100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

BPOP hoorcollege samenvattingen

Rating
-
Sold
-
Pages
33
Uploaded on
02-06-2022
Written in
2020/2021

Dit document bevat de samenvattingen van de cursus BPOP. Gegeven op de Universiteit Utrecht

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 2, 2022
Number of pages
33
Written in
2020/2021
Type
Class notes
Professor(s)
M. appels
Contains
All classes

Subjects

Content preview

BPOP – Hoorcolleges Samenvatting

HC 1: psychotische stoornissen | Klinisch perspectief

 Psychose
= toestand waarin werkelijkheid niet van fantasie te onderscheiden is
- Wanen = irrationeel geloof
- Hallucinaties = sensorische ervaring in afwezigheid van externe prikkel

 Schizofrenie
 vrijwel iedereen met schizofrenie heeft een psychose gehad, maar niet ieder psychotisch individu is
ook schizofreen
- DSM-5  ernst van stoornis beschreven op 4-punts schaal (i.p.v. subtypen)
- Prevalentie
o 1% | mannen 1,5 keer meer kans | man: 20e jaar | vrouw | 25e jaar

 Stemmen horen
- Verkleinde hippocampus leidt tot verschillende vormen psychopathologie
 transdiagnostisch perspectief = transdiagnostische factoren overlappen in stoornissen
- Voor stemmen
 activiteit parahippocampus
- Tijdens stemmen
 activiteit Wernicke (taalperceptie), Broca (taalproductie), primaire gehoorschors
 vooral rechterhemisfeer: trigger uit geheugen
- Diagnostiek
o Inhoud van stemmen:  50% negatief | 82% kans op psychotische stoornis
 100% negatief | 90% kans

 Kwetsbaarheid
o Diathese stressmodel
 grote kwetsbaarheid  minder stress nodig voor aanvang stoornis
 kleine kwetsbaarheid  meer stress nodig
o Risicofactoren
 Plek van opgroeien
 drukkere plek = meer stress = grotere kans psychotische stoornis
 Cannabis gebruik
 veel discussie over causaliteit: neigt wel naar cannabis  psychose
 Ethniciteit
 mogelijk omgevingsfactoren west-europa verhogen kans in genetisch kwetsbare
groepen
 Socio-economische status
 hoe hoger SES, hoe kleiner de kans psychose
 downward mobility | sociale selectie
o Terugval & communicatiestijl
 grotere kans op terugval psychose wanneer familieleden:
 Veel kritiek hebben | vijandig zijn | emotioneel overbetrokken zijn

 Behandeling
o Biologisch
 Farmacotherapie | rTMS | electroconvulsieve therapie
o Psychosociaal
 Sociale vaardigheidstraining | CGT | familietherapie | coaching




1

, BPOP – Hoorcolleges Samenvatting

HC 2: Schizofrenie | Biologisch perspectief

 Schizofrenie: uiting
o Positieve symptomen
 aanwezigheid misplaatste uitingen
 Hallucinaties | waandenkbeelden
o Disorganized symptoms
 vroeger ook positieve symptomen
 Incoherente woordenstroom | erratic thought | inapproriate affect
o Negatieve symptomen
 afwezigheid gewenste uitingen: onvermogen om…
 doelmatig handelen | uiten emoties | bewegen / spreken
 cognitief negatief: richten en vasthouden van aandacht

 Oorzaak: Nature
o bijdrage erfelijkheid in een stoornis
= verschil in samenhang tussen monozygote en dyzygote tweelingparen
 prevalentie bij schizofrenie:
 monozygoot: 48%
 dyzigoot: 17%
 niet-tweelingen: 9%
 Oorzaak: Nurture
o Risicofactoren omgeving
 Stress zwangerschap | geboortecomplicaties | verschillen behandeling primary caregiver |
stress op latere leeftijd | blootstelling aan stoffen
o Genetische kwetsbaarheid
 nature x nurture (diathesis) Gene x Environment
 COMT – genotype
 verschillende Allelen-combinaties
- Met / Met | Val / Met | Val / Val
- Relatie cannabis – schizofrenie  alleen bij Val / Val combinatie
- Relatie Val / Val schizofrenie  alleen bij cannabisgebruik

 Behandeling
o Oorzakelijkheid positieve symptomen
 Verbinding Nucleus Accumbens  Ventrale tegmentale gebied
- Overactivatie (te veel D2) NA  positieve symptomen
- Schizofrenie = groter aantal dopamine 2 receptoren
 Medicatie: Klassiek
 hoe hoger de affiniteit, hoe lager de dosis voor klinische behandeling
- Dopamine 2 antagonist (Chloopromazine, Haloperidol)
blokkeert dopamine 2 receptoren in Nucleus Accumbens
o D2R blokkade in mesolimbocorticaal systeem
o Maar ook mesotriataal systeem  motorische bijwerkingen
o Stopt alleen positieve symtpomen
o Oorzakelijkheid negatieve symptomen
 Prefrontale cortex (focus / aandacht)
- Onderactivatie (te weinig D1) PFC  negatieve symptomen
- COMT enzym breekt dopamine af | Val / Val variant meest actief
 Medicatie: Atypisch
- Clozapine
 verhoogt D1 in frontale cortex
o Reduceert positieve en negatieve symptomen

2

, BPOP – Hoorcolleges Samenvatting

o Bijwerking: immuunsysteem functioneert slecht
- Risperidon / olanzapine
o Minder gewenste werking / ook minder effect op immuunsysteem
o Alternatief Medicatie: TMS (Transcraniële Magnetische Stimulatie)
 remmen van activiteit in bepaalde hersengebieden
 Gebied van Broca (taalproductie) meest actief
 bij schizofrenie gaat er waarschijnlijk iets mis met bronlokalisatie
- EEG studies: correlatie hersengolven Broca en auditieve cortex abnormaal laag
 kan trainen met EEG/fMRI neurofeedback

HC 3: beroepsethiek Klinische Praktijk

 Ethiek
= tak van de filosofie die zich bezighoudt met de kritische bezinning over het juist handelen
 Waarde
= ideaal dat wezenlijk is voor de kwaliteit van leven (ideaal / motiverende kracht)
 Norm
= op waarde gebaseerde handelingsvoorschrift (voorschrijvend)
 Deugd
= goede eigenschap die de handelswijze van een mens bepaalt


 Vormen van ethiek
o Descriptieve ethiek
= beschrijvende ethiek, feitelijke moraal
(BV. Beschrijving opvattingen psychologen over het beroepsgeheim)
o Prescriptieve / Normatieve ethiek
= voorschrijvende ethiek
(BV. De beroepscode)
o Meta-ethiek
= ethiek die fundamentele vraagstukken bestudeert
(BV. Zijn waarden universeel of cultuurgebonden?)

 Stromingen in de ethiek
o Deugd-ethiek
 Deugd = Morele kwaliteit / eigenschap die leidt naar juist handelen
 hoe leef ik goed? Wat lijdt tot welzijn / geluk? Waarom doe ik dit?
o Gevolgenethiek
 Beoordeling van moreel juist handelen door naar het doel of de gevolgen van de handeling
te kijken
 gebaseerd op Utilisme (David Hume)
 uitgangspunt: maximaal genot voor iedereen: pijn vs. Genot
 Kritiekpunten
- Moeilijk om alle gevolgen te overzien
- Niet alleen kijken naar eigenbelang, maar alle betrokkenen
- Geen absolute grenzen: geen rekening met individuele rechten
o Deontologische / plicht / beginselethiek
 Beoordeling van moreel juist handelen door te kijken naar of de handeling zelf juist is –
ongeacht gevolgen
 morele regels onafhankelijk van doelen
 uitgangspunt: het verleden (BV. Nakomen beloften)
 Kritiekpunt
- Weinig flexibiliteit of ruimte uitzonderingen


3

, BPOP – Hoorcolleges Samenvatting



 Diversiteit vs. Universalisme
o Bij definiëren wat normaal is  afweging diversiteit / universalisme
 cultuur bepaalt o. a. normen en waarden / het normaal
 cultuur bepaalt ook de wijze waarop symptomen en gedrag zich uiten
o Moreel relativisme
 Descriptief moreel relativisme
- Veel variatie in normen/waarden van verschillende groepen/individuen (feit)
 Normatief moreel relativisme
- Morele kwesties worden beoordeeld op basis van normen en waarden van de groep
(norm)
o Universalisme
 Empirisch universalisme
- Overal gelden dezelfde waarden (feit)
 Normatief universalisme
- Bepaalde centrale waarden moeten overal worden aanvaard (norm)

 Wat is normaal / gezond?
o WHO definitie gezond
= gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn (niet
slechts te afwezigheid van ziekte en andere gebreken)
 geestelijke gezondheid heeft geen definitie (is niet afwezigheid stoornis)

 Beroepsethiek
o Als psycholoog werk je uit drie posities
1. Organisatie (wat hoor ik hier te doen?)
2. Professie (wat mag ik doen?)
3. Menszijn (wat voel ik?)
o Beroepscode NIP: 4 specifieke aspecten van beroepscode
 Verantwoordelijkheid
 Integriteit
 Respect
 Deskundigheid

HC 4: angststoornissen en OCD | Klinisch perspectief

 Emotie
o In de wetenschap: Fysiologie / Cognitie (bewust/onbewust) / Emotie
o Functie: faciliteren van adaptatie soort
o Prikkel  Ervaring (emotie)  Actie-tendens  Functie
BV. Weefselbeschadiging  pijn  terugtrekken  herstel
 Angststoornissen
 de angstrespons is niet gestoord
o Intensiteit van de angstreactie niet in verhouding ernst van dreiging
o Stoornis = wanneer het individu lijdt onder de angstreactie
 diverse angststoornissen hebben een cognitieve kern

Paniekstoornis Catastrofale misinterpretatie lichamelijke situaties
Sociale fobie Angst voor afkeuring anderen vanwege uitingen sociale angst
OCD Heterogene stoornis, maar: angst voor schuld onverantwoordelijk gedrag
Enkelvoudige fobie Aard-afhankelijk, gericht op specifiek object
Gegeneraliseerde angststoornis Wisselend, maar veel te ver doordenken (piekerstoornis)

4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
Liz2606 Universiteit Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
22
Member since
5 year
Number of followers
22
Documents
5
Last sold
2 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions