Consumptief krediet
Geldkrediet De kredietnemer beschikt vrij over het ontvangen van gelden. Bij
een blanco krediet zijn er geen zekerheden verbonden voor de kredietgever.
Goederenkrediet krediet op een goed of dienst. De kredietnemer leent de
geldwaarde van dit goed. Er is spraken van een twee- of drie partijen contract. Bij
het twee-partijen contract is de leverancier van het goed tevens de kredietgever.
Bij een drie-partijen contract is er een kredietgever, een kredietnemer en een
leverancier betrokken.
De meest voorkomende aanbieders van krediet zijn banken, creditcard
maatschappijen, financieringsmaatschappijen, postordebedrijven en
gemeentelijke kredietbanken.
Een kredietovereenkomst mag worden aangegaan door een handelingsbekwaam
persoon (18+ of gehuwde minderjarige). Als een handelingsonbekwaam persoon
toch een krediet afsluit, dan zit de kredietgever toch vast aan het krediet omdat
hij had moeten ingrijpen.
Er zijn bepalingen in een kredietovereenkomst nietig:
Renteverhoging tussentijdse rente mag nier verhoogd worden
Vervroegde opeisbaarheid dit mag niet zonder reden. Dit mag wel de
kredietnemer een betalingsachterstand heeft, emigreert, overlijdt, failliet
gaat, in de schuldsanering komt of onjuiste informatie heeft verstrekt
Looncessie Inkomsten van de kredietnemer mogen niet rechtstreeks
worden overgemaakt
Koppelverkoop niet toegestaan om verplicht andere producten af te
laten nemen bij een kredietovereenkomst.
Personen die met elkaar gehuwd zijn hebben een beperkte
beschikkingsbevoegdheid. Zij moeten bij bepaalde overeenkomsten de partner
om toestemming vragen. Dit geldt voor handelingen m.b.t. eigen woning,
persoonlijke borgstelling, huurkoop, koop op afbetaling en ongebruikelijke giften.
Overlijden bij overeenkomst op 1 naam de kredietverstrekker scheldt de
totale schuld kwijt indien de kredietnemer een overlijdensrisico verzekering heeft
afgesloten en komt te overlijden. Achterstanden in de terugbetaling moeten nog
wel betaald worden. Als er geen overlijdensrisico verzekering is, dan erven de
erfgenamen de schuld. Zij kunnen deze erfenis verwerpen.
Overlijden bij overeenkomst op 2 namen 2 mogelijkheden indien A is
verzekerd en B niet:
A overlijdt de schuld wordt kwijtgescholden voor B
B overlijdt A draait op voor de schuld
Het consumptief krediet valt in box 3. Dit kreidet wordt direct van de bezittingen
afgetrokken. Er geldt een belastingvrije voet van €3000,-. (zie blz. 33)
Krediet voor eigen woning valt in box 1. Er zijn hiervoor 2 eisen. de eigen woning
is het hoofdverblijf voor de belastingplichtige en de eigen woning is het
eigendom van de belastingplichtige. Om in aanmerking te komen voor
hypotheekrenteaftrek mooet er binnen 360 maanden minimaal annuïtair zijn
afgelost.
, Richtlijnen consumentenkrediet het harmoniseren van de nationale
wetgeving van de lidstaten op het terrein van consumptief krediet. Hierdoor is
het mogelijk om binnen Europa overal een krediet af te sluiten. Daarnaast zijn er
richtlijnen opgenomen voor het beschermen bij een krediet. De richtlijnen zijn
terug te vinden in het burgerlijk wetboek, de WFT en de WCK (wet
consumentenkrediet). De WFT is niet van toepassing bij een debetstand van
minder dan 1 maand.
Geldkrediet De kredietnemer beschikt vrij over het ontvangen van gelden. Bij
een blanco krediet zijn er geen zekerheden verbonden voor de kredietgever.
Goederenkrediet krediet op een goed of dienst. De kredietnemer leent de
geldwaarde van dit goed. Er is spraken van een twee- of drie partijen contract. Bij
het twee-partijen contract is de leverancier van het goed tevens de kredietgever.
Bij een drie-partijen contract is er een kredietgever, een kredietnemer en een
leverancier betrokken.
De meest voorkomende aanbieders van krediet zijn banken, creditcard
maatschappijen, financieringsmaatschappijen, postordebedrijven en
gemeentelijke kredietbanken.
Een kredietovereenkomst mag worden aangegaan door een handelingsbekwaam
persoon (18+ of gehuwde minderjarige). Als een handelingsonbekwaam persoon
toch een krediet afsluit, dan zit de kredietgever toch vast aan het krediet omdat
hij had moeten ingrijpen.
Er zijn bepalingen in een kredietovereenkomst nietig:
Renteverhoging tussentijdse rente mag nier verhoogd worden
Vervroegde opeisbaarheid dit mag niet zonder reden. Dit mag wel de
kredietnemer een betalingsachterstand heeft, emigreert, overlijdt, failliet
gaat, in de schuldsanering komt of onjuiste informatie heeft verstrekt
Looncessie Inkomsten van de kredietnemer mogen niet rechtstreeks
worden overgemaakt
Koppelverkoop niet toegestaan om verplicht andere producten af te
laten nemen bij een kredietovereenkomst.
Personen die met elkaar gehuwd zijn hebben een beperkte
beschikkingsbevoegdheid. Zij moeten bij bepaalde overeenkomsten de partner
om toestemming vragen. Dit geldt voor handelingen m.b.t. eigen woning,
persoonlijke borgstelling, huurkoop, koop op afbetaling en ongebruikelijke giften.
Overlijden bij overeenkomst op 1 naam de kredietverstrekker scheldt de
totale schuld kwijt indien de kredietnemer een overlijdensrisico verzekering heeft
afgesloten en komt te overlijden. Achterstanden in de terugbetaling moeten nog
wel betaald worden. Als er geen overlijdensrisico verzekering is, dan erven de
erfgenamen de schuld. Zij kunnen deze erfenis verwerpen.
Overlijden bij overeenkomst op 2 namen 2 mogelijkheden indien A is
verzekerd en B niet:
A overlijdt de schuld wordt kwijtgescholden voor B
B overlijdt A draait op voor de schuld
Het consumptief krediet valt in box 3. Dit kreidet wordt direct van de bezittingen
afgetrokken. Er geldt een belastingvrije voet van €3000,-. (zie blz. 33)
Krediet voor eigen woning valt in box 1. Er zijn hiervoor 2 eisen. de eigen woning
is het hoofdverblijf voor de belastingplichtige en de eigen woning is het
eigendom van de belastingplichtige. Om in aanmerking te komen voor
hypotheekrenteaftrek mooet er binnen 360 maanden minimaal annuïtair zijn
afgelost.
, Richtlijnen consumentenkrediet het harmoniseren van de nationale
wetgeving van de lidstaten op het terrein van consumptief krediet. Hierdoor is
het mogelijk om binnen Europa overal een krediet af te sluiten. Daarnaast zijn er
richtlijnen opgenomen voor het beschermen bij een krediet. De richtlijnen zijn
terug te vinden in het burgerlijk wetboek, de WFT en de WCK (wet
consumentenkrediet). De WFT is niet van toepassing bij een debetstand van
minder dan 1 maand.