Koper van de uit hoofde van het hypotheekrecht geëxecuteerde zaak is krachtens 3:270 lid 1
gehouden de koopprijs in handen van de notaris te voldoen, te wiens overstaan de openbare
verkoop heeft plaatsgehad/door wie de akte van overdracht ingevolge de onderhandse
verkoop is verleden.
Notaris brengt vervolgens op de ontvangen koopprijs eerst de kosten van executie in
mindering
In geval er verder GEEN andere belanghebbenden zijn bij de opbrengst dan de
hypotheekhouder en de hypotheekgever, dan keert de notaris ex 3:270 lid 2 aan de
executerende hypotheekhouder uit wat hem volgens een door de laatste aan de notaris
verstrekte opgaaf krachtens zijn door de hypotheek verzekerde vordering toekomt. Het
overschot keert de notaris uit aan de hypotheekgever
In geval er verder WEL andere belanghebbenden bij de opbrengst zijn, dan dient de notaris
te handelen zoals is voorgeschreven in 3:270 lid 3:
- Notaris moet netto-executieopbrengst bij een bewaarder (bank) storten
- Dan dient er een rangregeling te worden opgemaakt als bedoeld in 3:271 lid 1
- Doorgaans komt het niet tot een storting, omdat de belanghebbenden onderlinge
overeenstemming hebben bereikt over de verdeling van de opbrengst. De notaris keert
in zo’n geval aan ieder het deel zoals dat bij de verdeling is overeengekomen uit volgens
3:270 lid 5. Als er GEEN onderlinge overeenstemming over de verdeling is bereikt, dan
KAN de eerste hypotheekhouder die zelf geëxecuteerd heeft, voorkomen dat de notaris
ook het aan hem toekomende deel stort bij de bewaarder door opgave te doen van wat
hem naar zijn rang uit de opbrengst toekomt en MITS de opgave is voorzien van een
goedkeurende aantekening van de voorzieningenrechter van de rechtbank, keert de
notaris dit aan hem uit ex 3:270 lid 3 2 de en 3de zin. De andere belanghebbenden kunnen
elk van hen ex 3:271 lid 1 een gerechtelijke rangregeling verzoeken volgens de wijze uit
52 Rv
- 3:270 lid 6 verklaart de Staat naast de notaris aansprakelijk indien de notaris zijn
verplichtingen niet nakomt
Uitoefening hypotheekrecht bij beslag
508 en 509 Rv
Een hypotheek gevestigd NADAT op de onroerende zaak verhaalsbeslag is gelegd, kan ex 505
lid 2 jo. 726 Rv NIET aan de beslaglegger worden tegengeworpen. Bij levering van de zaak
aan de koper ter executie komt het hypotheekrecht ex 526 Rv (verklaart 3:273 van
toepassing) door zuivering te vervallen, MITS de koper de koopprijs heeft voldaan. De
hypotheekhouder kan echter bij de verdeling van de executieopbrengst overeenkomstig 551
Rv als schuldeiser opkomen, wel moet men zich hierbij bedenken dat de beslaglegger uit
, hoofde van 505 Rv vóór de hypotheekhouder recht heeft op uitkering uit die opbrengst. De
hypotheekhouder kan zich dus NIET beroepen op zijn aan zijn verhaalsrecht verbonden recht
van voorrang
Een hypotheek gevestigd VOORDAT op de onroerende zaak verhaalsbeslag is gelegd,
betekent dat de hypotheekhouder zijn hypotheekrecht op grond van de daaraan verbonden
absolute werking tegen de beslaglegger kan inroepen. De wet werkt dit uit door aan de
hypotheekhouder in 509 lid 1 Rv het recht toe te kennen de executie van de beslaglegger
over te nemen (derde-schuldeiser die executoriaal verhaalsbeslag legt ex 502 Rv is ex 508 Rv
ev./conservatoir verhaalsbeslag is ex 726 lid 2 Rv verplicht dit beslag binnen vier dagen na
inschrijving daarvan aan de hypotheekhouders te betekenen. Als de hypotheekhouder de
executie NIET op tijd overneemt, is de beslaglegger ex 509 lid 3 Rv bevoegd de executie voort
te zetten en komt het hypotheekrecht ex 526 jo. 3:273 door zuivering te vervallen. De
hypotheekhouder komt slechts de bevoegdheid toe om overeenkomstig 551 Rv bij de
verdeling van de executieopbrengst op te komen, daar kan hij zijn rang WEL nog tegen de
beslaglegger werpen). Daarnaast kan de hypotheekhouder zich tegenover de latere
beslaglegger beroepen op zijn recht om met voorrang uit de executieopbrengst te worden
voldaan.
Verval beslag: door de levering krachtens de executoriale verkoop en betaling van de
koopprijs komt als gevolg van de zuiveringsregel ex 3:273 het verhaalsbeslag van rechtswege
te vervallen. Het beslag lost zich op in de bevoegdheid mee te delen in de executieopbrengst.
In uitzonderlijke gevallen gaat de beslaglegger op grond van de aan zijn recht verbonden rang
vóór de hypotheekhouder (bijvoorbeeld in het geval dat de beslaglegger verhaal zoekt voor
een vordering betreffende kosten tot behoud van de verbonden zaak die zijn gemaakt
NADAT het hypotheekrecht is gevestigd ex 3:284 lid 2).
Uitoefening hypotheekrecht in faillissement
Schuldenaar kan NA faillissement GEEN geldig hypotheek meer vestigen. Dus als NA
faillissement inschrijving van een akte plaatsvindt waarin de schuldenaar een hypotheek
vestigt, dan kan de curator de ingeschreven hypotheek als niet tot stand gekomen negeren.
De vermeende hypotheekhouder komt voor zijn vordering slechts een concurrent
verhaalsrecht toe (hij zal zijn vordering ter verificatie moeten indienen bij de curator en
moeten wachten op de slotuitdelingslijst).
Als er al VOOR faillissement een hypotheekrecht tot stand gekomen is, kent de wet aan de
hypotheekhouder in overeenstemming met zijn positie van beperkt gerechtigde een
separatistpositie toe. Ex 57 lid 1 Fw kan de hypotheekhouder zijn recht uitoefenen alsof er
geen faillissement was (= parate executie. Voordelen; hoeft niet te wachten op
slotuitdelingslijst en deelt niet mee in de omslag van de algemene faillissementskosten ex
180 en 182 Fw)
Verhaal en verdeling executieopbrengst buiten faillissement om
De koper ter executie moet de koopprijs in de handen van de notaris voldoen. Dat de
hypotheekgever in staat van faillissement verkeert, doet aan de daartoe strekkende bepaling
van 3:270 lid 1 niets af
De notaris dient vervolgens in overeenstemming met de verdere leden van 3:270 te
handelen
De executerende hypotheekhouder heeft ex 57 lid 1 Fw recht om als separatist uit eigen
hoofde bij de verdeling van de netto-opbrengst op te komen en daaruit conform zijn rang
buiten faillissement om te worden voldaan. Andere hypotheekhouders wier hypotheekrecht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Notarieelrechtenstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.