Cardiorespiratoire kinesitherapie 1 –
Ademhalingskinesitherapie
1
,Les 1 en 2 – Prof Vissers
Restrictieve stoornissen
1. Respiratoir systeem – ademhalingssysteem
- Geheel van longen, ribbenkast en centrale regulatiesystemen (in het verlengde merg van de
hersenen) dat zorgdraagt voor de ademhaling (= respiratie)
- De ademhaling bertreft de inademing (= inhalatie) van verse O2 rijke lucht naar de longen en
de afvoer (= expiratie) van koolzuurrijke lucht uit de longen
- 2 grote groepen: obstructief en restrictief
1.1. Obstructief vs restrictief
Zuurstof opnemen, omdat we de druk in de longen verkleinen, via longblaasjes naar de bloedvaatjes en
zal hier binden op hemoglobine. Via het hart wordt het zuurstofrijke bloed naar de rest van het lichaam
geduwt.
Verschil tussen linker en rechterlong:
- Links: 3 kwabben
- Rechts: 2 kwabben (minder plaats door het hart)
2
,Door de drukverandering vullen de longen met lucht, druk verkleinen/ verlagen door volume te laten
stijgen.
- P = V * cte (V stijgt à P daalt)
Hoe drukverandering initieren?
- Diafragma doen dalen, oppervlakte wordt zo groter.
- Intercostale spieren gebruiken, deze kunnen bewegen aangezien ze aan de ribben vasthechten,
ribben bewegen naar boven en buiten.
- Bijkomend worden de ingewanden samengedrukt en naar voren geduwt door daling van het
diafragma
Paradoxale ademhaling = verkeerde ademhaling
Verschil luchtwegen?
- Luchtwegen bovenaan zijn verstevigd door kraakbeenringen
- Luchtwegen onderaan zijn flexibel en hebben geen kraakbeenringen meer, deze kunnen dus
dichtgaan
- OPM: bij mensen met verregaande luchtwegenproblemen kunnen ook de bovenste luchtwegen
dichtgaan
Slijm (mucus)
- Beschermen de luchtwegen tegen bacteriën, stof, etc. à deeltjes blijven kleven aan de
binnenzijde.
- Slijm afvoeren: hoesten, slikken, schrapen, …
- Als het te veel is? à Probleem! Bv. Mensen met chronische bronchitis.
- Mucus bevinden zich in de cilia (trilhaartjes), deze werken als een transportband,
mucociliatransport à als dit niet goed werkt à er kan een te veel aan mucus ontstaan
- Ophoping van mucus à veroorzaakt een vernauwing, meer weerstand, lucht moeilijker naar
binnen, maar vooral moeilijker naar buiten à als mucus blijft zitten? à meer bacteriën en meer
ontstekingen, omdat de bacteriën blijven zitten à vernauwing? à snelheid van de lucht moet
verhogen à gevolg hiervan is dat de druk verkleint (soort onderdruk), luchtweg vernauwen of
dichtklappen
- Druk aan het uiteinde kan groot blijven als je de lippen net niet op elkaar zet (lippen op spleetjes)
à pursed lip breathing
3
, Flow – volume curve is volledig verplaatst bij obstructief
1.2. Restictief longlijden
- Bij restrictief longlijden is de expansie van de long belemmerd of de mogelijkheid tot ontplooien
afgenomen
- Het is een toestand waarbij alle longvolumes zijn afgenomen (zoals bv bij kwabresectie)
- Patienten trachten hun benodigd ademminuutvolume (AMV) te bereiken door sneller te
ademen (tachypnoe)
Spirometrie
4
Ademhalingskinesitherapie
1
,Les 1 en 2 – Prof Vissers
Restrictieve stoornissen
1. Respiratoir systeem – ademhalingssysteem
- Geheel van longen, ribbenkast en centrale regulatiesystemen (in het verlengde merg van de
hersenen) dat zorgdraagt voor de ademhaling (= respiratie)
- De ademhaling bertreft de inademing (= inhalatie) van verse O2 rijke lucht naar de longen en
de afvoer (= expiratie) van koolzuurrijke lucht uit de longen
- 2 grote groepen: obstructief en restrictief
1.1. Obstructief vs restrictief
Zuurstof opnemen, omdat we de druk in de longen verkleinen, via longblaasjes naar de bloedvaatjes en
zal hier binden op hemoglobine. Via het hart wordt het zuurstofrijke bloed naar de rest van het lichaam
geduwt.
Verschil tussen linker en rechterlong:
- Links: 3 kwabben
- Rechts: 2 kwabben (minder plaats door het hart)
2
,Door de drukverandering vullen de longen met lucht, druk verkleinen/ verlagen door volume te laten
stijgen.
- P = V * cte (V stijgt à P daalt)
Hoe drukverandering initieren?
- Diafragma doen dalen, oppervlakte wordt zo groter.
- Intercostale spieren gebruiken, deze kunnen bewegen aangezien ze aan de ribben vasthechten,
ribben bewegen naar boven en buiten.
- Bijkomend worden de ingewanden samengedrukt en naar voren geduwt door daling van het
diafragma
Paradoxale ademhaling = verkeerde ademhaling
Verschil luchtwegen?
- Luchtwegen bovenaan zijn verstevigd door kraakbeenringen
- Luchtwegen onderaan zijn flexibel en hebben geen kraakbeenringen meer, deze kunnen dus
dichtgaan
- OPM: bij mensen met verregaande luchtwegenproblemen kunnen ook de bovenste luchtwegen
dichtgaan
Slijm (mucus)
- Beschermen de luchtwegen tegen bacteriën, stof, etc. à deeltjes blijven kleven aan de
binnenzijde.
- Slijm afvoeren: hoesten, slikken, schrapen, …
- Als het te veel is? à Probleem! Bv. Mensen met chronische bronchitis.
- Mucus bevinden zich in de cilia (trilhaartjes), deze werken als een transportband,
mucociliatransport à als dit niet goed werkt à er kan een te veel aan mucus ontstaan
- Ophoping van mucus à veroorzaakt een vernauwing, meer weerstand, lucht moeilijker naar
binnen, maar vooral moeilijker naar buiten à als mucus blijft zitten? à meer bacteriën en meer
ontstekingen, omdat de bacteriën blijven zitten à vernauwing? à snelheid van de lucht moet
verhogen à gevolg hiervan is dat de druk verkleint (soort onderdruk), luchtweg vernauwen of
dichtklappen
- Druk aan het uiteinde kan groot blijven als je de lippen net niet op elkaar zet (lippen op spleetjes)
à pursed lip breathing
3
, Flow – volume curve is volledig verplaatst bij obstructief
1.2. Restictief longlijden
- Bij restrictief longlijden is de expansie van de long belemmerd of de mogelijkheid tot ontplooien
afgenomen
- Het is een toestand waarbij alle longvolumes zijn afgenomen (zoals bv bij kwabresectie)
- Patienten trachten hun benodigd ademminuutvolume (AMV) te bereiken door sneller te
ademen (tachypnoe)
Spirometrie
4