8,7 behaald voor het tentamen. Uitgebreide samenvatting van Verdiepend Staats- en bestuursrecht. De jurisprudentie, literatuur, hoorcolleges, werkcolleges en leerdoelen zijn verwerkt. Literatuur is vaak direct in de leerdoelen verwerkt. Indien een artikel uitgebreid is behandeld in de hoorcolleges ...
Alle voorgeschreven literatuur minus een gedeelte van literatuur dat uitgebreid in de hoorcolleges w
May 5, 2022
293
2021/2022
Summary
Subjects
bestuur
staatsrecht
grondrechten
colleges
werkcolleges
leerdoelen
literatuur
samenvatting
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Tilburg University (UVT)
Master Rechtsgeleerdheid
Verdiepend Staats- En Bestuursrecht (660133M6)
All documents for this subject (32)
2
reviews
By: dsnelders • 2 year ago
By: Masterstudentgzl • 2 year ago
Translated by Google
Comprehensive summary, chapeau for the time and energy you put into it. Top performance!
Seller
Follow
davidgloudemans
Reviews received
Content preview
Samenvatting Verdiepend Staats- en Bestuursrecht David
Gloudemans
Week 1 De mens als burger en zijn rechten en preventie in het
bestuursrecht
Jurisprudentie week 1
HvJ EG 12 september 2006, nr. C-300/04, ECLI:EU:C:2006:545 (Eman & Sevinger/B&W
Den Haag)
Eman en Sevinger waren woonachtig op Aruba. Beiden wilden deelnemen aan de Europese
Parlementsverkiezingen. De Nederlandse kieswet stond daaraan in de weg destijds. Degene
die aan de Europese Parlementsverkiezingen konden deelnemen, dezelfde waren als
degene die aan de Tweede Kamerverkiezingen konden deelnemen. Daarover bepaalde b1
van onze Kieswet. Daarin werd een uitzondering opgenomen dat de Antillen en Aruba niet
onder Nederlanders vallen. Maar zeiden zij, wij zijn Unieburger.
Overweging Hof na prejudiciële vraag: ja, er mogen wel voorwaarden worden gesteld aan
dat kiesrecht, maar het beginsel van gelijke behandeling staat eraan in de weg dat die
gekozen criteria meebrengen dat onderdanen die zich in vergelijkbare situaties bevinden,
zonder objectieve rechtvaardiging ongelijk worden behandeld.
HvJ EU 2 maart 2010, nr. C-135/08, ECLI:EU:C:2010:104 (Rottmann)
Al zegt het Hof van Justitie in elke zaak waarin het gevraagd wordt uitleg te geven aan dat
Europese Unieburgerschap, begint het Hof steevast met een overweging dat het aan de
lidstaten is te bepalen onder welke voorwaarden iemand als een staatsburger wordt gezien
en daarmee dus als een Unieburger kan worden gezien.
Het Unierecht, met name artikel 17 EG (=artikel 20 VWEU), verzet zich er niet tegen dat een
lidstaat de door naturalisatie verkregen nationaliteit van die lidstaat van een burger van de
Unie intrekt wanneer deze door bedrog werd verkregen, mits deze intrekkingsbeslissing in
overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel is.
HvJ EU 8 maart 2011, nr. C-34/09, ECLI:EU:C:2011:124 (Ruiz Zambrano)
Artikel 20 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat een lidstaat
aan een staatsburger van een derde staat, die zijn kinderen van jonge leeftijd, burgers van
de Unie, ten laste heeft, het recht van verblijf ontzegt in de lidstaat waar deze kinderen
verblijven en waarvan zij de nationaliteit bezitten, en hem bovendien een arbeidsvergunning
weigert, aangezien dergelijke beslissingen de betrokken kinderen het effectieve genot van de
belangrijkste aan de status van burger van de Unie ontleende rechten ontzeggen.
,HvJ EU 12 maart 2019, nr. C-221/17, ECLI:EU:C:2019:189 (M.G. Tjebbes e.a./Minister
van Buitenlandse Zaken)
Wat als de nationaliteit van rechtswege komt te vervallen?
Indien je zowel de Nederlandse nationaliteit bezit en, in dit geval de Canadese nationaliteit,
maar langer dan 10 jaar buiten Nederland woonachtig bent, dan komt je Nederlandse
nationaliteit van rechtswege te vervallen. Zo regels artikel 15 ...
(1) Gelet op een en ander dient op de prejudiciële vraag te worden geantwoord dat
artikel 20 VWEU, gelezen in het licht van de artikelen 7 en 24 van het Handvest, aldus moet
worden uitgelegd dat het niet in de weg staat aan een wettelijke regeling van een lidstaat,
zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, op grond waarvan de nationaliteit van die
lidstaat in bepaalde omstandigheden van rechtswege verloren gaat, wat voor personen die
niet tevens de nationaliteit van een andere lidstaat hebben, het verlies van hun burgerschap
van de Unie en de daaraan verbonden rechten met zich meebrengt,
(2) mits de bevoegde nationale autoriteiten, waaronder in voorkomend geval de nationale
rechterlijke instanties, incidenteel kunnen onderzoeken welke gevolgen dat
nationaliteitsverlies heeft en eventueel ervoor kunnen zorgen dat de betrokken personen met
terugwerkende kracht de nationaliteit herkrijgen wanneer zij een aanvraag indienen voor een
reisdocument of enig ander document waaruit hun nationaliteit blijkt ( onderzoeksplicht).
(3) In het kader van dat onderzoek dienen die autoriteiten en rechterlijke instanties na te
gaan of het verlies van de nationaliteit van de betrokken lidstaat, dat het verlies van het
burgerschap van de Unie met zich meebrengt, in overeenstemming is met het
evenredigheidsbeginsel wat de gevolgen ervan voor de situatie van elke betrokkene en in
voorkomend geval voor die van zijn gezinsleden uit het oogpunt van het Unierecht betreft.
Literatuur week 1
B.P. Vermeulen e.a., Commentaar op art. 2, 3 en 4 Grondwet,
Direct verwerkt in de leerdoelen
E.M.H. Hirsch Ballin, ‘Grondwettelijkje gezichtspunten’ en ‘Inleiding Hoofdstuk 1 -
Grondrechten’, beide in: Commentaar op de Grondwet (www.Nederlandrechtsstaat.nl),
binnenkort ook in druk in: E.M.H. Hirsch Ballin, E. Janse de Jonge en G.J. Leenknegt,
red., Uitleg van de Grondwet, Boom juridisch 2021
Waar relevant verwerkt in de leerdoelen
- B. van der Vorm, ‘De bestuurlijke aanpak van het jihadisme. De intrekking van het
Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid als (preventieve)
verbanning’ (2016) 95/6 Proces, p. 17-28
De eerste twee paragrafen zijn inleidend respectievelijk vanuit een strafrechtelijk perspectief
geschreven en zijn derhalve niet opgenomen.
3 De bestuurlijke aanpak van jihadistische uitreizigers en terugkeerders
3.1 De ratio’s van de twee varianten van de intrekking van het Nederlanderschap
Er bestaan twee varianten van de intrekking van het Nederlanderschap in verband met de
bestuurlijke aanpak van het jihadisme. Ten eerste is het mogelijk om het Nederlanderschap
in te trekken na een strafrechtelijke veroordeling wegens terrorisme. Na de inwerkingtreding
van het wetsvoorstel tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming
van de mogelijkheden voor het ontnemen van het Nederlanderschap bij terroristische
misdrijven ‘wordt tot uitdrukking gebracht dat het Nederlanderschap niet op enigerlei wijze
faciliterend mag zijn om in den vreemde terroristische misdrijven te plegen of om personen
,voor te bereiden op het plegen van terroristische misdrijven’.19 Op grond van deze wet is
een ‘intrekking van het Nederlanderschap mogelijk na een onherroepelijke veroordeling
wegens het misdrijf, bedoeld in artikel 134a van het Wetboek van Strafrecht (hulp bij het
voorbereiden of plegen van een terroristisch misdrijf). De grond voor de intrekking is dat
desbetreffende persoon handelingen heeft verricht die de essentiële belangen van het
Koninkrijk of van een van de landen van het Koninkrijk ernstig schaden.’20 Deze maatregel
dient te worden aangemerkt als repressief, omdat deze kan volgen na een onherroepelijke
strafrechtelijke veroordeling.
De tweede variant is het wetsvoorstel tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap
in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale
veiligheid. Dit ‘wetsvoorstel beoogt de dreiging weg te nemen van terroristische activiteiten in
Nederland of een van de andere landen van het Koninkrijk, die uitgaat van personen die zich
in het buitenland hebben aangesloten bij een terroristische organisatie. Intrekking van het
Nederlanderschap op grond van het onderhavige wetsvoorstel is een preventieve maatregel
en heeft daarmee een andere doelstelling dan intrekking van het Nederlanderschap op grond
van het wetsvoorstel ter verruiming van de mogelijkheden voor intrekking van het
Nederlanderschap bij terroristische misdrijven’,21 aldus de memorie van toelichting. Met
andere woorden: het is mogelijk om het Nederlanderschap te verliezen, zonder dat sprake is
van een strafrechtelijke veroordeling. De regering benadrukt dat het doel van dit wetsvoorstel
erin is gelegen om de nationale veiligheid te beschermen, in de zin dat terroristische
activiteiten in Nederland worden voorkomen. Strafrechtelijke handhaving schiet tekort indien
onmiddellijk dient te worden opgetreden tegen een terugkeerder die zich ‘niet binnen de
invloedssfeer van de Nederlandse rechtsorde bevindt, terwijl er wel een duidelijke bedreiging
van de nationale veiligheid uitgaat van deze betrokkene’.22
3.2 De intrekking van het Nederlanderschap na een strafrechtelijke veroordeling
wegens terrorisme
De Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) biedt mogelijkheden om het Nederlanderschap
in te trekken wegens strafrechtelijke veroordelingen. Uit artikel 14 lid 2 onder a RWN blijkt
dat de minister van Veiligheid en Justitie het Nederlanderschap kan intrekken ten aanzien
van de persoon die onherroepelijk is veroordeeld wegens een misdrijf, zoals bedoeld in de
titels I tot en met IV van het Boek 2 van het Wetboek van Strafvordering. Op deze misdrijven
dient een gevangenisstraf van acht jaar of meer te zijn gesteld. In dit verband kan worden
gewezen op het bepaalde in artikel 92 Sr: indien een persoon is veroordeeld wegens het
plegen van een aanslag op de Koning met het oogmerk om de Koning van het leven te
beroven. Er bestaat ook een relatie tussen artikel 205 Sr en het intrekken van het
Nederlanderschap: indien een persoon wordt veroordeeld wegens het zonder toestemming
van de Koning iemand voor vreemde krijgsdienst of gewapende strijd te werven, kan de
minister van Veiligheid en Justitie het Nederlanderschap intrekken, zo blijkt uit artikel 14 lid 2
onder b RWN. Er dient echter te worden gewezen op een belangrijke beperking. Uit artikel
14 lid 6 RWN blijkt dat het verlies van het Nederlanderschap niet plaatsvindt indien
staatloosheid daarvan het gevolg zou zijn. De enige uitzondering hierop is te vinden in het
eerste lid van artikel 14 RWN: intrekking van het Nederlanderschap is mogelijk – ook indien
dit tot staatloosheid leidt – in de gevallen waarin de verkrijging van de nationaliteit is
gebaseerd op een aan de verkrijger toe te schrijven bedrieglijk gedrag, valse informatie of
het verzwijging van enig relevant feit.23
Indien sprake is van een veroordeling voor een terroristisch misdrijf, zoals bedoeld in artikel
83 Sr, is het mogelijk dat de minister van Veiligheid en Justitie naar aanleiding van deze
strafrechtelijke veroordeling het Nederlanderschap van deze veroordeelde intrekt. Dit is
mogelijk op grond van artikel 14 lid 2 onder b RWN. Deze intrekkingsgrond vertoont
, overigens een zekere overlap met de intrekkingsgrond die is neergelegd in artikel 14 lid 2
onder a RWN. Als het delict van artikel 92 Sr wordt gepleegd met een terroristisch oogmerk,
kan het Nederlanderschap worden ingetrokken op grond van artikel 14 lid 2 onder b RWN.
Zonder terroristisch oogmerk is intrekking eveneens mogelijk – zo hebben we gezien – op
grond van artikel 14 lid 2 onder a RWN. Ook hier geldt echter weer de beperking die is
neergelegd in artikel 14 lid 6 RWN.
De nieuwste loot aan de stam is de intrekking van het Nederlanderschap naar aanleiding van
een veroordeling wegens artikel 134a Sr. Met deze strafbepaling heeft de wetgever beoogd
om het trainen van terrorisme strafbaar te stellen. Mols geeft aan dat deze bepaling een
zelfstandig strafbaar gestelde voorbereidingshandeling24 betreft van drie verdiepingen. De
eerste verdieping betreft het zichzelf of een ander opzettelijk voorzien van gelegenheid,
middelen of inlichtingen om een terroristisch misdrijf te plegen. De tweede verdieping behelst
de pogingsvorm, namelijk het zichzelf of een ander trachten te voorzien van gelegenheid,
middelen of informatie. Tot slot kan op de derde verdieping de ‘tweeslag’ van het terroristisch
misdrijf worden gevonden: het plegen van een terroristisch misdrijf en het plegen van een
misdrijf waardoor het plegen van een terroristisch misdrijf wordt vergemakkelijkt of
voorbereid.25 Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat artikel 134a Sr ziet op
gedragingen die in enig verband staan met een terroristische training.26
De wetgever heeft gemeend dat het wenselijk is dat het Nederlanderschap kan worden
ingetrokken indien ‘sprake is van hulp bij het plegen van terroristische activiteiten of bij
voorbereiding van dergelijke activiteiten’.27 De intrekking van het Nederlanderschap wordt
aangemerkt als een bestuursrechtelijke maatregel; het laten opleggen van deze maatregel
door de strafrechter ligt volgens de minister, mijns inziens terecht, niet voor de hand.28 Met
deze intrekkingsgrond van het Nederlanderschap wordt tot uitdrukking gebracht dat het
hebben van de Nederlandse nationaliteit niet op enigerlei wijze bevorderend mag zijn om in
het buitenland terroristische misdrijven te plegen of om personen voor te bereiden op het
plegen van terroristische misdrijven.29 De wetgever verwacht dat deze intrekkingsgrond
relevant is voor zowel uitreizende Syrië-gangers als voor degenen die in Nederland jongeren
opleiden tot het plegen van een terroristisch misdrijf.30 Van deze intrekkingsgrond kan
uitsluitend worden gebruikgemaakt indien de betrokkene een dubbele nationaliteit bezit.
Artikel 14 lid 6 RWN staat eraan in de weg dat de betrokkene wegens het intrekken van het
Nederlanderschap staatloos zou worden. Uit het voorgaande mag echter niet worden
afgeleid dat het (primaire) doel van deze intrekking is gelegen in de bestrijding van de
actuele dreiging van het jihadistische terrorisme. Het doel is erin gelegen dat tot uitdrukking
wordt gebracht ‘dat de band tussen Nederland en de betrokkene, die de essentiële belangen
van de Nederlandse staat ernstig heeft geschonden, niet langer kan bestaan’.31 Naar mijn
mening is dit opmerkelijk; deze intrekking wordt immers gepresenteerd in het
actieprogramma ‘Integrale Aanpak Jihadisme’.32 Waarom is de bestrijding van het jihadisme
dan bijzaak?
Voordat de minister van Veiligheid en Justitie over gaat tot intrekking van het
Nederlanderschap naar aanleiding van een veroordeling wegens artikel 134a Sr, dient de
minister de intrekking te toetsen aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit,
zulks in overeenstemming met rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese
Unie.33 Het uitgangspunt is dat de intrekking gerechtvaardigd is als de betrokkene
onherroepelijk is veroordeeld wegens overtreding van artikel 134a Sr. Intrekking kan alleen
plaatsvinden ‘indien er sprake is van gedrag dat de essentiële belangen van de Nederlandse
staat ernstig schaadt’.34 De ernst van de inbreuk op de Nederlandse rechtsorde blijkt onder
andere uit de strafmaat. De aard van het misdrijf speelt eveneens een rol.35 Onder zeer
bijzondere mogelijkheden is het mogelijk dat een intrekking niet in de rede ligt wanneer
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller davidgloudemans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.88. You're not tied to anything after your purchase.