Klinisch redeneren
BS3
Kan benoemen welke vragen, observaties en lichamelijk onderzoeken van toepassing zijn in een
gegeven situatie gericht op de volgende patronen: Voedings- en stofwisselingspatroon,
Zelfbelevingspatroon, Rollen en relatiepatroon en Activiteitenpatroon.
Vragen Observaties Lichamelijke
onderzoeken
Voedings- en - Heeft u - Buikomvang - BMI berekenen
stofwisselingspatroon huidproblemen? - Bloeddruk meten
- Hoe is uw eetlust - Lengte meten
- Heeft u weleens - Gewicht meten
problemen met eten
of drinken?
Zelfbelevingspatroon - Bent u tevreden over - Gezichtsuitdrukking - Algemeen:
uzelf? - Lichaamshouding bewustzijn,
- Wat maakt u algemene indruk
gelukkig? Wat zijn
goede ervaringen?
- Ondergaat uw
lichaam
veranderingen? Zo
ja, hoe ervaart u
dat?
Rollen en - Hoe ziet uw familie - Gezin - Vragenlijst
relatiepatroon en/of gezin eruit? - Omgeving
- Wat is uw rol in het
gezin
- Hoe voorziet u in uw
levensbehoeften?
(financieel/praktisch)
Activiteitenpatroon - Wat doet u als - Bouw van het -
vrijetijdsbesteding lichaam
en hoe draagt u zorg - Lichaamshouding
voor ontspanning?
- Heeft u voldoende
energie voor vereiste
en gewenste
activiteiten?
- In welke mate zorgt
u voor
lichaamsbeweging?
Wat doet u? hoe
vaak?
, Kan benoemen wat een risico-inschatting of vroegsignalering is op het domein voeding
Risico-inschatting: de verpleegkundige weet op basis van diepgaande kennis welke mensen een
verhoogd risico hebben op het ontstaan van bepaalde problemen. Afhankelijk van de risico-
inschatting kunnen in veel situaties preventieve maatregelen in gang worden gezet.
- Risico op ondervoeding
- Risico op overgewicht
- Financiële situatie
- Diabetes bij de moeder
Vroegsignalering: de verpleegkundige weet dat veel problemen zich aandienen met voortekenen of
vroege symptomen; zij kent die en kan daardoor tijdig een probleem signaleren
- Vragenlijsten
o SNAQ-score: vragenlijst waarbij de eerste signalen van ondervoeding kunnen worden
gesignaleerd
o Nederlandse Vragenlijst voor Eetgedrag bij Kinderen (NVE-K): een vragenlijst voor
kinderen van 7 t/m 12 jaar. Er worden 3 grote risicofactoren (emotioneel eten,
extern eten & lijngericht eten) in kaart gebracht.
- Jeugd Gezondheidszorg (JGZ)
Kan de onderstaande Nanda-diagnoses herkennen:
Overgewicht: toestand waarin iemand een, voor leeftijd en geslacht abnormale of bovenmatige
hoeveelheid lichaamsvet opbouwt.
- Samenhangende factoren:
o Te weinig dagelijkse lichaamsbeweging
o Onvoldoende kennis over beïnvloedbare factoren
o Veel tussendoortjes
Risico op overgewicht: verhoogde kans op het opbouwen van een voor leeftijd en geslacht
bovenmatige hoeveelheid lichaamsvet, met mogelijke schadelijke gevolgen voor de gezondheid.
- Risicofactoren:
o Vaak buitenshuis of gefrituurd voedsel eten
o Kort slapen
o Te weinig dagelijkse lichaamsbeweging
Risico op instabiele glucosewaarden: verhoogde kans op variatie in bloedglucosewaarden buiten de
normaalwaarden, met mogelijk schadelijke gevolgen voor de gezondheid
- Risicofactoren:
o Accepteert diagnose niet
o Extreem gewichtsverlies / gewichtstoename
o Onvoldoende kennis
o Ontoereikende voedselinname
Sociaal isolement: gevoel van alleen zijn dat volgens de betrokkene is opgelegd door anderen en als
negatief of bedreigend wordt ervaren
- Bepalende kenmerken:
o Afwezigheid van een sociaal netwerk
o Beperkende aandoening
o Wens om allen te zijn
o Onzekerheid in het openbaar