100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Essential Cell Biology + Garland Science Learning System Redemption Code, ISBN: 9780815345725 Biochemie (X_401109)

Rating
-
Sold
-
Pages
24
Uploaded on
03-06-2022
Written in
2018/2019

Samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 8 en hoofdstuk 11 t/m 14

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
H1 t/m h8, h11 t/m h14
Uploaded on
June 3, 2022
Number of pages
24
Written in
2018/2019
Type
Summary

Subjects

Content preview

Biochemie samenvatting H1 t/m H8, H11 t/m H14 en H16
Hoofdstuk 1
Cel (levend): fundamentele eenheid van leven
 grote variatie in functie
 vorm is vaak gekoppeld aan functie cel (synaps met grote uitlopers)
 grote variatie in wat cellen nodig hebben
 anaëroob (geen zuurstof) - aëroob (wel zuurstof) of intermediair
 chemotroof (energie uit chemische verbindingen) - fototroof (energie uit licht)
 heterotroof (afhankelijk) - autotroof (geheel self-supporting)
 processen die gelijk zijn in alle cellen
 afbraak van voedingsstoffen (citroenzuurcyclus enz.)
 productie van energie (oxidatieve fosfolyring / fotosynthese)
 opslag en verwerking van genetische informatie
 DNA  RNA (transcriptie)  aminozuren (translatie)  eiwitten
 stammen allemaal af van dezelfde cel (evolutie)
 prokaryoten (geen celkern) (bacteriën)
 unicellulair (eencellige organismen - biofilm)
 nauwelijks interne structuren
 zeer divers
 enkelvoudig celmembraan, geen celkern, geen ER, geen Golgi systeem, geen
mitochondriën, geen lysosomen
 ribosomen (belangrijk voor translatie)
 resistentiegeven krijgen van kleine stukjes DNA
 overgeven aan andere bacteriën via F-pilus (een soort buisje)
 resistentiegenen zorgen ervoor dat bacteriën kunnen groeien onder
slechte of onmogelijke omstandigheden, resistentie dus
 resistentie voor ziektes ontwikkelen door resistentiegenen van
lichaamseigen bacteriën te gebruiken
 eubacteriën
 archaebacteriën
 ontstaan door evolutie
 eukaryoten (wel celkern) (dieren en planten)
 geëvolueerd uit een prokaryoot: endosymbiose theorie
 bacterie heeft andere bacterie ‘opgegeten’ (fagocytose) en hierdoor
ontstonden mitochondriën
 mitochondriën hebben hun eigen DNA (bewijs van theorie)
 mitochondriën hebben hun eigen ribosomen  eigen
eiwitproductie
 fotosythetische bacterie werd ‘opgegeten’ waardoor chloroplasten in
plantencellen ontstonden
 chloroplasten hebben hun eigen DNA (bewijs van theorie)
 celkern ontstond ook  eukaryoot met celorganellen
 unicellulair en multicellulair
 complexe interne structuren: celorganellen
 celkern
 ribosomen
 lezen mRNA af en maken hierdoor aminozuren en dus ook
eiwitten
 ribosomen in de mitochondriën en plastiden bevatten eigen DNA,
waardoor ze ook sommige eiwitten kunnen maken
 mitochondriën
 omgeven door 2 membranen


1

,  bevatten eigen DNA en ribosomen
 zetten chemische energie uit stoffen om in ATP
 endoplasmatisch reticulum
 ruw endoplasmatisch reticulum: met ribosomen erop
 eiwitten worden gemaakt door de ribosomen en gaan
naar het ER  eiwitten worden in transportblaasjes
gestopt  specifieke eiwitten aan de buitenkant van deze
blaasjes zorgen ervoor dat het blaasje naar de goede plek
komt  eiwitten gaan naar het Golgi apparaat
 glas ER: stofwisselingsprocessen
 ontstaat door uitstulpingen van het celmembraan
 Golgi apparaat
 eiwitten en vetten uit het ER worden verder bewerkt
 bewerkte eiwitten gaan het cytoplasma in of worden naar een
specifieke plek getransporteerd
 lysosomen
 alleen in dierlijke cellen
 verteert grote moleculen
 eiwitten die niet meer functioneren verteren  losse
aminozuren
 vacuoles
 blaasje met een membraan wat met vocht is gevuld
 plantencel
 centrale vacuole: opslag voedingsstoffen en groei cel
wanneer de vacuole water opneemt
 kleine vacuoles: vertering grote moleculen
 dierlijke cel
 geen grote centrale vacuole
 brengen voedingsstoffen de cel binnen
 peroxisomen
 kan H2O2 (waterstofperoxide) maken uit H2O en O2
 kan H2O2 (giftig) afbreken in H2O en O2
 dubbel celmembraan
 dubbele fosfolipide laag
 hydrofiele (houdt van water) kop naar buiten
 hydrofobe (haat water) staart naar binnen
 chloroplast
 alleen in een plantencel
 maken ATP d.m.v. fotosynthese
 cytoskelet
 stevigheid en bewegelijkheid van de cel
 microtubuli (tubuline)
 transport van blaasjes door de cel
 uit elkaar trekken van DNA-moleculen bij celdeling
 intermediaire filamenten (actine)
 beweging cel
 microfilamenten (keratine)
 cellen kunnen stoffen de cel in en uit transporteren door middel van endocytose
(naar binnen) en exocytose (naar buiten)
 elektrisch signaal doorgeven in zenuwcellen

https://www.youtube.com/watch?v=cbiyKH9uPUw

80% van de biomassa bestaat uit eubacteriën, archaebacteriën en protisten (prokaryoten)


2

, Virus (niet levend)
 bevat genetisch materiaal
 kan zichzelf niet reproduceren zonder een andere cel, dus niet levend
 virus kan niet zelf energie genereren

Lichtmicroscopie: cellen zichtbaar (??)
Atomic force microscopie

Modelorganismen (organismen die gebruikt worden voor genetisch onderzoek)
 ziektewerkkers te bestuderen
 herkenning van ziektewekkers
 functie van ziektewekkers
 nieuwe bestrijdingsmiddelen vinden
 bacteriën worden resistent tegen antibiotica
 Soorten modelorganismen
 Escherichia coli (darmbacterie)
 modelsysteem voor een prokaryote cel
 gen voor bepaald eiwit in E.coli stoppen en deze maakt het eiwit  eiwit
isoleren en bestuderen
 S. cerevisiae (bakkersgist)
 modelsysteem voor eukaryote cel
 signaaltransducties zijn erg hetzelfde als in menselijke cellen
 makkelijk genetische veranderingen mogelijk
 uitschakelen van een gen en kijken wat er met het organisme
gebeurt  je weet wat het gen doet
 map kinase routes (celdeling)
 Arabidopsis thaliana (zandraket)
 modelsysteem voor plantencellen
 genoom is veel groter dan humane genoom
 opslaan van genetische informatie en evolutie
 Drosophila melanogaster (fruitvlieg)
 modelsysteem voor dierlijke cel
 genetische informatie bestuderen
 C. elegans (platworm)
 modelsysteem voor dierlijke cel
 hoeveelheid cellen (954) en functie van alle cellen  specificaties van
cellen en functie van cellen bestuderen
 Danjo rerio (zebravis)
 modelsysteem voor dierlijke cel
 vissen infecteren met bacteriën die gelabeld zijn  doorzichtige vis
onder de microscoop  duidelijk zichtbaar hoe infectie werkt 
antibacteriële middelen toedienen  ook duidelijk zichtbaar hoe deze
werken
 Mus musculus (muizen & ratten)
 modelsysteem voor dierlijke cel
 menselijke processen bestuderen
 expresie van een mutantgen bekijken  kijken of het hetzelfde gebeurd
als te voorspellen is d.m.v. pathologie
 voorbeeld:
 HeLa cellen (kankercellen)
 modelsysteem voor dierlijke cel
 gedrag van deze cellen bekijken hoe dit te beïnvloeden is
 tumorbestrijding


3

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
aagdebruijn Vrije Universiteit Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
16
Member since
3 year
Number of followers
10
Documents
19
Last sold
7 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions