MANUELE THERAPIE
1.DEFINITIE EN INLEIDING
Manuele therapie = met de hand aangebrachte passieve (pijn)modulerende techniek
Internationale federatie van orthopedische manipulatieve
fysiotherapeuten (IFOMPT) definiëren het bekwame handbewegingen die
bedoeld zijn om een of alle van volgende effecten teweeg te brengen
o Verbeteren weefsel uitrekbaarheid
o Vergroten bewegingsbereik gewrichtencomplex
o Mobiliseren zachte weefsels of manipuleren gewrichten
o Veroorzaken van ontspanning
o Veranderen van spierfunctie
o Moduleren van pijn
o Verminderen zwelling zacht weefsel
o Verminderen ontsteking
o Verminderen bewegingsbeperking
o = overkoepelende term voor segmentale gewrichtsmobilisaties of
manipulaties, wekendelentechnieken, spierverlengingstechnieken en
mobilisaties met beweging
Bekritisering van manuele therapie
Leiden overdreven therapeutafhankelijkheid
Is weinig tijdsefficiënt
Je verkrijgt vergelijkbare resultaten met oefentherapie
Manuele therapie zorgt niet voor
Corrigeren van biomechanische disfuncties
o Zoals foute posities/subluxaties gewricht kunnen niet door manuele
therapie op hun plaats gezet worden
Manuele therapie zorgt wel voor
Minder pijn
Meer bewegelijkheid
Verbeterde functie
2.WERKINGSMECHANISME
Manuele therapie beschouwen als pijnmodulatie
2 effecten
Mechanische
Neurofysiologische
o Perifere
o Spinale
, o Supraspinale
2.1.MECHANISCHE STIMULUS
Korte termijneffect
Door beperkte betrouwbaarheid spinale structuur palpatie moeilijk specifieke
regio accuraat te identificeren om vervolgens manuele therapie toe te dienen
Mist precisie moeilijk verkrijgen geïsoleerd effect op 1 segmentaal spinaal
niveau
o Effecten worden over een groter gebied verspreid
Mechanische stimulus = noodzakelijk ingang zetten cascade van neurofysiologische
effecten
2.2.NEUROFYSIOLOGISCHE EFFECTEN
Mechanische stimulus neurofysiologische effecten ingang zetten
Centraal zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel
Reacties kunnen van 20min-5h duren, vinden op verschillende niveaus plaats
Hyperalgesie
↑ activiteit sympathisch zenuwstelsel
↓ temporale hersenactiviteit
Veranderingen peri-aqueductale grijs
Veranderingen spinale dorsale hoorn
2.2.1.PERIFEER NIVEAU
Manuele therapie
↓ bloed- en serumniveaus van cytokines
o Geeft verandering concentratie: beta-endorfine, anadamide, serotonine en
cannabinoïde
2.2.2.SPINAAL NIVEAU
Manuele therapie
Stimuleert proprioceptoren stimuleren CZS
o Nociceptieve signalen inhiberen niveau spinale dorsale hoorn
Principe gebasseerd op ‘pain gate theory’
2.2.3.SUPRASPINAAL NIVEAU
Manuele therapie
Effect corticale gebieden die instaan voor pijnverwerking
o Supraspinale effecten geassocieerd
suprapsinale dalende inhibitie
1.DEFINITIE EN INLEIDING
Manuele therapie = met de hand aangebrachte passieve (pijn)modulerende techniek
Internationale federatie van orthopedische manipulatieve
fysiotherapeuten (IFOMPT) definiëren het bekwame handbewegingen die
bedoeld zijn om een of alle van volgende effecten teweeg te brengen
o Verbeteren weefsel uitrekbaarheid
o Vergroten bewegingsbereik gewrichtencomplex
o Mobiliseren zachte weefsels of manipuleren gewrichten
o Veroorzaken van ontspanning
o Veranderen van spierfunctie
o Moduleren van pijn
o Verminderen zwelling zacht weefsel
o Verminderen ontsteking
o Verminderen bewegingsbeperking
o = overkoepelende term voor segmentale gewrichtsmobilisaties of
manipulaties, wekendelentechnieken, spierverlengingstechnieken en
mobilisaties met beweging
Bekritisering van manuele therapie
Leiden overdreven therapeutafhankelijkheid
Is weinig tijdsefficiënt
Je verkrijgt vergelijkbare resultaten met oefentherapie
Manuele therapie zorgt niet voor
Corrigeren van biomechanische disfuncties
o Zoals foute posities/subluxaties gewricht kunnen niet door manuele
therapie op hun plaats gezet worden
Manuele therapie zorgt wel voor
Minder pijn
Meer bewegelijkheid
Verbeterde functie
2.WERKINGSMECHANISME
Manuele therapie beschouwen als pijnmodulatie
2 effecten
Mechanische
Neurofysiologische
o Perifere
o Spinale
, o Supraspinale
2.1.MECHANISCHE STIMULUS
Korte termijneffect
Door beperkte betrouwbaarheid spinale structuur palpatie moeilijk specifieke
regio accuraat te identificeren om vervolgens manuele therapie toe te dienen
Mist precisie moeilijk verkrijgen geïsoleerd effect op 1 segmentaal spinaal
niveau
o Effecten worden over een groter gebied verspreid
Mechanische stimulus = noodzakelijk ingang zetten cascade van neurofysiologische
effecten
2.2.NEUROFYSIOLOGISCHE EFFECTEN
Mechanische stimulus neurofysiologische effecten ingang zetten
Centraal zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel
Reacties kunnen van 20min-5h duren, vinden op verschillende niveaus plaats
Hyperalgesie
↑ activiteit sympathisch zenuwstelsel
↓ temporale hersenactiviteit
Veranderingen peri-aqueductale grijs
Veranderingen spinale dorsale hoorn
2.2.1.PERIFEER NIVEAU
Manuele therapie
↓ bloed- en serumniveaus van cytokines
o Geeft verandering concentratie: beta-endorfine, anadamide, serotonine en
cannabinoïde
2.2.2.SPINAAL NIVEAU
Manuele therapie
Stimuleert proprioceptoren stimuleren CZS
o Nociceptieve signalen inhiberen niveau spinale dorsale hoorn
Principe gebasseerd op ‘pain gate theory’
2.2.3.SUPRASPINAAL NIVEAU
Manuele therapie
Effect corticale gebieden die instaan voor pijnverwerking
o Supraspinale effecten geassocieerd
suprapsinale dalende inhibitie