Cardiorespiratoire kinesitherapie 1 –
Cardiorespiratoire pathologie
,Theorie les 1 – Marc Claeys
Anatomie en functie van hart en bloedvaten
1. Algemene begrippen
- Holle spier met een conische vorm
- Ligt tussen de longen, in het midden mediastinum, omgeven door het pericard
- Projecteert 1/3 rechts en 2/3 links van de middellijn
- 12 x 9 cm, 280-340g (mannen) en 230-280g (vrouwen)
2. Het cardiovasculaire systeem
Componenten:
a) Hart
- Pompt bloed
b) Vaten
- Transport van bloed
- Regelen arteriële bloeddruk en orgaanperfusie
- Uitwisseling met weefsels
- Pompen bloed terug naar het hart
c) Lymfevaten
- Pompen en transport van lymfevocht
,3. Schikking van organen/ bloedvaten
- Pulmonale en systeem-circulatie staan in serie
o Rechter en linker hart pompen steeds hetzelfde debiet
- Circulatie naar de meeste orgaansystemen gebeurt in parallel (uitgezonderd de lever)
o Voorkomt dat veranderingen in doorbloeding van een orgaan de doorbloeding van de
andere organen beïnvloed
4. Bloedstroom doorheen het hart
4.1. 4 hartkamers
, 4.2. Bloedflow
Zuurstofarm bloed
- Veneus bloed uit het lichaam
- Vena cava superior en inferior
- Rechter atrium
- Tricuspidalis klep
- Rechter ventrikel
- Pulmonalisklep
- Arteria pulmonalis (linker en rechter)
- Oxygenatie in longen
Zuurstofrijk bloed
- Arterieel bloed
- 4 longaders (Venae pulmonales)
- Linker atrium
- Mitralisklep
- Linker ventrikel
- Aortaklep
- Aorta
4.3. Linker ventrikel
- Langer en conischer dan RV
- 3x meer gespierd
- Pompt tegen hoge weerstand van lichaamsvaten
- Papillairspieren, deel van LV wand en mitralisklep
- Interventriculaire septum
Klinisch belang linker ventrikel
- Belangrijkste deel van het hart voor cardioloog en cardiochirurg
- Cardiac output
- Afwijkingen
o Ischemie
o Infarct, aneurysma, ruptuur
o Myocarditis
o Hartfalen
o Gevolgen van klepafwijkingen
Cardiorespiratoire pathologie
,Theorie les 1 – Marc Claeys
Anatomie en functie van hart en bloedvaten
1. Algemene begrippen
- Holle spier met een conische vorm
- Ligt tussen de longen, in het midden mediastinum, omgeven door het pericard
- Projecteert 1/3 rechts en 2/3 links van de middellijn
- 12 x 9 cm, 280-340g (mannen) en 230-280g (vrouwen)
2. Het cardiovasculaire systeem
Componenten:
a) Hart
- Pompt bloed
b) Vaten
- Transport van bloed
- Regelen arteriële bloeddruk en orgaanperfusie
- Uitwisseling met weefsels
- Pompen bloed terug naar het hart
c) Lymfevaten
- Pompen en transport van lymfevocht
,3. Schikking van organen/ bloedvaten
- Pulmonale en systeem-circulatie staan in serie
o Rechter en linker hart pompen steeds hetzelfde debiet
- Circulatie naar de meeste orgaansystemen gebeurt in parallel (uitgezonderd de lever)
o Voorkomt dat veranderingen in doorbloeding van een orgaan de doorbloeding van de
andere organen beïnvloed
4. Bloedstroom doorheen het hart
4.1. 4 hartkamers
, 4.2. Bloedflow
Zuurstofarm bloed
- Veneus bloed uit het lichaam
- Vena cava superior en inferior
- Rechter atrium
- Tricuspidalis klep
- Rechter ventrikel
- Pulmonalisklep
- Arteria pulmonalis (linker en rechter)
- Oxygenatie in longen
Zuurstofrijk bloed
- Arterieel bloed
- 4 longaders (Venae pulmonales)
- Linker atrium
- Mitralisklep
- Linker ventrikel
- Aortaklep
- Aorta
4.3. Linker ventrikel
- Langer en conischer dan RV
- 3x meer gespierd
- Pompt tegen hoge weerstand van lichaamsvaten
- Papillairspieren, deel van LV wand en mitralisklep
- Interventriculaire septum
Klinisch belang linker ventrikel
- Belangrijkste deel van het hart voor cardioloog en cardiochirurg
- Cardiac output
- Afwijkingen
o Ischemie
o Infarct, aneurysma, ruptuur
o Myocarditis
o Hartfalen
o Gevolgen van klepafwijkingen