Ontwerp lessenreeks LO Klimmen en klauteren
Datum Lessen: 5-10-2020/ 12-10-2020/ 19-10-2020
Klas: Groep 3B
Aantal leerlingen: 9 leerlingen. 6 jongens/ 3 meisjes
Beginsituatie
Algemeen
Deze leerlingen gaan naar school op de Taalbrug Junior in Helmond. Leerlingen die hier naar school gaan zijn bekend met spraak en taalproblemen. Dit houdt in dat
informatie wat moeilijker bij hen binnenkomt en ze dit moeilijker verwerken. Daarbij is het in sommige gevallen lastiger om zichzelf duidelijk door gedachten om te
zetten in woorden. Dit kan ondersteund worden door gebaren. Herhaling is belangrijk voor deze leerlingen. Daarbij hebben zij behoefte aan structuur omdat er ook
leerlingen met ASS op school zitten. Om deze reden begint iedere les met de roze ballen, en met tikkertje. De eerste beweegdrang is er dan ook uit waardoor de
concentratie hoger ligt.
Groep 3B is een rustige groep leerlingen. Willen graag meedoen en doen wat er van het gevraagd wordt. Een enkeling zal ervoor zorgen dat hij/zij niet vergeten wordt
door zichzelf meer op te dringen dan anderen.
Motorisch:
Motorisch gezien zijn er grote verschillen binnen de leerlingen. De oorzaak hiervan is dat de leerlingen op deze school worden gegroepeerd op overeenkomsten, maar
dit zijn vaak geen motorische overeenkomsten. Er zit een enkele leerling in de klas die wat ouder is en dus motorisch verder ontwikkeld is dan andere leerlingen. Ook
zit er een enkele leerling in de klas die wat steviger is dan andere leerlingen, deze zal wat meer moeite hebben met het houden van zichzelf.
Klimmen en klauteren:
De leerlingen zijn volgens de docent in deze groep niet in staat gevaar in te schatten. Daarbij klimmen de leerlingen voornamelijk uit de armen en hebben zij moeite
met het gebruik maken van steunvlakken en grip.
Sociaal:
Leerlingen zijn erg individualistisch ingesteld. Zij willen er graag voor zorgen dat zij zelf aan de beurt komen en kijken hierbij minder naar de ander. Dit kan zorgen voor
opstootjes. Leerlingen zijn verder wel lief voor elkaar en kunnen op hun eigen niveau samenwerken.
Cognitief:
De meeste leerlingen lopen op cognitief niveau wat achter op leerlingen in het regulier onderwijs. Dit komt omdat informatie vaker herhaald moet worden en dit wat
moeilijker binnenkomt. Zij kunnen dus niet zo snel leren als andere leerlingen.
Individuele bijzonderheden
Groep 3B
Naam Opmerking
Leerling M. Dringt zich vaak meer op dan anderen. Goed bevriend met leerling K. kan
zichzelf hier soms in verliezen.
Leerling K. Bekend met huiselijk geweld, wil graag gezien en gehoord worden. Goed
, bevriend met leerling M. kan zichzelf hier soms in verliezen.
Leerling W. Gymt met een spalk om zijn rechter been. Kan verder wel alles doen.
Leerling D. Ouder dan de andere leerlingen, merkt hierin zelf het verschil en voelt zich
soms buitengesloten.
Leerdoelen lessenreeks
Kennis en inzicht:
Aan het eind van de lessenreeks zijn de leerlingen in staat de veiligheid van een situatie in te schatten en hierin een juiste keuze te maken zowel voor, tijdens, als na
de oefening.
Beweeg bekwaam:
Aan het eind van de lessenreeks zijn de leerlingen in staat voldoende grip of steun te creëren zodat zij zich kunnen verplaatsen over de klim en klauter oefeningen.
Leerdoelen per les
Kennis en inzicht:
Les 1
Aan het eind van de les zijn de leerlingen in staat veilige situaties te behouden door gebruik te maken van de aangegeven regels en didactische werkvormen zowel
voor, tijdens als na de oefening.
Les 2
Aan het eind van de les zijn de leerlingen in staat veilige situaties te behouden en zelf in te schatten door gebruik te maken van de aangegeven regels zowel voor,
tijdens als na de oefening.
Les 3
Aan het eind van de lessenreeks zijn de leerlingen in staat de veiligheid van een situatie in te schatten en hierin een juiste keuze te maken zowel voor, tijdens, als na
de oefening.
Beweeg bekwaam:
Les 1
Aan het eind van de les weten de leerlingen op welke manier zij gebruik kunnen maken van grip of steun zodat zij zich kunnen verplaatsen over de klim en klauter
oefeningen.
Les 2
Aan het eind van de les zijn de leerlingen in staat grip of steun te creëren zodat zij zich kunnen verplaatsen over de klim en klauter oefening.
Les 3
Aan het eind van de lessenreeks zijn de leerlingen in staat voldoende grip of steun te creëren zodat zij zich kunnen verplaatsen over de klim en klauter oefeningen.
, Les 1
Opstartactiviteit
Leerinhoud Instructie
Tikkertje: We gaan tikkertje spelen. Ik geef de ring aan de tikker. Als je iemand hebt
De leerlingen gaan aan de slag met tikkertje en gebruiken hierbij een ring. De tikkers getikt met de ring, geef je deze aan degene die je getikt hebt, en wordt deze
krijgen de ring. Wanneer zij een leerling getikt hebben geven ze de ring aan de volgende persoon tikker. Je mag degene die jou net getikt heeft, niet meteen terug
en gaat deze persoon tikken. Degene die net tikker is geweest mag niet meteen terug tikken. Hier moeten 5 tellen tussen zitten.
getikt worden. Hier moeten 5 tellen tussen zitten.
Beweegarrangement
Leerinhoud Instructie Didactische werkvormen Leerhulp
Klimmen aan het wandrek: Voorkennis activeren: Klassikale demonstratie: Metafoor (wandrek):
De leerlingen gaan routes klimmen op het wandrek. De Wat weten jullie al van klimmen en Tijdens de instructie geef ik een Krokodillenhandjes.
leerlingen mogen hierbij enkel staan op de plaatsen klauteren? klassikale demonstratie zodat de Leerlingen houden zich aan het wandrek
waar een lintje hangt. Hierbij hebben de leerlingen de leerlingen de informatie nog beter tot zich vast door gebruik te maken van
keuze tussen 3 routes met een verschillende Instructie geven: kunnen nemen door het gebruik van krokodillenhandjes. Op deze manier
moeilijkheidsgraad. Een gele route, een blauwe en een Ik leg de spellen uit en maak hierbij zowel praatje als plaatje. kunnen ze zich het best vasthouden.
rode. gebruik van praatje, plaatje, daadje. Zo
kunnen de leerlingen zowel verbaal als Doceren/instrueren: Metafoor (bank):
visueel zien wat zij moeten doen. Het Ik instrueer de leerlingen terwijl ik het Klimmen als een aapje. Goed vasthouden
praatje en daadje zijn tegelijkertijd. Ik geef plaatje geef. Hier vertel ik was ze bij ieder om de hele bank heen.
Klimmen onder de bank: aan dat het belangrijk is om te klimmen onderdeel gaan doen, hoe ze dit
De leerlingen proberen als een aapje van kast naar vanuit je benen. Ik geef aan op welke uitvoeren, en waar ze op moeten letten. Differentiatie:
kast te klimmen. Ze hangen onder de bank. De bank manier de leerlingen het meeste balans Leerlingen leren op eigen niveau
hangt van boven naar beneden. Op deze manier is het hebben (benen uit elkaar). Tijdens mijn Coaching/feedback:
makkelijker om naar de overkant te komen. instructie kruip ik in de beleving van Ik geef de leerlingen feedback wanneer ik Auditieve ondersteuning:
de leerlingen door van de matten een zie dat iets goed gaat, maar ook wanneer Ik ondersteun de leerlingen door verbaal
zee met krokodillen te maken. ik zie dat iets beter kan. aan te geven wat ze kunnen doen als ze
het niet meer weten en ik moedig ze aan.
Controleren belangrijke begrippen:
Vragen stellen:
Hoe kun je zorgen voor het beste balans?
Ik vraag leerlingen waarom zij iets op een
Klim je vanuit je armen of vanuit je
bepaalde manier doen, en kom Differentiatie:
benen?
vragenderwijs tot een wellicht betere Om het klimmen onder de bank
oplossing met de leerlingen. makkelijker te maken matjes
Begeleid oefenen:
opgestapelde matje onder de bank
De leerlingen gaan aan de slag. Ik
Differentiatie: gelegd. Deze matjes liggen op sommige
begeleid en verbaal en fysiek door
Ik pas differentiatie toe door gebruik te plekken hoger dan op andere zodat ze
aanwijzingen te geven.
maken van verschillende routes voor de rustmomenten kunnen pakken, of juist bij
leerlingen. Op deze manier kunnen zij op de hoge matten kunnen beginnen.
Zelfstandig oefenen:
hun eigen niveau klimmen.
De leerlingen gaan zelfstandig aan de
slag. Ik begeleid de leerlingen die wat
extra aandacht hierbij nodig hebben. Ik Matjes:
Leerlingen mogen niet op de matjes
Datum Lessen: 5-10-2020/ 12-10-2020/ 19-10-2020
Klas: Groep 3B
Aantal leerlingen: 9 leerlingen. 6 jongens/ 3 meisjes
Beginsituatie
Algemeen
Deze leerlingen gaan naar school op de Taalbrug Junior in Helmond. Leerlingen die hier naar school gaan zijn bekend met spraak en taalproblemen. Dit houdt in dat
informatie wat moeilijker bij hen binnenkomt en ze dit moeilijker verwerken. Daarbij is het in sommige gevallen lastiger om zichzelf duidelijk door gedachten om te
zetten in woorden. Dit kan ondersteund worden door gebaren. Herhaling is belangrijk voor deze leerlingen. Daarbij hebben zij behoefte aan structuur omdat er ook
leerlingen met ASS op school zitten. Om deze reden begint iedere les met de roze ballen, en met tikkertje. De eerste beweegdrang is er dan ook uit waardoor de
concentratie hoger ligt.
Groep 3B is een rustige groep leerlingen. Willen graag meedoen en doen wat er van het gevraagd wordt. Een enkeling zal ervoor zorgen dat hij/zij niet vergeten wordt
door zichzelf meer op te dringen dan anderen.
Motorisch:
Motorisch gezien zijn er grote verschillen binnen de leerlingen. De oorzaak hiervan is dat de leerlingen op deze school worden gegroepeerd op overeenkomsten, maar
dit zijn vaak geen motorische overeenkomsten. Er zit een enkele leerling in de klas die wat ouder is en dus motorisch verder ontwikkeld is dan andere leerlingen. Ook
zit er een enkele leerling in de klas die wat steviger is dan andere leerlingen, deze zal wat meer moeite hebben met het houden van zichzelf.
Klimmen en klauteren:
De leerlingen zijn volgens de docent in deze groep niet in staat gevaar in te schatten. Daarbij klimmen de leerlingen voornamelijk uit de armen en hebben zij moeite
met het gebruik maken van steunvlakken en grip.
Sociaal:
Leerlingen zijn erg individualistisch ingesteld. Zij willen er graag voor zorgen dat zij zelf aan de beurt komen en kijken hierbij minder naar de ander. Dit kan zorgen voor
opstootjes. Leerlingen zijn verder wel lief voor elkaar en kunnen op hun eigen niveau samenwerken.
Cognitief:
De meeste leerlingen lopen op cognitief niveau wat achter op leerlingen in het regulier onderwijs. Dit komt omdat informatie vaker herhaald moet worden en dit wat
moeilijker binnenkomt. Zij kunnen dus niet zo snel leren als andere leerlingen.
Individuele bijzonderheden
Groep 3B
Naam Opmerking
Leerling M. Dringt zich vaak meer op dan anderen. Goed bevriend met leerling K. kan
zichzelf hier soms in verliezen.
Leerling K. Bekend met huiselijk geweld, wil graag gezien en gehoord worden. Goed
, bevriend met leerling M. kan zichzelf hier soms in verliezen.
Leerling W. Gymt met een spalk om zijn rechter been. Kan verder wel alles doen.
Leerling D. Ouder dan de andere leerlingen, merkt hierin zelf het verschil en voelt zich
soms buitengesloten.
Leerdoelen lessenreeks
Kennis en inzicht:
Aan het eind van de lessenreeks zijn de leerlingen in staat de veiligheid van een situatie in te schatten en hierin een juiste keuze te maken zowel voor, tijdens, als na
de oefening.
Beweeg bekwaam:
Aan het eind van de lessenreeks zijn de leerlingen in staat voldoende grip of steun te creëren zodat zij zich kunnen verplaatsen over de klim en klauter oefeningen.
Leerdoelen per les
Kennis en inzicht:
Les 1
Aan het eind van de les zijn de leerlingen in staat veilige situaties te behouden door gebruik te maken van de aangegeven regels en didactische werkvormen zowel
voor, tijdens als na de oefening.
Les 2
Aan het eind van de les zijn de leerlingen in staat veilige situaties te behouden en zelf in te schatten door gebruik te maken van de aangegeven regels zowel voor,
tijdens als na de oefening.
Les 3
Aan het eind van de lessenreeks zijn de leerlingen in staat de veiligheid van een situatie in te schatten en hierin een juiste keuze te maken zowel voor, tijdens, als na
de oefening.
Beweeg bekwaam:
Les 1
Aan het eind van de les weten de leerlingen op welke manier zij gebruik kunnen maken van grip of steun zodat zij zich kunnen verplaatsen over de klim en klauter
oefeningen.
Les 2
Aan het eind van de les zijn de leerlingen in staat grip of steun te creëren zodat zij zich kunnen verplaatsen over de klim en klauter oefening.
Les 3
Aan het eind van de lessenreeks zijn de leerlingen in staat voldoende grip of steun te creëren zodat zij zich kunnen verplaatsen over de klim en klauter oefeningen.
, Les 1
Opstartactiviteit
Leerinhoud Instructie
Tikkertje: We gaan tikkertje spelen. Ik geef de ring aan de tikker. Als je iemand hebt
De leerlingen gaan aan de slag met tikkertje en gebruiken hierbij een ring. De tikkers getikt met de ring, geef je deze aan degene die je getikt hebt, en wordt deze
krijgen de ring. Wanneer zij een leerling getikt hebben geven ze de ring aan de volgende persoon tikker. Je mag degene die jou net getikt heeft, niet meteen terug
en gaat deze persoon tikken. Degene die net tikker is geweest mag niet meteen terug tikken. Hier moeten 5 tellen tussen zitten.
getikt worden. Hier moeten 5 tellen tussen zitten.
Beweegarrangement
Leerinhoud Instructie Didactische werkvormen Leerhulp
Klimmen aan het wandrek: Voorkennis activeren: Klassikale demonstratie: Metafoor (wandrek):
De leerlingen gaan routes klimmen op het wandrek. De Wat weten jullie al van klimmen en Tijdens de instructie geef ik een Krokodillenhandjes.
leerlingen mogen hierbij enkel staan op de plaatsen klauteren? klassikale demonstratie zodat de Leerlingen houden zich aan het wandrek
waar een lintje hangt. Hierbij hebben de leerlingen de leerlingen de informatie nog beter tot zich vast door gebruik te maken van
keuze tussen 3 routes met een verschillende Instructie geven: kunnen nemen door het gebruik van krokodillenhandjes. Op deze manier
moeilijkheidsgraad. Een gele route, een blauwe en een Ik leg de spellen uit en maak hierbij zowel praatje als plaatje. kunnen ze zich het best vasthouden.
rode. gebruik van praatje, plaatje, daadje. Zo
kunnen de leerlingen zowel verbaal als Doceren/instrueren: Metafoor (bank):
visueel zien wat zij moeten doen. Het Ik instrueer de leerlingen terwijl ik het Klimmen als een aapje. Goed vasthouden
praatje en daadje zijn tegelijkertijd. Ik geef plaatje geef. Hier vertel ik was ze bij ieder om de hele bank heen.
Klimmen onder de bank: aan dat het belangrijk is om te klimmen onderdeel gaan doen, hoe ze dit
De leerlingen proberen als een aapje van kast naar vanuit je benen. Ik geef aan op welke uitvoeren, en waar ze op moeten letten. Differentiatie:
kast te klimmen. Ze hangen onder de bank. De bank manier de leerlingen het meeste balans Leerlingen leren op eigen niveau
hangt van boven naar beneden. Op deze manier is het hebben (benen uit elkaar). Tijdens mijn Coaching/feedback:
makkelijker om naar de overkant te komen. instructie kruip ik in de beleving van Ik geef de leerlingen feedback wanneer ik Auditieve ondersteuning:
de leerlingen door van de matten een zie dat iets goed gaat, maar ook wanneer Ik ondersteun de leerlingen door verbaal
zee met krokodillen te maken. ik zie dat iets beter kan. aan te geven wat ze kunnen doen als ze
het niet meer weten en ik moedig ze aan.
Controleren belangrijke begrippen:
Vragen stellen:
Hoe kun je zorgen voor het beste balans?
Ik vraag leerlingen waarom zij iets op een
Klim je vanuit je armen of vanuit je
bepaalde manier doen, en kom Differentiatie:
benen?
vragenderwijs tot een wellicht betere Om het klimmen onder de bank
oplossing met de leerlingen. makkelijker te maken matjes
Begeleid oefenen:
opgestapelde matje onder de bank
De leerlingen gaan aan de slag. Ik
Differentiatie: gelegd. Deze matjes liggen op sommige
begeleid en verbaal en fysiek door
Ik pas differentiatie toe door gebruik te plekken hoger dan op andere zodat ze
aanwijzingen te geven.
maken van verschillende routes voor de rustmomenten kunnen pakken, of juist bij
leerlingen. Op deze manier kunnen zij op de hoge matten kunnen beginnen.
Zelfstandig oefenen:
hun eigen niveau klimmen.
De leerlingen gaan zelfstandig aan de
slag. Ik begeleid de leerlingen die wat
extra aandacht hierbij nodig hebben. Ik Matjes:
Leerlingen mogen niet op de matjes
