Week 5 inleiding privaatrecht.
Het rechtssubject (Verheugt)
Het objectieve recht benoemt de verhoudingen tussen personen in termen van rechten en plichten.
De drager van die rechten en plichten wordt rechtssubject genoemd. Je hebt 2 rechtssubjecten:
rechtspersonen en natuurlijke personen
Natuurlijke personen
Een mens is gedurende zijn hele leven een rechtssubject. Dit noemen we rechtssubjectiviteit, deze
stopt bij het overlijden. De rechten en plichten gaan naar de erfgenamen of verdwijnen. De meeste
vermogensrechten gaan naar de erfgenaam. Sommige niet -> recht van vruchtgebruik op een huis,
het lidmaatschap op een voetbalclub of het recht om mee te spelen in een band bijvoorbeeld.
Art. 1:1 BW geeft aan dat rechtssubjectiviteit wordt toegekend aan ieder natuurlijk persoon
Rechtspersonen
Groepen en organisaties van mensen kunnen ook rechtssubject zijn → rechtspersonen.
Rechtspersonen worden onderscheiden in privaatrechtelijke rechtspersonen en publiekrechtelijke
rechtspersonen.
De belangrijkste privaatrechtelijke rechtspersonen zijn: vereniging, stichting, BV en NV.
Voorbeelden van publiekrechtelijke rechtspersonen zijn: staat, provincie gemeenten en
waterschappen.
Volgens art. 2:5 BW staat een rechtspersoon wat het vermogensrecht betreft gelijk aan een natuurlijk
persoon.
Een natuurlijk persoon treedt op namens een rechtspersoon, dit heet vertegenwoordiging.
Elk rechtspersoon heeft een eigen vermogen. De vorderingen en schulden zijn volledig gescheiden
van die van de leden van een rechtspersoon.
Rechtsfeiten (Verheugt)
Een rechtsfeit is een feit waaraan het recht een of meer rechtsgevolgen verbindt. Rechtsfeiten worden
onderscheiden in blote rechtsfeiten en menselijke handelingen.
Blote rechtsfeiten
Blote rechtsfeiten worden niet door menselijk gedrag veroorzaakt, bijvoorbeeld geboorte en dood,
tijdsverloop, ziekte, blikseminslag en overstroming. In al deze gevallen ontbreekt het menselijk
handelen.
Menselijke handelingen
Menselijke handelingen zijn voor het recht van belang omdat het recht er een gevolg aan verbindt.
Voorbeeld: het sluiten van een koopovereenkomst (menselijke handeling) volgens een regel in het
burgerlijk wetboek (objectief recht) leidt tot (onder meer) de verplichting om de koopprijs te betalen
(rechtsgevolg)
, Rechtsfeiten: feiten met rechtsgevolg
Blote rechtsfeiten, zoals: Menselijke handelingen, zoals:
- geboorte - koop
- dood - aanrijding
- naburigheid
Menselijke handelingen worden onderverdeeld in twee groepen, rechtshandelingen en feitelijke
handelingen met rechtsgevolg.
Rechtshandelingen
Een rechtshandeling is een gedraging van een of meer rechtssubjecten waarbij een rechtsgevolg
wordt beoogd, terwijl het objectieve recht dat rechtsgevolg ook aan de gedraging verbindt.
Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft
geopenbaard.
- Eenzijdige rechtshandeling
Het beoogde rechtsgevolg wordt door 1 persoon tot stand gebracht. De medewerking van anderen is
niet vereist.
- meerzijdige rechtshandeling
Voor de geldigheid van een rechtshandeling moet de op elkaar aansluitende wil van twee of meer
rechtssubjecten is vereist.
Feitelijke handelingen met rechtsgevolg
Feitelijke handelingen met rechtsgevolg zijn menselijke handelingen waaraan het recht gevolgen
verbindt zonder dat daarbij de bedoeling van het rechtssubject van belang is.
Onrechtmatige daad is de feitelijke handeling waarbij iemand aan een ander op onrechtmatige wijze
schade toebrengt. Het rechtsgevolg is de verplichting van de dader om aan die andere de geleden
schade te vergoeden. → art. 6:162 BW. De
wet eist niet dat de schade door de pleger
van de onrechtmatige daad is beoogd.
De rechtmatige daad is de feitelijke
handeling waaraan het objectieve recht
eveneens een rechtsgevolg verbindt, maar
die niet in strijd zijn met het recht.
Bijvoorbeeld: zaakwaarneming,
onverschuldigde betaling en
ongerechtvaardigde verrijking.
Wanprestatie is het toerekenbaar
tekortkomen in de nakoming van een
verbintenis. Kenmerkend is dat het er niet
toe doet of zij zijn beoogd. Bijvoorbeeld:
schilder schildert kozijnen blauw i.p.v. groen.
Het rechtssubject (Verheugt)
Het objectieve recht benoemt de verhoudingen tussen personen in termen van rechten en plichten.
De drager van die rechten en plichten wordt rechtssubject genoemd. Je hebt 2 rechtssubjecten:
rechtspersonen en natuurlijke personen
Natuurlijke personen
Een mens is gedurende zijn hele leven een rechtssubject. Dit noemen we rechtssubjectiviteit, deze
stopt bij het overlijden. De rechten en plichten gaan naar de erfgenamen of verdwijnen. De meeste
vermogensrechten gaan naar de erfgenaam. Sommige niet -> recht van vruchtgebruik op een huis,
het lidmaatschap op een voetbalclub of het recht om mee te spelen in een band bijvoorbeeld.
Art. 1:1 BW geeft aan dat rechtssubjectiviteit wordt toegekend aan ieder natuurlijk persoon
Rechtspersonen
Groepen en organisaties van mensen kunnen ook rechtssubject zijn → rechtspersonen.
Rechtspersonen worden onderscheiden in privaatrechtelijke rechtspersonen en publiekrechtelijke
rechtspersonen.
De belangrijkste privaatrechtelijke rechtspersonen zijn: vereniging, stichting, BV en NV.
Voorbeelden van publiekrechtelijke rechtspersonen zijn: staat, provincie gemeenten en
waterschappen.
Volgens art. 2:5 BW staat een rechtspersoon wat het vermogensrecht betreft gelijk aan een natuurlijk
persoon.
Een natuurlijk persoon treedt op namens een rechtspersoon, dit heet vertegenwoordiging.
Elk rechtspersoon heeft een eigen vermogen. De vorderingen en schulden zijn volledig gescheiden
van die van de leden van een rechtspersoon.
Rechtsfeiten (Verheugt)
Een rechtsfeit is een feit waaraan het recht een of meer rechtsgevolgen verbindt. Rechtsfeiten worden
onderscheiden in blote rechtsfeiten en menselijke handelingen.
Blote rechtsfeiten
Blote rechtsfeiten worden niet door menselijk gedrag veroorzaakt, bijvoorbeeld geboorte en dood,
tijdsverloop, ziekte, blikseminslag en overstroming. In al deze gevallen ontbreekt het menselijk
handelen.
Menselijke handelingen
Menselijke handelingen zijn voor het recht van belang omdat het recht er een gevolg aan verbindt.
Voorbeeld: het sluiten van een koopovereenkomst (menselijke handeling) volgens een regel in het
burgerlijk wetboek (objectief recht) leidt tot (onder meer) de verplichting om de koopprijs te betalen
(rechtsgevolg)
, Rechtsfeiten: feiten met rechtsgevolg
Blote rechtsfeiten, zoals: Menselijke handelingen, zoals:
- geboorte - koop
- dood - aanrijding
- naburigheid
Menselijke handelingen worden onderverdeeld in twee groepen, rechtshandelingen en feitelijke
handelingen met rechtsgevolg.
Rechtshandelingen
Een rechtshandeling is een gedraging van een of meer rechtssubjecten waarbij een rechtsgevolg
wordt beoogd, terwijl het objectieve recht dat rechtsgevolg ook aan de gedraging verbindt.
Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft
geopenbaard.
- Eenzijdige rechtshandeling
Het beoogde rechtsgevolg wordt door 1 persoon tot stand gebracht. De medewerking van anderen is
niet vereist.
- meerzijdige rechtshandeling
Voor de geldigheid van een rechtshandeling moet de op elkaar aansluitende wil van twee of meer
rechtssubjecten is vereist.
Feitelijke handelingen met rechtsgevolg
Feitelijke handelingen met rechtsgevolg zijn menselijke handelingen waaraan het recht gevolgen
verbindt zonder dat daarbij de bedoeling van het rechtssubject van belang is.
Onrechtmatige daad is de feitelijke handeling waarbij iemand aan een ander op onrechtmatige wijze
schade toebrengt. Het rechtsgevolg is de verplichting van de dader om aan die andere de geleden
schade te vergoeden. → art. 6:162 BW. De
wet eist niet dat de schade door de pleger
van de onrechtmatige daad is beoogd.
De rechtmatige daad is de feitelijke
handeling waaraan het objectieve recht
eveneens een rechtsgevolg verbindt, maar
die niet in strijd zijn met het recht.
Bijvoorbeeld: zaakwaarneming,
onverschuldigde betaling en
ongerechtvaardigde verrijking.
Wanprestatie is het toerekenbaar
tekortkomen in de nakoming van een
verbintenis. Kenmerkend is dat het er niet
toe doet of zij zijn beoogd. Bijvoorbeeld:
schilder schildert kozijnen blauw i.p.v. groen.