MCTRL-1 signs and symptoms
Beweging komt voort uit de interactie van diverse processen: perceptieve, cognitieve en motore
actie systemen in het individu. En de interactie van het individu, taak en omgeving
Leren en herstel:
- Leren komt voort uit de interactie perceptie – cognitie – motor systeem
- Verschillende vormen van leren hebben hun invloed op leren
- Herstel afdwingen door specifieke oefenvormen
- Timing, frequentie en intensiteit van oefenen hangt af van de schade
Fysiologie van het sensore motore systeem:
- Overzicht van hersenfuncties
- Somato sensore systemen: somato sensore system, visuele system, verstibulaire system
- Actie systemin: motor cortex, cerebellum, basale kernen, middenhersenen en hersenstam
Classificatie beperkingen:
- Indeling tekens/symptomen:
Symptomen worden beschreven door de patiënt. Je vraagt er naar …
Een ( vitaal) teken kan worden geobserveerd of gemeten worden
Overgeven is een teken, misselijk is een symptoom
Het beoordelen ven tekens en symptomen helpt je in de diagnostiek
Classifying:
- Positieve vs negatieve tekens/symptomen
Ontstaan van abnormale gedraging/ beweging
Verlies normaal gedrag verlies van motoriek
Motor cortex defecten:
- Motore zwakte (parese)
Definieer spier kracht ( 1 & 3)
Defenieer spierzwakte, rekrutering high threshold motor units
- Abnormale tonus : spasticiteit:
Versterkte tonische strek reflex activiteit
Toegenomen fasische peesreflexen
, - Verlies selectief bewegen ( individuation)
- Abnormale synergiën ( Twitchell en brunström)
- Co-activatie
Motore defecten:
- De mogelijkheden om voldoende kracht te ontwikkelen
- Motore zwakte: Parese, paralyse, hemiparese, hemiplegie
De rol van high threshold motor units
Extensoren zijn minder aangedaan als flexoren
- Distaal naar proximaal ‘minder’ uitval
Spasticiteit: is een ‘motorische ontregeling’ gekarakteriseerd door een snelheidsafhankelijke
toename van de spierspanning met verhoogde peesreflexen, t.g.v. overprikkelbaarheid van de
rekreflex als een onderdeel van het ‘upper motor neuron syndrome’ (UMNS)
Spacticiteit lastig begrip:
- Hyper actieve stretch reflex
- Abnormale stand van de ledematen
- Excessieve co-activatie antagonist
- Geassocieerde reacties
- Clonus
- Stereotype
- Spinaal/corticaal
Verlies van selectief bewegen:
- Verlies van het vermogen om een spier selectief te bewegen of een groep
- Fenomeen is herkenbaar door een abnormale koppeling van schijnbaar samenwerkende
spieren
- Een gevolg kan ook zijn het ontstaan van een synergie
Abnormale synergiën:
- De productie van onnodige bewegingen in een gewricht en spieren
- Niet direct betrokken in een functionele taak
Beweging komt voort uit de interactie van diverse processen: perceptieve, cognitieve en motore
actie systemen in het individu. En de interactie van het individu, taak en omgeving
Leren en herstel:
- Leren komt voort uit de interactie perceptie – cognitie – motor systeem
- Verschillende vormen van leren hebben hun invloed op leren
- Herstel afdwingen door specifieke oefenvormen
- Timing, frequentie en intensiteit van oefenen hangt af van de schade
Fysiologie van het sensore motore systeem:
- Overzicht van hersenfuncties
- Somato sensore systemen: somato sensore system, visuele system, verstibulaire system
- Actie systemin: motor cortex, cerebellum, basale kernen, middenhersenen en hersenstam
Classificatie beperkingen:
- Indeling tekens/symptomen:
Symptomen worden beschreven door de patiënt. Je vraagt er naar …
Een ( vitaal) teken kan worden geobserveerd of gemeten worden
Overgeven is een teken, misselijk is een symptoom
Het beoordelen ven tekens en symptomen helpt je in de diagnostiek
Classifying:
- Positieve vs negatieve tekens/symptomen
Ontstaan van abnormale gedraging/ beweging
Verlies normaal gedrag verlies van motoriek
Motor cortex defecten:
- Motore zwakte (parese)
Definieer spier kracht ( 1 & 3)
Defenieer spierzwakte, rekrutering high threshold motor units
- Abnormale tonus : spasticiteit:
Versterkte tonische strek reflex activiteit
Toegenomen fasische peesreflexen
, - Verlies selectief bewegen ( individuation)
- Abnormale synergiën ( Twitchell en brunström)
- Co-activatie
Motore defecten:
- De mogelijkheden om voldoende kracht te ontwikkelen
- Motore zwakte: Parese, paralyse, hemiparese, hemiplegie
De rol van high threshold motor units
Extensoren zijn minder aangedaan als flexoren
- Distaal naar proximaal ‘minder’ uitval
Spasticiteit: is een ‘motorische ontregeling’ gekarakteriseerd door een snelheidsafhankelijke
toename van de spierspanning met verhoogde peesreflexen, t.g.v. overprikkelbaarheid van de
rekreflex als een onderdeel van het ‘upper motor neuron syndrome’ (UMNS)
Spacticiteit lastig begrip:
- Hyper actieve stretch reflex
- Abnormale stand van de ledematen
- Excessieve co-activatie antagonist
- Geassocieerde reacties
- Clonus
- Stereotype
- Spinaal/corticaal
Verlies van selectief bewegen:
- Verlies van het vermogen om een spier selectief te bewegen of een groep
- Fenomeen is herkenbaar door een abnormale koppeling van schijnbaar samenwerkende
spieren
- Een gevolg kan ook zijn het ontstaan van een synergie
Abnormale synergiën:
- De productie van onnodige bewegingen in een gewricht en spieren
- Niet direct betrokken in een functionele taak