dus zodra wordt gesproken over rijksmonument, moet je verder kijken dan alleen 2 en 3
Bijlage II Bor!
Aanbouw Kaan is niet in, op, of bij een rijksmonument en al was dit wel zo, dan was 2
onderdeel 3 Bijlage II Bor nog altijd niet geldig.
DUS: wel degelijk a-activiteit vergunningplicht, want uitzondering gaat hier niet op door 4a
Bijlage II Bor
Standpunt B&W dat er ongeclausuleerde vergunningplicht is, is onjuist. Als het gaat om a-
activiteit vergunningplicht is in beginsel een vergunningplicht, want er geldt hier GEEN
uitzondering. De uitzondering waarvan je zou denken dat die hier zou gelden (2 onder 3
Bijlage II Bor) is niet van toepassing, omdat die eruit gekegeld wordt door 4a Bijlage II Bor.
Dus er is niet ongeclausuleerd een vergunningsplicht ook als heeft b en w wel gelijk dat er
een vergunningplicht is!
