H15 Leiderschap
15.1 Wat is leiderschap?
Het beïnvloeden van anderen om doelen te bereiken.
Leider
Iemand die in staat is invloed op anderen uit te oefenen ene die de bevoegdheden
van een manager heeft.
15.2 Vroege theorieën over leiderschap
15.2.1 Theorieën over leiderschapskenmerken
8 met effectief leiderschap geassocieerde karaktereigenschappen:
1. Gedrevenheid
2. Verlangen om leiding te geven
3. Eerlijkheid en integriteit
4. Zelfvertrouwen
5. Intelligentie
6. Relevante kennis
7. Extraversie
8. De schuld op je willen nemen
15.2.2 Theorieën over leiderschapsgedrag
Theorieën over leiderschap waarin gedragingen worden benoemd op grond waarvan
je onderscheid tussen effectieven en niet-effectieve leiders kunnen maken.
, 15.3 Contingentietheorieën over leiderschap
Drie leiderschapstheorieën die kijken naar omgevingsfactoren (contingentietheorieën)
- De situationele leiderschapstheorie van Hersey en Blanchard
- Het participerend leidinggeven van Victor Vroom en Phillip Yetton
- Hett pad-doelmodel van Robert House
15.3.1 De situationele leiderschapstheorie van Hersey en Blanchard
(SLT) Een leiderschapstheorie die zich op de taakbereidheid van ondergeschikten
toespitst.
Taakbereidheid (TB)
De mate waarin mensen de bekwaamheid en de bereidheid hebben om een
specifieke taak uit te voeren.
4 fasen taakbereidheid bij ondergeschikten.
1. TB1: Mensen zijn niet in staat en niet gemotiveerd om de verantwoordelijkheid voor
een bepaalde taak te aanvaarden. Ze zijn niet competent en niet zelfverzekerd.
2. TB2 mensen zijn niet in staat maar wel gemotiveerd om bepaalde taken uitvoeren. Ze
zijn wel gemotiveerd maar niet competent, ze missen op dit moment de juiste
vaardigheden.
3. TB3: mensen zijn wel in staat maar niet bereid om te doen wat de leider wil.
4. TB4: mensen zijn zowel in staat als bereid om te doen wat van hen gevraagd wordt.
15.1 Wat is leiderschap?
Het beïnvloeden van anderen om doelen te bereiken.
Leider
Iemand die in staat is invloed op anderen uit te oefenen ene die de bevoegdheden
van een manager heeft.
15.2 Vroege theorieën over leiderschap
15.2.1 Theorieën over leiderschapskenmerken
8 met effectief leiderschap geassocieerde karaktereigenschappen:
1. Gedrevenheid
2. Verlangen om leiding te geven
3. Eerlijkheid en integriteit
4. Zelfvertrouwen
5. Intelligentie
6. Relevante kennis
7. Extraversie
8. De schuld op je willen nemen
15.2.2 Theorieën over leiderschapsgedrag
Theorieën over leiderschap waarin gedragingen worden benoemd op grond waarvan
je onderscheid tussen effectieven en niet-effectieve leiders kunnen maken.
, 15.3 Contingentietheorieën over leiderschap
Drie leiderschapstheorieën die kijken naar omgevingsfactoren (contingentietheorieën)
- De situationele leiderschapstheorie van Hersey en Blanchard
- Het participerend leidinggeven van Victor Vroom en Phillip Yetton
- Hett pad-doelmodel van Robert House
15.3.1 De situationele leiderschapstheorie van Hersey en Blanchard
(SLT) Een leiderschapstheorie die zich op de taakbereidheid van ondergeschikten
toespitst.
Taakbereidheid (TB)
De mate waarin mensen de bekwaamheid en de bereidheid hebben om een
specifieke taak uit te voeren.
4 fasen taakbereidheid bij ondergeschikten.
1. TB1: Mensen zijn niet in staat en niet gemotiveerd om de verantwoordelijkheid voor
een bepaalde taak te aanvaarden. Ze zijn niet competent en niet zelfverzekerd.
2. TB2 mensen zijn niet in staat maar wel gemotiveerd om bepaalde taken uitvoeren. Ze
zijn wel gemotiveerd maar niet competent, ze missen op dit moment de juiste
vaardigheden.
3. TB3: mensen zijn wel in staat maar niet bereid om te doen wat de leider wil.
4. TB4: mensen zijn zowel in staat als bereid om te doen wat van hen gevraagd wordt.