Samenvatting Zwemmen:
Zwemslagen
Starten en keren
Plankspringen
Snorkelen
Schoolslag:
- discontinue slag: verplaatsing is schokgewijs.
- Langzaamste slag van de wedstrijdslagen.
Beenslag:
3 fasen:
1. de benen worden gebogen
2. onderbenen en voeten worden open gezet.
- voeten: opgetrokken (dorsaal flexie)
- en naar buiten gedraaid (exorotatie)
- w vorm in de benen
3. De benen worden weer gestrekt en gesloten:
- langzaam verloop naar de W stand (contra beweging)
- en een versnelling in de sluitfase (stuwbeweging)
* Stuwvlakken: binnenkant onderbeen en binnenkant voet. En het na klappen de
voetzool.
(whip action) zwiepende uitvoering
wedge action (vroeger)
Armslag:
Primair stuwend: bij goede zwemmers
- armen gestrekt voor worden de handen via zijwaarts en benedenwaarts in
een vloeiende ,ronde en doorgaande beweging tot onder de kin gebracht,
en weer naar voren gestrekt tot de uitgangspositie.
Stuwfase: met de handpalm en binnenzijde handen/armen. (trek en duw fase)
Contrafase: het uitstrekken van de armen onder de kin door naar voren.
Rust fase: Het uitdrijven (de lengte hangt af van hoe sterk de beenslag is)
De combinatie:
- Armslag loopt vooruit op de beenslag.
- De slag wordt begonnen met de armen
- De benen worden gebogen als de armen naar de strekfase gaan.
- De 2 contra bewegingen vallen nagenoeg samen.
De ademhaling:
- Vind plaats aan het einde van de trek-duwfase.
- Door krachtig aansluiten van bovenarmen tegen de romp, komen hoofd en
schouders omhoog.
- Op dit moment buik en borst ontspannen.
- uitademing geleidelijk plaats vinden tijdens strek fase armen. (in het water)
Veel voorkomende fouten:
- De ligging is onvoldoende horizontaal.
, - De ligging is geen zuivere borstligging. (ontstaan van schaarslag)
Armslag:
- Armslag is te groot.
- Gespreide vingers.
- De ellebogen worden onvoldoende aangesloten.
- Er is geen uitdrijffase.
Beenslag:
- Wreefslag (geen opgetrokken tenen en naar buiten gedraaide voeten)
- De 3 tak beenslag (spreid sluit beweging, vroeger werd hij zo aangeleerd)
- Rijden (zwakke en te verre beenslag, contra beweging extra zwaar)
- Schaarslag
- Te weinig tempo verschil tussen contra en stuwbeweging.
Arm/beenslag combinatie:
- De armslag dient vooruit te lopen op de beenslag
In de ademhaling:
- Onregelmatig. (je moet proberen elke slag adem te halen)
- Uitademing is onvoldoende (te diep inademen en te weinig uit)
Reglementaire bepaling van de schoolslag:
BLZ: 34
Onder water zwemmen:
- Schoolslag
- Extreem grote slag
- Langzame contra beweging van de armen: Dicht langs het lichaam, handpalm
bij borst.
- Halverwege de contra beweging van de armen worden ook de benen gebogen.
- Tijdens het enigszins versneld naar voren strekken van de armen in de laatste
fase van de contrabeweging vind de beenstuwing plaats.
Zwemslagen
Starten en keren
Plankspringen
Snorkelen
Schoolslag:
- discontinue slag: verplaatsing is schokgewijs.
- Langzaamste slag van de wedstrijdslagen.
Beenslag:
3 fasen:
1. de benen worden gebogen
2. onderbenen en voeten worden open gezet.
- voeten: opgetrokken (dorsaal flexie)
- en naar buiten gedraaid (exorotatie)
- w vorm in de benen
3. De benen worden weer gestrekt en gesloten:
- langzaam verloop naar de W stand (contra beweging)
- en een versnelling in de sluitfase (stuwbeweging)
* Stuwvlakken: binnenkant onderbeen en binnenkant voet. En het na klappen de
voetzool.
(whip action) zwiepende uitvoering
wedge action (vroeger)
Armslag:
Primair stuwend: bij goede zwemmers
- armen gestrekt voor worden de handen via zijwaarts en benedenwaarts in
een vloeiende ,ronde en doorgaande beweging tot onder de kin gebracht,
en weer naar voren gestrekt tot de uitgangspositie.
Stuwfase: met de handpalm en binnenzijde handen/armen. (trek en duw fase)
Contrafase: het uitstrekken van de armen onder de kin door naar voren.
Rust fase: Het uitdrijven (de lengte hangt af van hoe sterk de beenslag is)
De combinatie:
- Armslag loopt vooruit op de beenslag.
- De slag wordt begonnen met de armen
- De benen worden gebogen als de armen naar de strekfase gaan.
- De 2 contra bewegingen vallen nagenoeg samen.
De ademhaling:
- Vind plaats aan het einde van de trek-duwfase.
- Door krachtig aansluiten van bovenarmen tegen de romp, komen hoofd en
schouders omhoog.
- Op dit moment buik en borst ontspannen.
- uitademing geleidelijk plaats vinden tijdens strek fase armen. (in het water)
Veel voorkomende fouten:
- De ligging is onvoldoende horizontaal.
, - De ligging is geen zuivere borstligging. (ontstaan van schaarslag)
Armslag:
- Armslag is te groot.
- Gespreide vingers.
- De ellebogen worden onvoldoende aangesloten.
- Er is geen uitdrijffase.
Beenslag:
- Wreefslag (geen opgetrokken tenen en naar buiten gedraaide voeten)
- De 3 tak beenslag (spreid sluit beweging, vroeger werd hij zo aangeleerd)
- Rijden (zwakke en te verre beenslag, contra beweging extra zwaar)
- Schaarslag
- Te weinig tempo verschil tussen contra en stuwbeweging.
Arm/beenslag combinatie:
- De armslag dient vooruit te lopen op de beenslag
In de ademhaling:
- Onregelmatig. (je moet proberen elke slag adem te halen)
- Uitademing is onvoldoende (te diep inademen en te weinig uit)
Reglementaire bepaling van de schoolslag:
BLZ: 34
Onder water zwemmen:
- Schoolslag
- Extreem grote slag
- Langzame contra beweging van de armen: Dicht langs het lichaam, handpalm
bij borst.
- Halverwege de contra beweging van de armen worden ook de benen gebogen.
- Tijdens het enigszins versneld naar voren strekken van de armen in de laatste
fase van de contrabeweging vind de beenstuwing plaats.
