Voortplanting en verloskunde
Het geboortekanaal
Bekkenkanaal
- Grootste doorsnede craniaal
- Kleinste doorsnede caudaal
o Zitbeenboog
o brede bekkenbanden
o kruisbeen
o eerste staartwervels
o iets vervormbaar
- verticale doorsnede groter dan horizontale
- Dit bevordert door-schuiven van vrucht
Geslachtsorganen vrouw
Eierstok, ovarium
- Klein orgaan
- Links en rechts
- Ovaal –plat
- 0.5 cm (kat) –5 cm (paard)
Bouw
- bindweefsel met eicellen ertussen
functie
- gametogenese en hormoonproductie
diersoortverschillend
- RUND
o Liggen IN het bekken (bij niet-drachtig dier!)
o Langwerpig (L:3-4cm, B:2-3cm)
o Vrij zacht aanvoelend
o 15-20g
o Goed te voelen bij rectaal onderzoek
- Zeug
o druiventrosvormig en purperrood
- kleine herkauwers en vleeseters
o kleiner
- paard
o Dieper in buik, onder lendenen
o Minder goed te voelen, voelen hard aan
o Sterk bindweefselkapsel (tunica albuginea)
o Ovulatiegroeve (geen tun alb): hier komt eitje vrij
o Ong rond–Doorsnede 4-5cm
1
, Eileider, oviduct
- Links en rechts
- Zeer dunne
- Sterk gekronkelde buis
- Niet voelbaar, nauwelijks zichtbaar
- Verbinding tussen eierstok en baarmoeder
- Trechtervormige verwijding met franjes
(fimbriae) omsluit de eierstok (ampulla)
- Lumen bekleed met muceuze membraan
- Veel vouwen
- epitheel bevat trilharen die een beweging veroorzaken in de richting van de uterus
- bevruchting vindt plaats in het bovenste derde van de eileider
- Versmalt dicht bij de uterus (istmus)
Baarmoeder uturus
- 1 baarmoeder lichaam
- 2 hoornen
- → uturus bicornis
Konijn
- 2 aparte uteri
- 2 aparte cervices
- 1 vagina
- → uturus duplex
Mens
- GEEN hoornen
- Alleen CORPUS
- → uturus simplex
Diersoortverschillen
- Koe:
o 2 hoornen opgekruld als de hoornen van een ram(koersfietsstuur)
o Corpus: klein
- Merrie:
o 2 hoornen T –vormig (als een gewoon fietsstuur) in de buik, relatief kort
o Corpus: zeer goed ontwikkeld
- Zeug:
o 2 zeer lange kronkelende hoornen
2
,Histologische structuur
- Sereuze membraam
o buitenste laag
- Myometrium
o spierlaag (gladde spiercellen: zeer gevoelig
aan hormonale en neurogene
prikkels!→partus!)
▪ Binnenste circulaire spierlaag
▪ Middenste vet-of tussenlaag
▪ Buitenste longitudinale spierlaag
- Endometrium
o binnenste laag: klierrijk en bindweefsel
(innesteling)
baarmoederhals, cervix
- Sterk geplooide spier met veel (hard) bindweefsel
- Groot secretorisch oppervlak
o Slijm varieert van cyclusstadium
▪ Hoeveelheid
▪ Viscositeit
Functie
- Sluit de baarmoeder (binnen) af van de vagina (buiten)
- Beschermt tegen infectie
- maakt passage van sperma mogelijk
- opent baarmoeder voor geboorte
diersoort verschillen
- Koe:
o 5-8 cm lang
o Hard bindweefsel (kraakbeenvormig)
o In 3 harde ‘ringen’
▪ Craniale
▪ Middenste
▪ Caudale ring
o Cervix is dus een ‘gebroken’ en geen
rechte lijn!
o Omvang neemt toe met stijgende leeftijd
- Merie
o 5-8 cm lang
o Zacht
o zeer gemakkelijk te passeren, want
▪ geen dwarse ringen
▪ wel longitudinale groeven
o puilt uit in de vagina (portio vaginalis)
o bij hengstigheid: slap, week en ligt op de bodem van
de vagina
3
, - schaap en geit:
o Zeer vergelijkbaar
- koe–Vleeseters:
o Effen cervix kanaal
- Zeug:
o 20 cm lang
o Ook weefselverdikking, maar niet ringvormig,
o Wel spiraal-vormig (kurketrekkervorm penis beer)
▪ (foto)
De schede, vagina
- Eigenlijke vagina of (fornix)
o Loopt van cervix tot hymen
- Voorhof of vestibulum
o Loopt van hymen tot vulva
- Hymen(maagdenvlies)
o Scheiding tussen genitaal en
urogenitaal deel
o Meest ontwikkeld bij vrouw
o Veel minder bij dieren
- Clitoris(kittelaar)
o Aan ventrale zijde van de externe
genitalia
o Equivalent van de penis
Schaamspleet, vulva
- 2 labiae(vulva-lippen): 3 criteria
o Goed sluiten
o Verticaal staan
o Geen abnormale uitvloei vertonen
- Buitenzijde
o onbehaard en vettig en niet-gepigmenteerd (merrie:wel)
- Enkele haartjes aan de ventrale commissuur
Darmnaad
- streek tussen aarsopeningen vulva
- Scheurt soms in bij de geboorte
o cloaca vorming
o problemen om drachtig te geraken
4
Het geboortekanaal
Bekkenkanaal
- Grootste doorsnede craniaal
- Kleinste doorsnede caudaal
o Zitbeenboog
o brede bekkenbanden
o kruisbeen
o eerste staartwervels
o iets vervormbaar
- verticale doorsnede groter dan horizontale
- Dit bevordert door-schuiven van vrucht
Geslachtsorganen vrouw
Eierstok, ovarium
- Klein orgaan
- Links en rechts
- Ovaal –plat
- 0.5 cm (kat) –5 cm (paard)
Bouw
- bindweefsel met eicellen ertussen
functie
- gametogenese en hormoonproductie
diersoortverschillend
- RUND
o Liggen IN het bekken (bij niet-drachtig dier!)
o Langwerpig (L:3-4cm, B:2-3cm)
o Vrij zacht aanvoelend
o 15-20g
o Goed te voelen bij rectaal onderzoek
- Zeug
o druiventrosvormig en purperrood
- kleine herkauwers en vleeseters
o kleiner
- paard
o Dieper in buik, onder lendenen
o Minder goed te voelen, voelen hard aan
o Sterk bindweefselkapsel (tunica albuginea)
o Ovulatiegroeve (geen tun alb): hier komt eitje vrij
o Ong rond–Doorsnede 4-5cm
1
, Eileider, oviduct
- Links en rechts
- Zeer dunne
- Sterk gekronkelde buis
- Niet voelbaar, nauwelijks zichtbaar
- Verbinding tussen eierstok en baarmoeder
- Trechtervormige verwijding met franjes
(fimbriae) omsluit de eierstok (ampulla)
- Lumen bekleed met muceuze membraan
- Veel vouwen
- epitheel bevat trilharen die een beweging veroorzaken in de richting van de uterus
- bevruchting vindt plaats in het bovenste derde van de eileider
- Versmalt dicht bij de uterus (istmus)
Baarmoeder uturus
- 1 baarmoeder lichaam
- 2 hoornen
- → uturus bicornis
Konijn
- 2 aparte uteri
- 2 aparte cervices
- 1 vagina
- → uturus duplex
Mens
- GEEN hoornen
- Alleen CORPUS
- → uturus simplex
Diersoortverschillen
- Koe:
o 2 hoornen opgekruld als de hoornen van een ram(koersfietsstuur)
o Corpus: klein
- Merrie:
o 2 hoornen T –vormig (als een gewoon fietsstuur) in de buik, relatief kort
o Corpus: zeer goed ontwikkeld
- Zeug:
o 2 zeer lange kronkelende hoornen
2
,Histologische structuur
- Sereuze membraam
o buitenste laag
- Myometrium
o spierlaag (gladde spiercellen: zeer gevoelig
aan hormonale en neurogene
prikkels!→partus!)
▪ Binnenste circulaire spierlaag
▪ Middenste vet-of tussenlaag
▪ Buitenste longitudinale spierlaag
- Endometrium
o binnenste laag: klierrijk en bindweefsel
(innesteling)
baarmoederhals, cervix
- Sterk geplooide spier met veel (hard) bindweefsel
- Groot secretorisch oppervlak
o Slijm varieert van cyclusstadium
▪ Hoeveelheid
▪ Viscositeit
Functie
- Sluit de baarmoeder (binnen) af van de vagina (buiten)
- Beschermt tegen infectie
- maakt passage van sperma mogelijk
- opent baarmoeder voor geboorte
diersoort verschillen
- Koe:
o 5-8 cm lang
o Hard bindweefsel (kraakbeenvormig)
o In 3 harde ‘ringen’
▪ Craniale
▪ Middenste
▪ Caudale ring
o Cervix is dus een ‘gebroken’ en geen
rechte lijn!
o Omvang neemt toe met stijgende leeftijd
- Merie
o 5-8 cm lang
o Zacht
o zeer gemakkelijk te passeren, want
▪ geen dwarse ringen
▪ wel longitudinale groeven
o puilt uit in de vagina (portio vaginalis)
o bij hengstigheid: slap, week en ligt op de bodem van
de vagina
3
, - schaap en geit:
o Zeer vergelijkbaar
- koe–Vleeseters:
o Effen cervix kanaal
- Zeug:
o 20 cm lang
o Ook weefselverdikking, maar niet ringvormig,
o Wel spiraal-vormig (kurketrekkervorm penis beer)
▪ (foto)
De schede, vagina
- Eigenlijke vagina of (fornix)
o Loopt van cervix tot hymen
- Voorhof of vestibulum
o Loopt van hymen tot vulva
- Hymen(maagdenvlies)
o Scheiding tussen genitaal en
urogenitaal deel
o Meest ontwikkeld bij vrouw
o Veel minder bij dieren
- Clitoris(kittelaar)
o Aan ventrale zijde van de externe
genitalia
o Equivalent van de penis
Schaamspleet, vulva
- 2 labiae(vulva-lippen): 3 criteria
o Goed sluiten
o Verticaal staan
o Geen abnormale uitvloei vertonen
- Buitenzijde
o onbehaard en vettig en niet-gepigmenteerd (merrie:wel)
- Enkele haartjes aan de ventrale commissuur
Darmnaad
- streek tussen aarsopeningen vulva
- Scheurt soms in bij de geboorte
o cloaca vorming
o problemen om drachtig te geraken
4