Inhoud
Klinisch redeneren (incl. farmacotherapie)
- MCV KR De eerste indruk (Huid & Afweer)
- MCV KR Rugklachten (Bouw & Bewegen)
- MCV KR Hoesten (Metabole systemen)
- Farmacotherapie van pijn (AP1)
- Farmacotherapie endocrinologie (Homeostase) – deel over diabetes mellitus
- MCV KR Pijn op de borst (Circulatie & volumeregulatie)
- MCV KR Gewichtsverlies (AP2)
- MCV KR Dorst & polyurie (AP2)
MCV Communicatie
- MCV-COM De gerichte anamnese, cursus 'Arts en patiënt 1'
- MCV-COM De hulpvraag, cursus 'Arts en patiënt 1'
- MCV-COM Structureren & regie, cursus 'Homeostase'
- MCV-COM Arts-patiënt relatie, cursus 'Homeostase'
- MCV-COM Omgaan met emoties, cursus 'Circulatie en volumeregulatie'
- MCV-COM Omgaan met lastige situaties, cursus 'Hersenen en zintuigen'
- MCV-COM Slecht horen en oorpijn, cursus 'Hersenen en zintuigen'
- MCV-COM Interculturele gespreksvoering, cursus 'Arts en patiënt 2'
- MCV-COM Integratiepracticum, cursus 'Arts en patiënt 2'
Met als onderwerpen: pijn op de borst & hoesten.
Lichamelijk onderzoek
- MCV LO Rug & Longen (Metabole systemen)
- MCV LO RR/pols/zien/gehoor (Hersenen & zintuigen)
DEPZ (diversiteit, ethiek & recht, patiëntveiligheid in de zorg)
- MCV KR De eerste indruk (Huid & Afweer)
- WGBO en privacy (Huid & Afweer)
- MCV LO Longen (Metabole systemen)
- Autonomie en diversiteit in de spreekkamer (AP2)
- MCV Com Interculturele gespreksvoering (AP2)
Uitleg
15 min per station
Elk station krijgt beoordeling met cijfer van 1-10
Alle stations moeten voldoende zijn voor een voldoende eindresultaat
,LO
Leerstof
De Jongh et al. Fysische diagnostiek 2015, 2e druk
H 2.5 Technieken
H 2.7 Omstandigheden en bejegening
H 3.6.1 ‘Polsfrequentie’ en paragraaf 3.6.2. ‘Bloeddruk’, fig 5.19, fig 5.20
H 4.2 ‘De ogen’
H 4.3 ‘De oren’
H 5.3 ‘Longen en luchtwegen’
H 10.1: Bewegingsapparaat (p. 200 t/m p.202)
H 10.2: Wervelkolom (p.207 t/m p.220 t/m 10.2.2, p222 buktest en p223 schober-
test)
H11.4.2 m.n. filmpje en box 11.2 ‘Confrontatiemethode van Donders’
H 11.8: Reflexen (alleen KPR en APR, p304 t/m p310)
H 11.9.3: Neurologisch onderzoek bij LRS (p315 t/m p317)
Jongh et al. Diagnostiek van alledaagse klachten 2016, 4 e druk
H 22.8 ‘Acute visusdaling – betekenis van het lichamelijk onderzoek’
H 25.8 ‘Hoesten – betekenis van het lichamelijk onderzoek’
H 53.8 ‘Lage rugpijn – betekenis van het lichamelijk onderzoek’
H 18.8 ‘Oor, jeuk en/of afscheiding – betekenis van lichamelijk onderzoek’
H19.8 ‘Oorpijn – betekenis van het lichamelijk onderzoek’
De Jongh et al. Het geneeskundig proces 2012, 4e druk
H 5.3.1: Het belang van het lichamelijk onderzoek
H 5.3.3: Het gericht lichamelijk onderzoek
H 5.3.4: De uitvoering van het lichamelijk onderzoek
H 5.3.5: De interpretatie van onderzoeksbevindingen
Van Esch et al. Recepten voor een goed gesprek 2014, 5edruk
H 14: Gespreksvoering tijdens lichamelijk onderzoek (p.197 t/m p.200)
Grundmeijer et al. Het geneeskundig proces 2014, 5edruk
Hoofdstuk 5.4 t/m 5.4.5: De interpretatie van bevindingen bij het lichamelijk
onderzoek (p.119 t/m p.125)
,Itemlijst station LO 2020-2021
RUG
Rug:
Inspectie
Tijdens de inspectie krijgt de onderzoeker informatie over vorm- en
houdingsaspecten van de wervelkolom en ook van de naburige weke delen (huid,
spieren, pezen, ligamenten). De uitvoerige inspectie van top tot teen heeft als doel
om afwijkingen op te sporen die ten grondslag liggen aan (specifieke) rugklachten.
Beoordeel, indien mogelijk, alle benige structuren (botten, gewrichten) zowel op
vorm- als op houdingsaspecten (= stand en onderlinge positie van de afzonderlijke
botstructuren en gewrichten).
Bij de staande patiënt wordt de stand van het bekken en de wervelkolom bekeken.
Hierbij kunnen grovere structurele afwijkingen zoals scoliose of beenlengteverschil
worden vastgesteld. Er is geen verband aangetoond tussen lage rugpijn en milde
afwijkingen bij het onderzoek. Een beenlengteverschil van minder dan 2 cm heeft
geen klinische betekenis.
Houdingsafwijkingen kunnen ten grondslag liggen aan rugklachten of er een gevolg
van zijn. Het bekken mag licht voorover gekanteld staan tot ca. 10 graden bij mannen
en ca. 25 graden bij vrouwen. De knieën kunnen licht gebogen zijn (tot 5 graden) en
in lichte valgusstand staan (ca. 13-18 graden). De voeten mogen licht naar buiten
wijzen (ca. 8-10 graden). Een afwijkende zijwaartse positie van het hoofd kan
optreden bij spondylitis, spondylodiscitis, subluxatie C1/C2, trauma of dystonie. Een
scoliose in het frontale vlak kan uit 1 of meer bochten bestaan. Kleine bochten en/of
torsies van de wervels behoren tot de normale variatie. Café-au-laitvlekken en/of
fibromen kunnen wijzen op neurofibromatose.
Een versterkte thoracale kyfose wordt gezien bij de ziekte van Bechterew, na
fracturen (o.a. osteoporose), degeneratief bij spierzwakte, ter compensatie van een
versterkte lumbale lordose of als afwijking van de houding. Een versterkte lumbale
lordose kan wijzen op spondylolyse, spondylolisthesis of bij compensatie van een
versterkte thoracale kyfose.
Looppatroon
Beoordelen of deze antalgisch (pijnvermijdend is) of dat er een klapvoet
geconstateerd kan worden (LRS). Bij een breed basisch looppatroon moet men onder
meer bedacht zijn op een wervelkanaalstenose. Verkorte hamstrings en beperkte
flexie in de heupen bij een spondylolisthesis geven een looppatroon met stijve benen
en kleine passen.
Palpatie
Tijdens het LO let de arts op de manier waarop de patiënt zich ontkleedt en op de
pijnpresentatie. Overdreven presentatie en uitgesproken pijngedrag tijdens LO kunnen
wijzen op dreigende chroniciteit.
, Bij een spondylolisthesis kan een trapje gevoeld worden van de proc. spinosi. Drukpijn
op de SI-gewrichten en verminderde laterale beweeglijkheid van de WK zijn specifiek
voor de ziekte van Bechterew, maar weinig gevoelig. De waarde van vinden van kloppijn
van de proc. spinosi gericht op het detecteren van wervelmetastasen is onduidelijk.
Vooral negatieve bevindingen hebben weinig betekenis.
Bij compressiepijn kan dit duiden op metastasen, discusdegeneratie, botinfectie,
spondylolysis, spondylolisthesis of fracturen. Bij asdrukpijn kan dit duiden op
metastasen, discusdegeneratie, spondylolisthesis of fracturen. Bij kloppij kan het
duiden op metastasen, spondylolysis, spondylolisthesis of fracturen.
Neurologisch onderzoek bij LRS:
Bewegingsonderzoek (?)
Het actief bewegingsonderzoek van de cervicale WK omvat
o flexie (kin op de borst met mond dicht)
o extensie/retroflexie
o lateroflexie naar links/rechts
o rotatie links/rechts
o ja-knikken (test voor C0-C2)
o nee-schudden (test voor C1-C2).
Bij de thoracale en lumbale WK omvat het onderzoek (in stand):
o (ante)flexie kin op borst brengen en vervolgens thoracolumbaal verder te
buigen met als uiteindelijk doel met vingers of handen in richting van grond te
komen. Doe die met gestrekte knieën.
o extensie/retroflexie
o lateroflexie naar links/rechts
o rotatie rechts/links (zittend testen)
Een verminderde beweeglijkheid van de cervicale WK kan bij elke oorzaak van
nekpijn optreden en is dus niet specifiek. Extensie van de lumbale WK kan
pijnklachten provoceren bij patiënten met een lumbale wervelkanaalstenose. Als
tijdens het actief bewegingsonderzoek (pseudo)radiculaire pijn optreedt, evt. met
krachtsverlies en/of tintelingen, is aanvullend neurologisch onderzoek aangewezen.
Stijfheid in alle bewegingsrichtingen kan wijzen in de richting van Bechterew.
Spierkracht (spieronderzoek: hielen, tenen, kniebuiging)
Om de spierkracht van spiergroepen te testen, dient de patiënt op hielen en tenen te
lopen en een diepe kniebuiging te maken.
Sensibiliteit (vitaal, evt. gnostisch)
Bij het testen van de vitale sensibiliteit wordt een wattenstokje doormidden
gebroken, zodat een scherpe punt ontstaat. De patiënt moet met gesloten ogen bij
elke prikkel aangeven of de aanraking scherp of stomp is. Bij het testen van de
gnostische sensibiliteit wordt de patiënt telkens licht aangeraakt met een plukje
watten en moet de patiënt aangeven of hij dit voelt. Er moet speciale aandacht gaan
naar de dermatomen L4-L5-S1 en het rijbroekgebied.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Isabel04. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.28. You're not tied to anything after your purchase.