Hoofdstuk 1 - speltheorie
1.1 van spel naar theorie
Wederzijdse afhankelijkheid: wat de ene aanbieder doet heeft invloed op wat de andere
aanbieder doet. De vragers en aanbieders zijn spelers, de keuzes die zij maken zijn hun
acties en het marktevenwicht is de speluitkomst.
Het marktevenwicht: de situatie waarbij beide spelers tegelijkertijd hun beste actie hebben
gekozen, gegeven de gekozen actie van de andere speler
1.2 een economiespel: Jumbo en Albert Heijn
1. wie zijn de spelers? Jumbo en Albert Heijn
2. wat is hun doelstelling? zoveel mogelijk omzet behalen
3. wat weten ze? ze kunnen uit dezelfde acties kiezen
4. wat zijn hun mogelijke acties? wel of geen prijsverlaging
5. worden acties tegelijkertijd of volgtijdelijk gekozen? tegelijkertijd
6. wordt het spel herhaald? nee, wordt eenmalig gespeeld
Opbrengstenmatrix: matrix met de opbrengsten voor beide spelers bij alle mogelijke acties
De rijspeler staat links, de kolomspeler staat boven
1.3 de oplossing van een economiespel: het Nash-evenwicht
Nash-evenwicht: situatie waarin geen enkele speler erop vooruit kan gaan door een andere
actie te kiezen als de andere speler dat ook niet doet (er kunnen meerdere nash-
evenwichten zijn, welke gekozen wordt hangt af van het gedrag van de spelers).
Hoofdstuk 2 - simultaan spelen
2.1 het gevangenendilemma
Pareto-verbetering: door een verandering gaat er ten minste één speler op vooruit, terwijl
geen enkele andere speler erop achteruitgaat.
- een pareto-verbetering houdt geen stand, valt vanzelf terug in het Nash-evenwicht
Gevangenendilemma: beide spelers kiezen alleen in hun eigenbelang, hierdoor komt er een
uitkomst die voor beide partijen niet optimaal is.
→ontstaat door de tegenstelling tussen het individuele belang en het collectieve belang
Dominante actie: een actie die altijd gekozen wordt, wat de andere speler ook kiest
→nash evenwicht: evenwicht in dominante acties
Twee kenmerken gevangenendilemma:
● beide spelers hebben een dominante strategie
● als beide partijen hun dominante strategieën volgen, is de uitkomst niet optimaal
→een evenwicht in dominante acties is ook een nash-evenwicht
→een nash-evenwicht is geen evenwicht in dominante acties
1.1 van spel naar theorie
Wederzijdse afhankelijkheid: wat de ene aanbieder doet heeft invloed op wat de andere
aanbieder doet. De vragers en aanbieders zijn spelers, de keuzes die zij maken zijn hun
acties en het marktevenwicht is de speluitkomst.
Het marktevenwicht: de situatie waarbij beide spelers tegelijkertijd hun beste actie hebben
gekozen, gegeven de gekozen actie van de andere speler
1.2 een economiespel: Jumbo en Albert Heijn
1. wie zijn de spelers? Jumbo en Albert Heijn
2. wat is hun doelstelling? zoveel mogelijk omzet behalen
3. wat weten ze? ze kunnen uit dezelfde acties kiezen
4. wat zijn hun mogelijke acties? wel of geen prijsverlaging
5. worden acties tegelijkertijd of volgtijdelijk gekozen? tegelijkertijd
6. wordt het spel herhaald? nee, wordt eenmalig gespeeld
Opbrengstenmatrix: matrix met de opbrengsten voor beide spelers bij alle mogelijke acties
De rijspeler staat links, de kolomspeler staat boven
1.3 de oplossing van een economiespel: het Nash-evenwicht
Nash-evenwicht: situatie waarin geen enkele speler erop vooruit kan gaan door een andere
actie te kiezen als de andere speler dat ook niet doet (er kunnen meerdere nash-
evenwichten zijn, welke gekozen wordt hangt af van het gedrag van de spelers).
Hoofdstuk 2 - simultaan spelen
2.1 het gevangenendilemma
Pareto-verbetering: door een verandering gaat er ten minste één speler op vooruit, terwijl
geen enkele andere speler erop achteruitgaat.
- een pareto-verbetering houdt geen stand, valt vanzelf terug in het Nash-evenwicht
Gevangenendilemma: beide spelers kiezen alleen in hun eigenbelang, hierdoor komt er een
uitkomst die voor beide partijen niet optimaal is.
→ontstaat door de tegenstelling tussen het individuele belang en het collectieve belang
Dominante actie: een actie die altijd gekozen wordt, wat de andere speler ook kiest
→nash evenwicht: evenwicht in dominante acties
Twee kenmerken gevangenendilemma:
● beide spelers hebben een dominante strategie
● als beide partijen hun dominante strategieën volgen, is de uitkomst niet optimaal
→een evenwicht in dominante acties is ook een nash-evenwicht
→een nash-evenwicht is geen evenwicht in dominante acties