Samenvatting artikel: Overheidscommunicatie
4 stromingen van overheidscommunicatie:
1. Verkondigen
2. Beïnvloeden
3. Betrekken
4. Profileren
Verdere uitleg van de stromingen
Verkondigen
Waar overheidscommunicatie haar oorsprong vindt. Het doel ervan begon met het instrueren,
uitleggen, op de hoogte houden van rechten en de op te volgen regels en wetten. Mensen moesten
voorgelicht worden. Hier was sprake van volledige top-down communicatie, zonder mogelijkheid tot
bottom-up communicatie. Deze voorlichting mocht geen kenmerken hebben van propaganda, het
moest neutraal zijn. Het werd decentraal in de ministeries uitgevoerd, er werd toezicht gehouden
door de Rijksvoorlichtingsdienst en deze wordt gecoördineerd door de minister-president.
Beïnvloeden
Volgend op de stroming van verkondigen kwam het beïnvloeden. Dit ging gepaard met dat de
overheid transparant moest zijn. Burgers hadden recht op overheidsinformatie en de communicatie
hiervan. Beïnvloeden was van belang om ervoor te zorgen dat onderdanen geen schadelijk en
ongewenst gedrag zouden vertonen. Ze werden op deze manier hiertegen beschermd. Kenmerkend
voor deze stroming is overtuigen en gedrag beïnvloeden door middel van informatie verstrekken. De
bedoeling was niet alleen dat de bevolking informatie tot zich zou nemen, maar dat ze er ook naar
zouden handelen en erin zouden geloven.
Betrekken
Ontwikkelde zich tegelijkertijd met beïnvloeden. Het idee achter ‘betrekken’ is dat er de wens was
om te participeren, versterkt door het idee dat de bevolking eerder zou meewerken aan plannen als
ze er zelf invloed op hadden. Deze stroming is onder te verdelen in 3 generaties:
- Vanaf 1960: 1e generatie: inspraak
- Vanaf 1990: 2de generatie: interactie
- Vanaf 2000: 3de generatie: faciliteren (initiatief ligt bij de burgers, overheid heeft
voorzienende rol)
Participatieladder; 5 niveaus van participatie: (1=bovenaan, 5= onderaan)
1. (mee)beslissen (invloed op besluitvorming)
2. Coproduceren (meehelpen met ontwikkelen van…)
3. Adviseren (advies geven, wordt wat mee gedaan, maar met aanpassingen vd overheid zelf)
4. Raadplegen (burger als gesprekspartner maar geen directe invloed)
5. Informeren (burger heeft geen rol maar wordt wel geïnformeerd)
Profileren
Profileren is het kweken van een bepaald beeld over iets of iemand. Zeggende dat
overheidsorganisaties zichzelf op een bepaalde manier moeten verkopen, zodat de bevolking
vertrouwen in ze heeft. De overheid moet als merk gezien worden en dient sterk te worden
neergezet. Het belang van de zender (de overheid) staat in alle mediaboodschappen centraal, maar
er moet rekening gehouden worden met dat de burgers waardering voor ze moeten hebben.
4 stromingen van overheidscommunicatie:
1. Verkondigen
2. Beïnvloeden
3. Betrekken
4. Profileren
Verdere uitleg van de stromingen
Verkondigen
Waar overheidscommunicatie haar oorsprong vindt. Het doel ervan begon met het instrueren,
uitleggen, op de hoogte houden van rechten en de op te volgen regels en wetten. Mensen moesten
voorgelicht worden. Hier was sprake van volledige top-down communicatie, zonder mogelijkheid tot
bottom-up communicatie. Deze voorlichting mocht geen kenmerken hebben van propaganda, het
moest neutraal zijn. Het werd decentraal in de ministeries uitgevoerd, er werd toezicht gehouden
door de Rijksvoorlichtingsdienst en deze wordt gecoördineerd door de minister-president.
Beïnvloeden
Volgend op de stroming van verkondigen kwam het beïnvloeden. Dit ging gepaard met dat de
overheid transparant moest zijn. Burgers hadden recht op overheidsinformatie en de communicatie
hiervan. Beïnvloeden was van belang om ervoor te zorgen dat onderdanen geen schadelijk en
ongewenst gedrag zouden vertonen. Ze werden op deze manier hiertegen beschermd. Kenmerkend
voor deze stroming is overtuigen en gedrag beïnvloeden door middel van informatie verstrekken. De
bedoeling was niet alleen dat de bevolking informatie tot zich zou nemen, maar dat ze er ook naar
zouden handelen en erin zouden geloven.
Betrekken
Ontwikkelde zich tegelijkertijd met beïnvloeden. Het idee achter ‘betrekken’ is dat er de wens was
om te participeren, versterkt door het idee dat de bevolking eerder zou meewerken aan plannen als
ze er zelf invloed op hadden. Deze stroming is onder te verdelen in 3 generaties:
- Vanaf 1960: 1e generatie: inspraak
- Vanaf 1990: 2de generatie: interactie
- Vanaf 2000: 3de generatie: faciliteren (initiatief ligt bij de burgers, overheid heeft
voorzienende rol)
Participatieladder; 5 niveaus van participatie: (1=bovenaan, 5= onderaan)
1. (mee)beslissen (invloed op besluitvorming)
2. Coproduceren (meehelpen met ontwikkelen van…)
3. Adviseren (advies geven, wordt wat mee gedaan, maar met aanpassingen vd overheid zelf)
4. Raadplegen (burger als gesprekspartner maar geen directe invloed)
5. Informeren (burger heeft geen rol maar wordt wel geïnformeerd)
Profileren
Profileren is het kweken van een bepaald beeld over iets of iemand. Zeggende dat
overheidsorganisaties zichzelf op een bepaalde manier moeten verkopen, zodat de bevolking
vertrouwen in ze heeft. De overheid moet als merk gezien worden en dient sterk te worden
neergezet. Het belang van de zender (de overheid) staat in alle mediaboodschappen centraal, maar
er moet rekening gehouden worden met dat de burgers waardering voor ze moeten hebben.