Aardrijkskunde samenvatting hoofdstuk 1
1.1
Landschap en klimaat
Er zijn verschillende landschappen en klimaten in Zuid-Afrika:
- Het kustgebied in het Oosten heeft een warm zeeklimaat. In de zomer waait er een
aanlandige wind. Boven zee is er veel verdamping, omdat het water lauwwarm is. Dat
komt door een zeestroom die warm zeewater van de evenaar naar het zuiden brengt.
Het landschap bestaat uit vochtige savanne.
- Het binnenland van Zuid-Afrika ligt op een hoogvlakte van 1000 tot 2000 m. door de
hoge ligging is het ’s zomers niet heel warm, ongeveer 25 tot 30 graden Celsius. Het
gebied ligt in de regenschaduw van de Drakensberg. Hoe verder je naar het westen
gaat, hoe droger het wordt. Het landschap gaat over van steppe naar woestijn.
- In Kaapstad verschilt het klimaat van dat van de rest in Zuid-Afrika. Daar zijn de
zomers warm en droog. De regen valt in de winters. Er is een Middellands zeeklimaat
met een subtropisch, mediterraan landschap.
Bevolkingsgroepen
In Zuid-Afrika zijn elf officiële talen, waarvan negen inheemse talen van de zwarte bevolking.
De zwarten zijn veruit de grootste bevolkingsgroep. Veel blanken en kleurlingen spreken
Afrikaans. Er zijn ook 1 miljoen Aziaten, vooral Indiërs.
Apartheid
In de negentiende en twintigste eeuw was Zuid-Afrika een vestigingskolonie. De Europese
kolonisten trokken vanuit de Kaap het binnenland in, vooral na de ontdekking van goud en
diamanten bij Johannesburg. Het aantal blanke nam snel toe. Veel blanken waren bang dat
de zwarten de macht wilden overnemen. Daarom voerden ze een strenge scheiding in, de
apartheid.
- De zwarte bevolking moest gaan wonen in thuislanden (13% van het Zuid-Afrikaanse
oppervlakte)
- Wie toch tussen de blanke wilden wonen, kwamen terecht in woonwijken die door
de blanke overheid werden gebouwd: townships.
- Het gescheiden wonen noem je segregatie.
1.1
Landschap en klimaat
Er zijn verschillende landschappen en klimaten in Zuid-Afrika:
- Het kustgebied in het Oosten heeft een warm zeeklimaat. In de zomer waait er een
aanlandige wind. Boven zee is er veel verdamping, omdat het water lauwwarm is. Dat
komt door een zeestroom die warm zeewater van de evenaar naar het zuiden brengt.
Het landschap bestaat uit vochtige savanne.
- Het binnenland van Zuid-Afrika ligt op een hoogvlakte van 1000 tot 2000 m. door de
hoge ligging is het ’s zomers niet heel warm, ongeveer 25 tot 30 graden Celsius. Het
gebied ligt in de regenschaduw van de Drakensberg. Hoe verder je naar het westen
gaat, hoe droger het wordt. Het landschap gaat over van steppe naar woestijn.
- In Kaapstad verschilt het klimaat van dat van de rest in Zuid-Afrika. Daar zijn de
zomers warm en droog. De regen valt in de winters. Er is een Middellands zeeklimaat
met een subtropisch, mediterraan landschap.
Bevolkingsgroepen
In Zuid-Afrika zijn elf officiële talen, waarvan negen inheemse talen van de zwarte bevolking.
De zwarten zijn veruit de grootste bevolkingsgroep. Veel blanken en kleurlingen spreken
Afrikaans. Er zijn ook 1 miljoen Aziaten, vooral Indiërs.
Apartheid
In de negentiende en twintigste eeuw was Zuid-Afrika een vestigingskolonie. De Europese
kolonisten trokken vanuit de Kaap het binnenland in, vooral na de ontdekking van goud en
diamanten bij Johannesburg. Het aantal blanke nam snel toe. Veel blanken waren bang dat
de zwarten de macht wilden overnemen. Daarom voerden ze een strenge scheiding in, de
apartheid.
- De zwarte bevolking moest gaan wonen in thuislanden (13% van het Zuid-Afrikaanse
oppervlakte)
- Wie toch tussen de blanke wilden wonen, kwamen terecht in woonwijken die door
de blanke overheid werden gebouwd: townships.
- Het gescheiden wonen noem je segregatie.