Samenvatting Spieren hand en onderarm

Spieren

 M. Pronator Teres
- Pronatie hand (naar binnen
draaien)
- Ligt aan de ventrale zijde in de
onderarm
- Tweekoppige spier




 M. Palmaris longus
- Kleine pees tussen carpi radialis en
flexor carpi ulnaris
- Niet altijd aanwezig
- Werkt op het polsgewricht
- Activeert flexibiliteit pols



 M. Brachioradialis
- Loopt van opperarmbeen naar de kop van het
spaakbeen.
- Functie over het ellebooggewricht
 Flexie
 Synergist m. biceps brachii en m.
brachialis
 Onderam pronatie en supinatie


 m. flexor carpi radialis
- Ventrale zijde onderarm
- Functie elleboog
 Flexie
 Pronatie
- Functie pols-handgewricht
 Palmair flexie
 Radiaal abductie

 M. Flexor carpi ulnaris
- Spier onderarm
- Functie hand in polsgewricht
 Flexie
 Adductie
 Ulnair abductie

,  M. flexor digitorum superficialis
- Ligt in de onderarm
- Flexie alle vingers behalve duim

 M. flexor digitorum profundus
- Ligt in de onderarm
- Flexie van de uiteinden van de
vingers (vingerkootjes)
- Aangehecht aan de buitenste
vingerkootjes


 M. Flexor pollicis longus
- flexie duim (buigen)




 M. pronator quadratus
- Pronatie hand ( naar binnen draaien)
- Vast aan ulna en radius bij pols




 M. extensor digitorum
- Extensie (strekking) vingertoppen en
middelste gedeelte vingers.


 M. extensor carpi ulnaris
- Strekken en zijwaarts naar binnen
bewegen van de pols




 M. digiti minimi
- Strekken (extensie) pink en pols