H1: Inleiding
Toegepaste statistiek = analyseren van data om een wetenschappelijke vraag te beantwoorden
Data: waarnemingen op variabelen
Steekproef van de doelpopulatie
1. Onderzoeksvormen
2. Variabelen
2.1 Terminologie
uitkomstvariabele (outcome) = afhankelijke (dependent) variabele = y
onafhankelijke (independent) variabele = determinanten, verklarende variabelen, voorspellers,
predictoren x = causale relatie met y
2.2 Soorten variabelen
2.2.1 Categorische/categoriale/kwalitatieve var.
Nominaal: geen ordening, bv.: geslacht, bloedgroep
Ordinaal: natuurlijke rangorde, bv.: licht, gemiddeld, zwaar
Dichotoom: ja of nee dummy codering: 1 vs. 0
2.2.2 Numerieke/kwantitatieve var.
Continu: oneindig veel waarden, bv.: gewicht in kg, grootte in cm
3. Soorten statistiek
3.1.1 Beschrijvende statistiek
= overzichtelijk samenvatten van data: grafische/numerieke weergave
3.1.2 Verklarende/inferentiële statistiek
= schatten van effecten / relaties
betrouwbaarheid v/d onderzoeksresultaten
hypothesen testen
1
, H2: Beschrijvende statistiek
1. Grafische weergave
Type variabelen Grafische weergave
Categorische Staafdiagram (bar chart)
Taartdiagram (pie chart)
2 categorische Geclusterd/gesegmenteerd staafdiagram
Continue Histogram
Tak-en-blad diagram (stem-and-leaf plot)
2 continue Puntenwolk (scatterplot)
2. Numeriek weergave
Type variabelen Numerieke weergave
Categorische Frequentietabel
Categorische met missende waarden Frequentietabel
Continue Centrummaten
Continue Spreidingsmaten
3. Centrummaten
3.1.1 Modus
= meest voorkomende waarde in de dataset
ook voor categorische variabelen
weinig informatief
3.1.2 Rekenkundig gemiddelde
Alleen een goede indicator bij normaal verdeelde variabelen
2
Toegepaste statistiek = analyseren van data om een wetenschappelijke vraag te beantwoorden
Data: waarnemingen op variabelen
Steekproef van de doelpopulatie
1. Onderzoeksvormen
2. Variabelen
2.1 Terminologie
uitkomstvariabele (outcome) = afhankelijke (dependent) variabele = y
onafhankelijke (independent) variabele = determinanten, verklarende variabelen, voorspellers,
predictoren x = causale relatie met y
2.2 Soorten variabelen
2.2.1 Categorische/categoriale/kwalitatieve var.
Nominaal: geen ordening, bv.: geslacht, bloedgroep
Ordinaal: natuurlijke rangorde, bv.: licht, gemiddeld, zwaar
Dichotoom: ja of nee dummy codering: 1 vs. 0
2.2.2 Numerieke/kwantitatieve var.
Continu: oneindig veel waarden, bv.: gewicht in kg, grootte in cm
3. Soorten statistiek
3.1.1 Beschrijvende statistiek
= overzichtelijk samenvatten van data: grafische/numerieke weergave
3.1.2 Verklarende/inferentiële statistiek
= schatten van effecten / relaties
betrouwbaarheid v/d onderzoeksresultaten
hypothesen testen
1
, H2: Beschrijvende statistiek
1. Grafische weergave
Type variabelen Grafische weergave
Categorische Staafdiagram (bar chart)
Taartdiagram (pie chart)
2 categorische Geclusterd/gesegmenteerd staafdiagram
Continue Histogram
Tak-en-blad diagram (stem-and-leaf plot)
2 continue Puntenwolk (scatterplot)
2. Numeriek weergave
Type variabelen Numerieke weergave
Categorische Frequentietabel
Categorische met missende waarden Frequentietabel
Continue Centrummaten
Continue Spreidingsmaten
3. Centrummaten
3.1.1 Modus
= meest voorkomende waarde in de dataset
ook voor categorische variabelen
weinig informatief
3.1.2 Rekenkundig gemiddelde
Alleen een goede indicator bij normaal verdeelde variabelen
2