100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting voortplanting - 2 vw0

Rating
-
Sold
-
Pages
7
Uploaded on
06-06-2022
Written in
2019/2020

dit is een samenvatting uit 2 vwo over het onderwerp voortplanting

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
2

Document information

Uploaded on
June 6, 2022
Number of pages
7
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Biologie thema 4
Basisstof 1
Geslachtskenmerken: de kenmerken van mensen waaraan we het geslacht herkennen
Primaire geslachtskenmerken: de geslachtskenmerken die al bij de geboorte aanwezig zijn
Puberteit: dan verander je lichamelijk, geestelijk en sociaal
Groeispurt: je begint op ongeveer 12 jarige leeftijd snel te groeien
Secundaire geslachtskenmerken: de geslachtskenmerken die ongeveer vanaf je 10e jaar
ontstaan


basisstof 2
 Als een jongen ongeveer 13 jaar is, beginnen zijn teelballen te functioneren. Vanaf
die leeftijd produceren de teelballen elke dag vele miljoenen zaadcellen
(spermacellen). Zaadcellen zijn de mannelijke geslachtscellen. De teelballen liggen in
de balzak


Hormonen: stoffen die allerlei processen in je lichaam regelen. Hormonen worden
geproduceerd door hormoonklieren


 Een belangrijke hormoonklier is de hypofyse. Deze ligt tegen de onderzijde van de
hersenen aan. Onder invloed van de hypofyse worden bij een jongen of man in de
teelballen zaadcellen en het mannelijke geslachtshormoon testosteron gevormd.

 De zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen. De zaadleiders vervoeren
de zaadcellen. De zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht toe aan de zaadcellen.


sperma: het vocht uit de zaadblaasjes en de prostaat met de zaadcellen samen


 Bij de prostaat komen de zaadleiders uit in de urinebuis. Bij een zaadlozing komt
sperma door de urinebuis naar buiten. De urinebuis loopt door de penis. De top van
de penis (de eikel) is erg gevoelig.
de eikel is bedekt met een dunne huidplooi, de voorhuid

 Bij sommige volkeren wordt de voorhuid weggesneden, dit heet besnijdenis

 De penis hangt meestal slap, maar hij kan ook groter en stijf worden. We noemen dat
een stijve of een erectie. Een erectie wordt veroorzaakt door de zwellichamen in de
penis

 Bij geslachtsgemeenschap brengt de man zijn penis in de vagina van een vrouw. De
penis is dan in erectie. Bij geslachtsgemeenschap wordt de eikel voortdurend
geprikkeld. Daardoor kan de man een zaadlozing krijgen. Hierbij komt het sperma
met schokken uit de penis

,  Met de zweepstaart kan een zaadcel zich voortbewegen

 Een zaadlozing geeft de man een lekker gevoel. We noemen dat klaarkomen of het
krijgen van een orgasme. Een jongen of man kan ook zelf zorgen voor een orgasme.
Dit heet zelfbevrediging of masturbatie.

 Door met de hand de huid om de penis op en neer te bewegen, kan er een
zaadlozing komen. Dit wordt aftrekken genoemd.


Natte droom: soms komt ’s nachts als de man of jongen slaapt een zaadlozing vanzelf


basisstof 3
 In de eierstokken vindt de ontwikkeling van eicellen plaats. Eicellen zijn de
vrouwelijke geslachtscellen

 Ook bij een meisje spelen hormonen een belangrijke rol bij de vorming van
geslachtscellen

 Elke cel is omgeven door een laag andere cellen. Samen vormen ze een jonge
follikel

 Stimulerende hormonen uit de hypofyse zorgen ervoor dat cellen in de wand van de
rijpende follikels vrouwelijke geslachtshormonen (oestrogenen) produceren. Onder
invloed van oestrogenen ontstaan bij een meisje secundaire geslachtskenmerken

 Wanneer een vrouw ongeveer 50 jaar is, worden er minder hormonen aangemaakt,
dan zit ze in de overgang. Tijdens de overgang komt er geleidelijk minder vaak een
eicel tot ontwikkeling in de rijpende follikel

 Een rijpe follikel puilt buiten de eierstok uit. Die neemt dan veel vocht op, waardoor hij
openbarst en de eicel vrijkomt. Dit heet de ovulatie of eisprong. Uit het
follikelweefsel dat in de eierstok achterblijft, wordt het gele lichaam gevormd

 De vrijgekomen eicel wordt door het trechtervormige uitende van de eileider
opgevangen. Een eicel kan niet uit zichzelf bewegen. De eileiders vervoeren de
eicellen in de richting van de baarmoeder (uterus).

 Bij geslachtsgemeenschap kan sperma in de vagina (schede) komen.

 De bevruchting van een eicel door een zaadcel vindt plaats in een eileider. Bij
bevruchting versmelt de kern van een mannelijk geslachtscel met de kern van een
vrouwelijk geslachtscel

 De wand van de baarmoeder bestaat uit een dikke laag spieren die aan de
binnenkant met slijmvlies is bekleed. Het baarmoederslijmvlies is ondertussen erg dik
geworden en bevat veel bloedvaten. Het klompje cellen zet zich vast in het slijmvlies
van de baarmoeder. Dat heet innesteling. De vrouw is dan zwanger
$7.83
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
emmavangog

Get to know the seller

Seller avatar
emmavangog
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
4
Member since
3 year
Number of followers
2
Documents
26
Last sold
5 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions