Milieukunde
Wat is milieu
- Het milieu is te omschrijven als de fysieke, levende en niet-levende omgeving van de mens,
waarmee deze in een wederkerige relatie staat.
- De mens maakt deel uit van het milieu.
o oefenen ook invloed uit op de natuur en het milieu
- Natuur en ecologie zijn hiervoor zeer belangrijk
Natuurlijke hulpbronnen
- Grondstoffen (of materialen) en energiebronnen
hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen
- zonlicht, wind en golfenergie, worden voortdurend vernieuwd en zijn in wezen
onuitputtelijk
Niet-hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen
- mineralen en ruwe olie
- veel langzamer gevormd dan wij ze gebruiken.
- Op is op
Ecosysteemdiensten
- Diensten geleverd door een goed functionerende planeet
o Klimaatregeling
o Zuurstof produceren
o Voorkomen van bodemerosie door vegetatie
o Bestuiven van gewassen
o Productie van actieve componenten voor geneesmiddelen
- Zowel diensten als hulpbronnen staan onder druk door toenemende menselijke activiteit
Milieukunde
- Milieukunde is de interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met de relatie tussen de
mens en zijn milieu
- potentiële en actuele problemen
- Doel: problemen oplossen of voorkomen
Europees milieubeleid
- Voorzorgsbeginsel
- De vervuiler betaald principe
o wie schade toebrengt aan hetmilieude economische kosten zou moeten betalen
1
,De planetaire grenzen
- From a small world on a big planet to a big world an a small
planet
Hockeystickpatroon:
- de concentraties van verschillende polluenten in de
atmosfeer de laatste 50 jaar, sinds de industriële revolutie
een exponentiële stijging op
holoceen:
- Enige gekende toestand van de planeet waarbij menselijke
welvaart en ontwikkeling mogelijk is
Atropoceen:
- De mensheid is uitgegroeid tot een kracht van geologische
proporties
- Mens heeft meer invloed op de toestand waarin aarde zich
bevindt dan geologische processen zoals
o afstand tot zon
o vulkaanuitbarstingen
aardbevingen
- Holoceen is reeds verlaten!
- De toestand van de aarde wijkt al af van de gekende stabiele toestand van het holoceen
- Doel: aarde behouden in een “manageable” state
Kantelpunten
- Eens je een kantelpunt bereikt, evolueert de aarde
o dat kan langzaam zijn, maar zonder dat je het kan tegenhouden
o naar een nieuw en ongekend evenwicht
Hoe aarde reageert op milieudruk
- Veerkracht gaat verloren
o Zolang er veerkracht/weerbaarheid is
o Biologische, fysische en chemische reacties zorgen voor negatieve feedback loops
(demping van effecten) en zorgen terug voor stabiele toestand
- KANTELPUNT Geen veerkracht meer
o Positieve feedback loop: versterkend effect
o Steeds kouder of warmer...
o Niet tegen te houden
Combinatie van wetenschap
- Holoceen
o Gewenste referentietoestand = enige gekende toestand waarin menselijke welvaart
kan bestaan
- Antropoceen
o We begeven ons buiten het holoceen... Onzekere toestand. Mens heeft meeste
invloed op toestand aarde
- Kantelpunten
o Identificatie van de systemen die de stabiliteit van het aardse systeem behouden
2
,De negen planetaire grenzen
- verlies van biodiversiteit en ecosystemen (=biosfeerintegriteit)
- klimaatverandering
- verzuring van de oceanen
- verandering in landgebruik
- niet-duurzaam zoetwatergebruik
- verstoring van biogeochemische cycli (stikstof-en fosforinbreng in de biosfeer)
- wijziging van atmosferische aerosolen (nog niet gekwantificeerd)
- vervuiling door nieuwe chemische stoffen (nog niet gekwantificeerd)
- de afbraak van ozon in de stratosfeer
twee basisgrenzen
- Klimaatsverandering
- Biodiversiteit
- Deze kunnen op zichzelf stabiliteit aardsysteem in gedrang brengen.
- Als deze goed (beïnvloed door de anderen), zeer waarschijnlijk aarde veiliggesteld
3
, Klimaatsverandering
- Klimaatverandering is de verandering van het gemiddelde weerstoestand over een lange
periode
- Planetaire grens al lang overschreden
- Verlies zomerpoolijs bijna onvermijdelijk
o Positieve feedbackloop
o Stijging zeespiegel
- Degradatie regenwoud
o Daling in koolstofopslag
o Versnelling opwarming aarde
Verzuring van oceanen
- kwart van de CO2 die de mensheid in de atmosfeer uitstoot,
o opgelost in de oceanen.
o vorming koolzuur
▪ chemie oceanen verandert en de pH van het oppervlaktewater neemt af
o carbonaationen nemen af
▪ nodig voor zeedieren
o moeilijker groeien van organismen
verandering in landgebruik
- Omzetting van vegetatietypes zoals bos, moeras, graslanden naar landbouw, industrie
o Vrijgave en minder opslag CO2: klimaatsopwarming
o Verstoring van de N-en P-cycli
o Verstoring van de globale waterkringloop
Niet duurzaam gebruik van zoetwaterbronnen
- Menselijke consumptie drijvende kracht van veranderingen
- Debieten waterlopen
- Globale dampstromen wijzigen
- Effecten plots en onvoorspelbaar
- → Klimaatregulerende werking en belangrijk voor biodiversiteit
Verstoring N-en P-cycli
- Stikstof en fosfor essentiële voor de groei van planten
- Mensen zetten nu meer atmosferische stikstof (N2) om in reactieve vormen (NH4+en NO3-)
- reactieve stikstof wordt terug in atmosfeer uitgestoten
- toename van fosfor en stikstof → neemt de hoeveelheid algen in het water toe
(=eutroficatie)
o zuurstoftekort kan optreden doordat bacteriën de bloei van algen consumeren
4
Wat is milieu
- Het milieu is te omschrijven als de fysieke, levende en niet-levende omgeving van de mens,
waarmee deze in een wederkerige relatie staat.
- De mens maakt deel uit van het milieu.
o oefenen ook invloed uit op de natuur en het milieu
- Natuur en ecologie zijn hiervoor zeer belangrijk
Natuurlijke hulpbronnen
- Grondstoffen (of materialen) en energiebronnen
hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen
- zonlicht, wind en golfenergie, worden voortdurend vernieuwd en zijn in wezen
onuitputtelijk
Niet-hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen
- mineralen en ruwe olie
- veel langzamer gevormd dan wij ze gebruiken.
- Op is op
Ecosysteemdiensten
- Diensten geleverd door een goed functionerende planeet
o Klimaatregeling
o Zuurstof produceren
o Voorkomen van bodemerosie door vegetatie
o Bestuiven van gewassen
o Productie van actieve componenten voor geneesmiddelen
- Zowel diensten als hulpbronnen staan onder druk door toenemende menselijke activiteit
Milieukunde
- Milieukunde is de interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met de relatie tussen de
mens en zijn milieu
- potentiële en actuele problemen
- Doel: problemen oplossen of voorkomen
Europees milieubeleid
- Voorzorgsbeginsel
- De vervuiler betaald principe
o wie schade toebrengt aan hetmilieude economische kosten zou moeten betalen
1
,De planetaire grenzen
- From a small world on a big planet to a big world an a small
planet
Hockeystickpatroon:
- de concentraties van verschillende polluenten in de
atmosfeer de laatste 50 jaar, sinds de industriële revolutie
een exponentiële stijging op
holoceen:
- Enige gekende toestand van de planeet waarbij menselijke
welvaart en ontwikkeling mogelijk is
Atropoceen:
- De mensheid is uitgegroeid tot een kracht van geologische
proporties
- Mens heeft meer invloed op de toestand waarin aarde zich
bevindt dan geologische processen zoals
o afstand tot zon
o vulkaanuitbarstingen
aardbevingen
- Holoceen is reeds verlaten!
- De toestand van de aarde wijkt al af van de gekende stabiele toestand van het holoceen
- Doel: aarde behouden in een “manageable” state
Kantelpunten
- Eens je een kantelpunt bereikt, evolueert de aarde
o dat kan langzaam zijn, maar zonder dat je het kan tegenhouden
o naar een nieuw en ongekend evenwicht
Hoe aarde reageert op milieudruk
- Veerkracht gaat verloren
o Zolang er veerkracht/weerbaarheid is
o Biologische, fysische en chemische reacties zorgen voor negatieve feedback loops
(demping van effecten) en zorgen terug voor stabiele toestand
- KANTELPUNT Geen veerkracht meer
o Positieve feedback loop: versterkend effect
o Steeds kouder of warmer...
o Niet tegen te houden
Combinatie van wetenschap
- Holoceen
o Gewenste referentietoestand = enige gekende toestand waarin menselijke welvaart
kan bestaan
- Antropoceen
o We begeven ons buiten het holoceen... Onzekere toestand. Mens heeft meeste
invloed op toestand aarde
- Kantelpunten
o Identificatie van de systemen die de stabiliteit van het aardse systeem behouden
2
,De negen planetaire grenzen
- verlies van biodiversiteit en ecosystemen (=biosfeerintegriteit)
- klimaatverandering
- verzuring van de oceanen
- verandering in landgebruik
- niet-duurzaam zoetwatergebruik
- verstoring van biogeochemische cycli (stikstof-en fosforinbreng in de biosfeer)
- wijziging van atmosferische aerosolen (nog niet gekwantificeerd)
- vervuiling door nieuwe chemische stoffen (nog niet gekwantificeerd)
- de afbraak van ozon in de stratosfeer
twee basisgrenzen
- Klimaatsverandering
- Biodiversiteit
- Deze kunnen op zichzelf stabiliteit aardsysteem in gedrang brengen.
- Als deze goed (beïnvloed door de anderen), zeer waarschijnlijk aarde veiliggesteld
3
, Klimaatsverandering
- Klimaatverandering is de verandering van het gemiddelde weerstoestand over een lange
periode
- Planetaire grens al lang overschreden
- Verlies zomerpoolijs bijna onvermijdelijk
o Positieve feedbackloop
o Stijging zeespiegel
- Degradatie regenwoud
o Daling in koolstofopslag
o Versnelling opwarming aarde
Verzuring van oceanen
- kwart van de CO2 die de mensheid in de atmosfeer uitstoot,
o opgelost in de oceanen.
o vorming koolzuur
▪ chemie oceanen verandert en de pH van het oppervlaktewater neemt af
o carbonaationen nemen af
▪ nodig voor zeedieren
o moeilijker groeien van organismen
verandering in landgebruik
- Omzetting van vegetatietypes zoals bos, moeras, graslanden naar landbouw, industrie
o Vrijgave en minder opslag CO2: klimaatsopwarming
o Verstoring van de N-en P-cycli
o Verstoring van de globale waterkringloop
Niet duurzaam gebruik van zoetwaterbronnen
- Menselijke consumptie drijvende kracht van veranderingen
- Debieten waterlopen
- Globale dampstromen wijzigen
- Effecten plots en onvoorspelbaar
- → Klimaatregulerende werking en belangrijk voor biodiversiteit
Verstoring N-en P-cycli
- Stikstof en fosfor essentiële voor de groei van planten
- Mensen zetten nu meer atmosferische stikstof (N2) om in reactieve vormen (NH4+en NO3-)
- reactieve stikstof wordt terug in atmosfeer uitgestoten
- toename van fosfor en stikstof → neemt de hoeveelheid algen in het water toe
(=eutroficatie)
o zuurstoftekort kan optreden doordat bacteriën de bloei van algen consumeren
4