Kine bij kinderen – deel theorie
Psychomotoriek
1
,Inleiding – Patricia Van de Walle 18/2
Psychomotoriek is gebaseerd op een holistische visie die vertrekt van eenheid
tussen lichaam en geest. Psychomotoriek integreert het cognitieve, emotionele
en motorische aspect alsook de mogelijkheid om te functioneren in een
psychosociale context.
1. Uitgangspunten psychomotoriek
1) Eenheid van lichaam en geest
2) Situering binnen menselijk bewegen
3) Onderlinge relatie tussen soma, psyché en omgeving
1.1. Eenheid van lichaam en geest
De geest en het lichaam vormen samen de essentie van het ‘mens zijn’ en kunnen
elkaar sterk beïnvloeden.
Voorbeelden zijn legio:
Kind met koorts gedraagt zich anders dan kind zonder koorts
Blij kind huppelt, droevig kind slentert
Of omgekeerd: fysieke klachten als
gevolg van stress, angst, …
Dit wordt steeds voorgesteld als volgende
driehoek:
2
,1.2. Situering binnen het menselijk bewegen
3
, Typische motorische ontwikkeling Stoornis in ontwikkeling
Hierbij worden pedagogische Dit moet opgevolgd worden en bij
maatregelen genomen. ernstige vertraging kunnen er ook
reeds therapeutische maatregelen
Hierbij kan onderscheid gemaakt genomen worden.
worden tussen de psychomotorische
en lichamelijke opvoeding. Dit gebeurt Indien dit niet gebeurt, leidt dit
meestal in een thuis of tot een globale achterstand
schoolomgeving. (vb: mentale beperking
Psychomotorische opvoeding
(eerst)
= het eigen lichaam leren waarnemen,
kennen en uitdrukken.
Lichamelijke opvoeding (later)
= motorische, sociale en cognitieve
vaardigheden aanleren
De diagnose gebeurt op basis van psychomotorische testen
1.3. Onderlinge relatie tussen soma, psyche en omgeving
Wat doet de patiënt met de input in een bepaalde context en wat is de output?
Een zelfde input kan verschillende output geven.
Het is opbouwend, want er wordt steeds meer en meer bijgeleerd
4
Psychomotoriek
1
,Inleiding – Patricia Van de Walle 18/2
Psychomotoriek is gebaseerd op een holistische visie die vertrekt van eenheid
tussen lichaam en geest. Psychomotoriek integreert het cognitieve, emotionele
en motorische aspect alsook de mogelijkheid om te functioneren in een
psychosociale context.
1. Uitgangspunten psychomotoriek
1) Eenheid van lichaam en geest
2) Situering binnen menselijk bewegen
3) Onderlinge relatie tussen soma, psyché en omgeving
1.1. Eenheid van lichaam en geest
De geest en het lichaam vormen samen de essentie van het ‘mens zijn’ en kunnen
elkaar sterk beïnvloeden.
Voorbeelden zijn legio:
Kind met koorts gedraagt zich anders dan kind zonder koorts
Blij kind huppelt, droevig kind slentert
Of omgekeerd: fysieke klachten als
gevolg van stress, angst, …
Dit wordt steeds voorgesteld als volgende
driehoek:
2
,1.2. Situering binnen het menselijk bewegen
3
, Typische motorische ontwikkeling Stoornis in ontwikkeling
Hierbij worden pedagogische Dit moet opgevolgd worden en bij
maatregelen genomen. ernstige vertraging kunnen er ook
reeds therapeutische maatregelen
Hierbij kan onderscheid gemaakt genomen worden.
worden tussen de psychomotorische
en lichamelijke opvoeding. Dit gebeurt Indien dit niet gebeurt, leidt dit
meestal in een thuis of tot een globale achterstand
schoolomgeving. (vb: mentale beperking
Psychomotorische opvoeding
(eerst)
= het eigen lichaam leren waarnemen,
kennen en uitdrukken.
Lichamelijke opvoeding (later)
= motorische, sociale en cognitieve
vaardigheden aanleren
De diagnose gebeurt op basis van psychomotorische testen
1.3. Onderlinge relatie tussen soma, psyche en omgeving
Wat doet de patiënt met de input in een bepaalde context en wat is de output?
Een zelfde input kan verschillende output geven.
Het is opbouwend, want er wordt steeds meer en meer bijgeleerd
4