Veehouderij
Vertering herkauwers
Terminologie
• Herkauwer = Ruminant
• Spijsvertering = Digestion
• Slokdarm: Esophagus
• Netmaag: Reticulum
• Pens: Rumen
• Boekmaag: omasum
• Lebmaag: abomasum
• Dunne darm: small intestine
• Dikke darm: large intestine
Magencomplex
Pens
• 160 liter
• Functie:
o Ruwvoeder vertering
o In symbiose met miljarden micro-organismen
o ➔FERMENTATIEVE AFBRAAK
Netmaag
• 16 liter
• Waterige brij
• Functie: passage regelen van voeder
o > 1-2 mm →rumen
o < 1-2 mm →boekmaag
Boekmaag
• 12 l
• Functie:
o Voederdeeltjes verder verkleinen
o Indikking van spijsbrij
Lebmaag
• 12 l
• Functie
o vergelijkbaar bij niet-herkauwers
o HCl→sterk zuur
o Start van ENZYMATISCHE AFBRAAK
1
,Pensflora
• Bundeling van alle micro-organismen
• 4 groepen die voedselwebvormen:
o Bacteriën: 109 tot 1010/ml
o Protozoa: 106tot 107/ml
o Methanogene archaea →produceren methaan (CH4)
o Schimmels (fungi): beperkt
Ecologie pensflora
• Steeds in “labiel evenwicht”
o Afhankelijk van voeding
o Afhankelijk van andere m.o.: Afval van éné m.o. = nutriënt voor ander
→pensvoedselweb
• Temperatuur: 37-39°C
• pH: tussen 6 en 7
o Kan schommelen o.i.v. fermentatie voedingsstoffen
• Cellulolytische micro-organismen:
o verteren cellulose
• Hemicellulolytisch micro-organismen :
o verteren hemicellulose
• Amylolytische micro-organismen :
o verteren zetmeel
• Proteolytische micro-organismen :
o verteren eiwitten
belang pensflora
• Omzetting van (hemi-)cellulose = VERTERING
o Zoogdieren hebben geen (hemi-)cellulase om dit te verteren; pensorganismenwel
o Deze vertering levert ENERGIE
• Omzetting van NPN naar aminozuren =OPBOUW
o Niet eiwit stikstof (Non-ProteinNitrogen) omzetten tot AZ
• Synthese van kwalitatief hoogstaande eiwitten = OPBOUW
o Plantaardige eiwitten met weinig essentiële AZ
o →microbiele eiwitten met essentiële AZ
• Synthetiseren van vitamine B = OPBOUW
o Zoogdieren →kunnen niet zelf vit. B aanmaken
o Herkauwers →geen vit. B tekorten
2
,Ontwikkeling magencomplex
• Bij geboorte:
o Lebmaag best ontwikkeld
o Voormagen functioneren nauwelijks
o Kalf kan enkel melk verteren
o Slokdarmsleufreflex: melk komt rechtstreeks in lebmaag
• Start opname vast voedsel
o Pensontwikkeling start:
▪ Papil-ontwikkeling op penswand →vergroot oppervlakte van penswand
▪ Pensspieren op penswand →vergroot de contractie-activiteitvan de
penswand
• Geboorte = kalf is “monogastrisch” →enkel melk wordt verteerd in lebmaag
• Spenen = kalf geëvolueerd tot herkauwer
ontwikkeling
• Ontwikkeling van papillen op de penswand
o Goede ontwikkeling
o →Groter absorptie-oppervlakte
• Ontwikkeling pensspieren: door het geven van structuurrijk voeder (=ruwvoeder)
• Ontwikkeling penspapillen: door het geven van snel afbreekbare koolhydraten
Herkauwen of ruminatie
• 1 herkauwcyclus : 60 seconden
Fasen
• 4 fasen
o Fase 1: Regurgitatie
▪ Terugstuwen van voedselbrij vanuit pens →muil
o Fase 2: Herkauwen
▪ Trager en regelmatiger kauwen dan bij voederopname (bv. grazen)
o Fase 3: Bespeekselen
▪ 70% van water in pens afkomstig van speeksel
▪ Speeksel bevat Na bicarbonaat →bufferende werking →pH blijft voldoende
hoog
▪ 40-150 l speeksel per dag!
o Fase 4: Inslikken
▪ Voedselbrij terug naar pens
Tijd
• 8 uur per dag
• 35 –80 min per kg ruwvoeder
3
, Beoordeling
• Penswerking
o Pensbewegingen zijn voelbaar met de hand
o Linkerzijde, achter laatste rib in bovenflank
o Actieve pens: 2 duidelijke contracties per minuut voelbaar
o Slappe contracties duidt op onvoldoende structuurgevend ruwvoeder
• Herkauwactiviteit
o In rustperiode: tellen van aantal herkauwende dieren
▪ > 60%
o Herkauwen: bij voorkeur liggend
▪ Staand = verdacht
o Per herkauwcyclus van ongeveer 1 minuut:
▪ 60-65 kauwbewegingen
▪ Minder dan 55 →pens functioneert niet goed
o Vooral belangrijk om uit te voeren:
▪ Bij pasgekalfde koeien
▪ Bij rantsoenwijziging
Koolhydraten in de pens
• 2 groepen
o KH die in de celwand zitten = zorgen voor stevigheid
▪ Cellulose, hemicellulose en lignine
o KH die in de cellen zitten = reserve opslagplaats van energie
▪ Zetmeel en suikers
Groep 1: Celwand-koolhydraten
• Celwand plant
o Sterk
o Dik, moeilijk te verteren
o Zorgt voor stevigheid van organisme
o Ouder worden van plant →meer lignine(bv stro)
▪ Verteerbaarheid voor herkauwers daalt
• Celwand dier
o Slap
o Skelet zorgt voor stevigheid van organisme
• Stevigheid celwanden van planten → varieert
o Varieert per soort
o Varieert volgens groeistadium
o Varieert volgens ras
• CELWAND KOOLHYDRATEN = Ruwe Celstof
o Ruwe Celstof = (Hemi-) cellulose + Lignine
▪ (HEMI-) CELLULOSE
• Niet verteerbaar door dierlijke verteringssappen
• Wel verteerbaar door micro-organismen
▪ LIGNINE(= houtsof):
• Niet afbreekbaar door micro-organismen
4
Vertering herkauwers
Terminologie
• Herkauwer = Ruminant
• Spijsvertering = Digestion
• Slokdarm: Esophagus
• Netmaag: Reticulum
• Pens: Rumen
• Boekmaag: omasum
• Lebmaag: abomasum
• Dunne darm: small intestine
• Dikke darm: large intestine
Magencomplex
Pens
• 160 liter
• Functie:
o Ruwvoeder vertering
o In symbiose met miljarden micro-organismen
o ➔FERMENTATIEVE AFBRAAK
Netmaag
• 16 liter
• Waterige brij
• Functie: passage regelen van voeder
o > 1-2 mm →rumen
o < 1-2 mm →boekmaag
Boekmaag
• 12 l
• Functie:
o Voederdeeltjes verder verkleinen
o Indikking van spijsbrij
Lebmaag
• 12 l
• Functie
o vergelijkbaar bij niet-herkauwers
o HCl→sterk zuur
o Start van ENZYMATISCHE AFBRAAK
1
,Pensflora
• Bundeling van alle micro-organismen
• 4 groepen die voedselwebvormen:
o Bacteriën: 109 tot 1010/ml
o Protozoa: 106tot 107/ml
o Methanogene archaea →produceren methaan (CH4)
o Schimmels (fungi): beperkt
Ecologie pensflora
• Steeds in “labiel evenwicht”
o Afhankelijk van voeding
o Afhankelijk van andere m.o.: Afval van éné m.o. = nutriënt voor ander
→pensvoedselweb
• Temperatuur: 37-39°C
• pH: tussen 6 en 7
o Kan schommelen o.i.v. fermentatie voedingsstoffen
• Cellulolytische micro-organismen:
o verteren cellulose
• Hemicellulolytisch micro-organismen :
o verteren hemicellulose
• Amylolytische micro-organismen :
o verteren zetmeel
• Proteolytische micro-organismen :
o verteren eiwitten
belang pensflora
• Omzetting van (hemi-)cellulose = VERTERING
o Zoogdieren hebben geen (hemi-)cellulase om dit te verteren; pensorganismenwel
o Deze vertering levert ENERGIE
• Omzetting van NPN naar aminozuren =OPBOUW
o Niet eiwit stikstof (Non-ProteinNitrogen) omzetten tot AZ
• Synthese van kwalitatief hoogstaande eiwitten = OPBOUW
o Plantaardige eiwitten met weinig essentiële AZ
o →microbiele eiwitten met essentiële AZ
• Synthetiseren van vitamine B = OPBOUW
o Zoogdieren →kunnen niet zelf vit. B aanmaken
o Herkauwers →geen vit. B tekorten
2
,Ontwikkeling magencomplex
• Bij geboorte:
o Lebmaag best ontwikkeld
o Voormagen functioneren nauwelijks
o Kalf kan enkel melk verteren
o Slokdarmsleufreflex: melk komt rechtstreeks in lebmaag
• Start opname vast voedsel
o Pensontwikkeling start:
▪ Papil-ontwikkeling op penswand →vergroot oppervlakte van penswand
▪ Pensspieren op penswand →vergroot de contractie-activiteitvan de
penswand
• Geboorte = kalf is “monogastrisch” →enkel melk wordt verteerd in lebmaag
• Spenen = kalf geëvolueerd tot herkauwer
ontwikkeling
• Ontwikkeling van papillen op de penswand
o Goede ontwikkeling
o →Groter absorptie-oppervlakte
• Ontwikkeling pensspieren: door het geven van structuurrijk voeder (=ruwvoeder)
• Ontwikkeling penspapillen: door het geven van snel afbreekbare koolhydraten
Herkauwen of ruminatie
• 1 herkauwcyclus : 60 seconden
Fasen
• 4 fasen
o Fase 1: Regurgitatie
▪ Terugstuwen van voedselbrij vanuit pens →muil
o Fase 2: Herkauwen
▪ Trager en regelmatiger kauwen dan bij voederopname (bv. grazen)
o Fase 3: Bespeekselen
▪ 70% van water in pens afkomstig van speeksel
▪ Speeksel bevat Na bicarbonaat →bufferende werking →pH blijft voldoende
hoog
▪ 40-150 l speeksel per dag!
o Fase 4: Inslikken
▪ Voedselbrij terug naar pens
Tijd
• 8 uur per dag
• 35 –80 min per kg ruwvoeder
3
, Beoordeling
• Penswerking
o Pensbewegingen zijn voelbaar met de hand
o Linkerzijde, achter laatste rib in bovenflank
o Actieve pens: 2 duidelijke contracties per minuut voelbaar
o Slappe contracties duidt op onvoldoende structuurgevend ruwvoeder
• Herkauwactiviteit
o In rustperiode: tellen van aantal herkauwende dieren
▪ > 60%
o Herkauwen: bij voorkeur liggend
▪ Staand = verdacht
o Per herkauwcyclus van ongeveer 1 minuut:
▪ 60-65 kauwbewegingen
▪ Minder dan 55 →pens functioneert niet goed
o Vooral belangrijk om uit te voeren:
▪ Bij pasgekalfde koeien
▪ Bij rantsoenwijziging
Koolhydraten in de pens
• 2 groepen
o KH die in de celwand zitten = zorgen voor stevigheid
▪ Cellulose, hemicellulose en lignine
o KH die in de cellen zitten = reserve opslagplaats van energie
▪ Zetmeel en suikers
Groep 1: Celwand-koolhydraten
• Celwand plant
o Sterk
o Dik, moeilijk te verteren
o Zorgt voor stevigheid van organisme
o Ouder worden van plant →meer lignine(bv stro)
▪ Verteerbaarheid voor herkauwers daalt
• Celwand dier
o Slap
o Skelet zorgt voor stevigheid van organisme
• Stevigheid celwanden van planten → varieert
o Varieert per soort
o Varieert volgens groeistadium
o Varieert volgens ras
• CELWAND KOOLHYDRATEN = Ruwe Celstof
o Ruwe Celstof = (Hemi-) cellulose + Lignine
▪ (HEMI-) CELLULOSE
• Niet verteerbaar door dierlijke verteringssappen
• Wel verteerbaar door micro-organismen
▪ LIGNINE(= houtsof):
• Niet afbreekbaar door micro-organismen
4