Vragen
Vraag 1
Op school luistert Jan totaal niet naar de leraar en hij volgt ook geen aanwijzingen/regels op van zijn
ouders. Eigenlijk doet hij compleet zijn eigen ding. Jan probeert zo min mogelijk naar school te gaan
en spijbelt dus veel. In zijn vrije tijd hangt hij vooral veel op straat, haalt kattenkwaad uit en houdt
zich niet aan de afspraken met zijn ouders over hoelaat hij thuis moet komen. Welk pad uit het
model van Hay & Loeber (piramide) bewandeld Jan?
a) Het pad van autoriteitsconflicten = begint voor de leeftijd van 12 jaar. Halsstrarrig en
weerspanning gedrag. Ernstige ongehoorzaamheid, vermijden autoriteitspersonen
(spijbelen, weglopen, s’avonds laat op straat).
b) Het pad van algemene conflicten
c) Het pad van heimelijk antisociaal gedrag (stiekem) = Minder ernstige heimelijke problemen
(winkeldiefstal, vaak liegen), beschadiging goederen (vandalisme, brandstichting), matige tot
ernstige deliquentie (fraude, inbraak, ernstige diefstal).
d) Het pad van openlijk antisociaal gedrag = Minder ernstige agressie (pesten), Fysiek vechten,
geweldigdadig gedrag (verkrachting, beroving).
Vraag 2
Wat doet de amygdala bij kinderen met ODD/CD?
Kleinere volume amygdala en dus verminderde activiteit amydala (die betekenis geven aan prikkel,
betrokken bij verwerking negatieve prikkels). Minder angstconditionering (niet bang zijn en daardoor
sneller de grens opzoeken). Hierdoor geen negatieve betekenis toekennen aan stimuli.
Hierdoor wordt de HPA-as ook minder op gang gebracht door de vermindere werking van de
amygdala.
Amygdala heeft ook invloed op de verwerking van belonende signalen en moeite om koppeling te
maken met gewenst gedrag. Hierdoor problemen met emotieregulatie, informatieverwerking en
bijsturen van gedrag.
a) De amygdala geeft een betekenis aan gebeurtenissen waardoor de kinderen snappen dat
wat ze doen anderen kan kwetsen.
b) De amygdala speelt een belangrijke rol bij de executieve functies.
c) De amygdala geeft cortisol af.
d) De amygdala geeft minder negatieve betekenis aan negatieve prikkels
Vraag 3
Welke van deze stellingen zijn juist/onjuist?
Stelling 1: Alle paden in het model van Loeber & Hay lopen van mild naar ernstig. Zwaarder regel
overtredend gedrag gaat dus vooraf aan milder overtredend gedrag.
Stelling 2: Een kind kan enkel gedrag laten zien vanuit een pad uit het model van Loeber & Hay.
a) Stelling 1 is juist. → ONJUIST = milder overtredend gedrag gaat vooraf aan zwaarder regel
overtredend gedrag i.p.v. andersom.
Het is ‘’aan zwaarder regel overtredend gedrag gaat milder overtredend gedrag vooraf’’
b) Stelling 2 is juist.
c) Beide stelling zijn juist.
d) Beide stellingen zijn onjuist. = Het kind kan juist meerdere paden laten zien/bewandelen
van het Model van Loeber.