1.Het normale slikproces
Slikken wordt gedefinieerd als het verplaatsen van voedsel in de mond: de orale,
faryngeale en oesofagale fase en ten slotte de aankomst van het voedsel in de
maag. Dit gebeurt allemaal met een adequaat tempo en adequate snelheid.
1.1.De orale voorbereidende fase (oraal-in de mond)
Bewust en willekeurig
Voedsel (A)
Bewerkt in de mond
Indien nodig gekauwd
o Consistentie door te slikken
1.2.de orale transportfase van de slikbeweging (oraal -in de
mond)
Tong voedselbolus transporteren tot faryngeale slikbeweging opgewekt wordt (B)
1.3.de faryngeale fase
Bewust en onwillekeurig
Aanzet faryngeale slikbeweging voedselbolus passeert de farynx
Zachte gehemelte optrekken
Afsluiten neusweg
Keelholte licht samentrekken
Spieren mondbodem (C)
Heffing tongbeen
Naar voren bewegen tongbeen
Strottenhoofd omhoog komen (D)
Stemplooien sluiten
, Ademhaling onderbreken
Strottenklepje voor ingang strottenhoofd buigen
1.4.de oesofageale fase (oesofagaal – in de slokdarm)
Onbewust en onwillekeurig
Oesofageale peristaltiek
Bolus door cervicale en thoracale oesofagus maag
Ontspannen bovenste slokdarmsfincter
Door naar voor gaande tongbeen opentrekken sfincter (E)
Ontspanning onderste slokdarmsfincter (F)
Voedsel in maag
Tijdens het eten is de slikfrequentie het hoogst en tijdens de slaap het laagst.
Gemiddeld slikt een persoon 580 keer per dag.
2.dysfagie
Dysfagie is het geheel van een aantal gedragingen en niet enkel puur het
doorslikken van het voedsel.
Personen met dysfagie hebben moeite om voedsel van de mond naar de maag
te verplaatsen.
Ze stellen gedrags-, sensorische en motorische handelingen ter voorbereiding
van het slikken.
Daarnaast is er cognitieve bewustwording, visuele herkenning en zijn er
fysiologische reacties op de herkenning van het voedsel
Video 18min