Appearance = Verschijning
Awareness = Bewustzijn
Solved = Opgelost
Articulate = Articuleren
Coherent = Samenhangend
Eloquent = Welsprekend
Extrovert = Extravert
Fluent = Vloeiend
Focused = Gericht (focus)
Hesitant = Aarzelend
Inhibited = Geremd
Persuasive = Overhalen
Rambling = Onsamenhangend
Reserved = Terughoudend
Sensitive = Gevoelig
Succinct = Beknopt
Vague = Vaag
Meanings = Betekenissen
Concise = Beknopt
Reluctant = Onwillig
Confused = Verward
Influence = Beïnvloeden
Outgoing = Uitgaande
Eager = Gretig, verlangend
Clarify = Verduidelijken
Confuse = Verwarren
Digress = Afdwalen
Engage = Verbinden
Explain = Uitleggen
Interrupt = Onderbreken
Ramble = afdwalen
Maintain = Handhaven
Seldom = Zelden
Suitable = Geschikt
Opportunity = Kans, gelegenheid
Avoid = Vermijden, ontwijken
Abbreviations = Afkortingen
Jargon = Jargon
Unfamiliar = Onbekend
Terminology = Terminologie
Elaborate = Uitgebreid
Additional = Extra
Appropriate = Passend, geschikt
Ability = Vermogen
Employees = Medewerkers
Customers = Klanten
Suppliers = Leveranciers
Valuable = Waardevol, kostbaar
Asset = Aanwinst, bezit
Bush = Struik
Grapevine = Wijnstok
Loop = Lus, strik, strop
Mouth = Mond
, Nutshell = Notedop
Picture = Afbeelding
Point = Punt
Purposes = Doeleinden
Tail = Staart
Wall = Muur
wavelength = golflengte
Unit 2
Brand=Merk
Customer=Klant
Market=Markt
Marketing =Marketing
Product=Product
Questionnaire=Vragenlijst
Market sector=Marktsector
International market=Internationale markt
Launch a product=Lancering van een product
Special offer=Speciale aanbieding
retailer=Kleinhandelaar
Overseas market=Overzeese markt
Worldwide market=Wereldwijde markt
Slogan=Slogan
Free sample=Gratis monster
Distributor=Verdeler
Wholesaler=Groothandelaar
Exporter=Exporteur
Withdraw a product=Een product intrekken
Expanding market=Groeiende markt
Declining market=Krimpende markt
Developing market=Ontwikkelde markt
High- ceilinged=Hoge planfonds
Seduced=Verleid
Deliberate=Opzettelijk/ overleggen
Expanded=Uitgebreid
Realms=Rijken
Anchored=Ten anker
Firmly=Stevig
Heritage= Erfgoed
Remained=Bleef
Common=Gemeenschappelijk
Intent=Voornemen
Capturing=Capturing
Mature markets=Volwassen markten
Achieve=Bereiken
Put=Zetten
Quantity= Hoeveelheid
Maintain=Handhaven
Globalises=Globaliseert
Relentlessly=Meedogenloos
Decade=Decennium
Distinction=Onderscheid
Ought=Moeten
Admires=Bewondert