Scheikunde
Hoofdstuk 5 + 6
Hoofdstuk 5: Zouten en zoutoplossingen
Paragraaf 5.1: Zouten kom je overal tegen
Positief ion zodra een (metaal)atoom één of meer elektronen afstaat
o Naam van atoomsoort + -ion (+ evt. Romeinse cijfers)
Negatief ion zodra een (niet-metaal)atoom één of meer elektronen opneemt
o Eindigt altijd op –ide
Elektrovalentie de lading die het ion van een bepaalde atoomsoort krijgt
Twee voorwaarden voor het geleiden van elektrische stroom
o Geladen deeltjes moeten er aanwezig zijn
o De geladen deeltjes moeten vrij kunnen bewegen
De formule van een zout combinatie van metalen en niet-metalen
Zouten hebben een hoge smeltpunt positieve en negatieve ionen trekken elkaar
sterk aan
Paragraaf 5.2: Namen en formules van zouten
Enkelvoudige ionen ionen die uit één atoomsoort bestaan
o Positieve enkelvoudige ionen ontstaan uit metaalatomen doordat die één of
meer elektronen afstaan
o Negatieve enkelvoudige ionen ontstaan uit niet-metaalatomen doordat deze
één of meer elektronen opneemt
Samengestelde ionen een geladen deeltje dat bestaat uit twee of meer
atoomsoorten
o Ontstaat doordat een groepje atomen één of meer elektronen opneemt of
afstaat
Systematische naam (van een zout) ontstaat door de namen van de ionen
waaruit het zout is opgebouwd achter elkaar te zetten (Binas 66B)
o Positieve ion staat altijd vooraan
Triviale naam de naam die in het dagelijkse leven gebruikt wordt (Binas 66A)
Verhoudingsformule in welke aantalsverhouding de ionen in een zout
voorkomen
Bij de naam van moleculaire stoffen aangeven of het mono, di, tri etc. is
(bijv. monokoolstofdisulfide moleculaire stof en calciumsulfide zout)
o Bij zouten kan je dit weglaten
Paragraaf 5.3: Hoe ontstaat een zout?
Tijdens een reactie van een metaal en een niet-metaal ontstaat een zout
o De metaalatomen staan één of meer elektronen af aan de niet-metalen
De gevormde positieve en negatieve ionen worden een ionrooster
Aantrekkingskrachten tussen positieve en negatieve ionen in een zout zijn zeer sterk
o Ionbinding of elektrovalente binding ontstaat door elektrostatische krachten
Paragraaf 5.4: Gedrag van zouten in water
Hoofdstuk 5 + 6
Hoofdstuk 5: Zouten en zoutoplossingen
Paragraaf 5.1: Zouten kom je overal tegen
Positief ion zodra een (metaal)atoom één of meer elektronen afstaat
o Naam van atoomsoort + -ion (+ evt. Romeinse cijfers)
Negatief ion zodra een (niet-metaal)atoom één of meer elektronen opneemt
o Eindigt altijd op –ide
Elektrovalentie de lading die het ion van een bepaalde atoomsoort krijgt
Twee voorwaarden voor het geleiden van elektrische stroom
o Geladen deeltjes moeten er aanwezig zijn
o De geladen deeltjes moeten vrij kunnen bewegen
De formule van een zout combinatie van metalen en niet-metalen
Zouten hebben een hoge smeltpunt positieve en negatieve ionen trekken elkaar
sterk aan
Paragraaf 5.2: Namen en formules van zouten
Enkelvoudige ionen ionen die uit één atoomsoort bestaan
o Positieve enkelvoudige ionen ontstaan uit metaalatomen doordat die één of
meer elektronen afstaan
o Negatieve enkelvoudige ionen ontstaan uit niet-metaalatomen doordat deze
één of meer elektronen opneemt
Samengestelde ionen een geladen deeltje dat bestaat uit twee of meer
atoomsoorten
o Ontstaat doordat een groepje atomen één of meer elektronen opneemt of
afstaat
Systematische naam (van een zout) ontstaat door de namen van de ionen
waaruit het zout is opgebouwd achter elkaar te zetten (Binas 66B)
o Positieve ion staat altijd vooraan
Triviale naam de naam die in het dagelijkse leven gebruikt wordt (Binas 66A)
Verhoudingsformule in welke aantalsverhouding de ionen in een zout
voorkomen
Bij de naam van moleculaire stoffen aangeven of het mono, di, tri etc. is
(bijv. monokoolstofdisulfide moleculaire stof en calciumsulfide zout)
o Bij zouten kan je dit weglaten
Paragraaf 5.3: Hoe ontstaat een zout?
Tijdens een reactie van een metaal en een niet-metaal ontstaat een zout
o De metaalatomen staan één of meer elektronen af aan de niet-metalen
De gevormde positieve en negatieve ionen worden een ionrooster
Aantrekkingskrachten tussen positieve en negatieve ionen in een zout zijn zeer sterk
o Ionbinding of elektrovalente binding ontstaat door elektrostatische krachten
Paragraaf 5.4: Gedrag van zouten in water