Deontologie en discipline in justitieland: omdat het moet of omdat het hoort?
1. De natuurlijke traagheid van het recht
ü Recht komt na de feiten, gevolgen:
feiten tot hun recht laten komen
natuurlijke traagheid die contraproductief kan zijn (relativiteit van de waarheid en
gerechtigheid + het duurt dikwijls te lang voor recht uiteindelijk geschiedt)
MAAR paradox: ook de bedoeling dat recht mensen vrij snel oplossingen aanreikt
- Wetgever tracht vooruit te denken, maar meeste problemen die hij probeert te regelen, zijn
al eens door een rechter opgelost
- Bedrijfsjurist, notaris, zakenadvocaat creëren structuren en contracten om feiten die zich nog
niet hebben voorgedaan te kanaliseren, maar afsluitingsritueel overheerst (gericht op een
eindpunt)
ü De molen maalt des te traag wnr zorgvuldiger recht moet worden ontwikkeld obv deskundigheid
(vb. jarenlange voorbereiding voor wetten of contracten)
ü Problematisch: wnr rechter uitspraak doet, is het vaak niet meer pertinent (veel mensen
toepassing ervan gemist)
// wnr structuur klaar voor contract wil men niet meer samen in zee
ü Er zijn urgente uitzonderingsprocedures, maar die moeten uitzonderlijk blijven (vb. kort geding,
advies RvS bij hoogdringendheid...)
2. Met welke ingesteldheid het gegeven aanvaarden en bekampen
ü Natuur der dingen waar men niet omheen kan jurist moet incasseren (publieke opinie wilt dat
X in acht wordt genomen en dat Y wordt afgeschaft)
ü Hoe zo goed mogelijk en zo snel mogelijk recht bedrijven, de chronologie van ons uitgangspunt
overwogen?
hoe kan de jurist vermijden weg te zinken in conservatieve traagheid zonder te vervallen in
haastig en blind activisme? Hoeveel tijd is nodig?
ü Hier niet over bestel, structuur, maar over individuele ingesteldheid en wat recht daaraan kan
doen (ookal kan ondermaatse structuur en middelen afdoen aan hooggestemde indi
ingesteldheid, MAAR beste structuren kunnen ook falen wnr betrokken personen niet volle
inzet)
3. De advocaat: de vriend van zijn cliënt
ü Relatie advo-client: special purpose friend professionele relatie die zuiver economische sfeer
overstijgt en totale inzet en loyauteit vraagt
ü Voor aannemen van een zaak: nagaan of beschikbaar en geschikt (doorverwijzen: dienst aan
client en bijdragen aan snelheid en kwaliteit rechtsbedeling)
ü Ook persoonlijke of inhoudelijke affiniteit overwegen (vb wnr zo nauw verbonden, dat je niet
kan veroorloven om te verliezen)
ü Geen vriendschap aangaan uit gevoel van verplichting + risico’s op voorhand inschatten
ü Client zit aan het stuur en advocaat helpt weg vinden, adviseert te vertragen/versnellen, met
enige rem wet in al haar verschijningsvormen
advocaat BEGELEIDT, maar leidt niet, noch beslist = vergt zelfrelativering, overtuigingskracht
en flexibiliteit = mild voor stuuronbekwame clienten
advo volgt door client opgelegde tempo en stelt alles in het werk om rechtsmiddelen en tijd
te vinden MAAR mag zich niet in slaap laten wiegen door traagheid of zijn tussenkomsten enkel
beperken voor parket en onderzoeksgerecht zonder bedacht op geestelijke welzijn
1
1. De natuurlijke traagheid van het recht
ü Recht komt na de feiten, gevolgen:
feiten tot hun recht laten komen
natuurlijke traagheid die contraproductief kan zijn (relativiteit van de waarheid en
gerechtigheid + het duurt dikwijls te lang voor recht uiteindelijk geschiedt)
MAAR paradox: ook de bedoeling dat recht mensen vrij snel oplossingen aanreikt
- Wetgever tracht vooruit te denken, maar meeste problemen die hij probeert te regelen, zijn
al eens door een rechter opgelost
- Bedrijfsjurist, notaris, zakenadvocaat creëren structuren en contracten om feiten die zich nog
niet hebben voorgedaan te kanaliseren, maar afsluitingsritueel overheerst (gericht op een
eindpunt)
ü De molen maalt des te traag wnr zorgvuldiger recht moet worden ontwikkeld obv deskundigheid
(vb. jarenlange voorbereiding voor wetten of contracten)
ü Problematisch: wnr rechter uitspraak doet, is het vaak niet meer pertinent (veel mensen
toepassing ervan gemist)
// wnr structuur klaar voor contract wil men niet meer samen in zee
ü Er zijn urgente uitzonderingsprocedures, maar die moeten uitzonderlijk blijven (vb. kort geding,
advies RvS bij hoogdringendheid...)
2. Met welke ingesteldheid het gegeven aanvaarden en bekampen
ü Natuur der dingen waar men niet omheen kan jurist moet incasseren (publieke opinie wilt dat
X in acht wordt genomen en dat Y wordt afgeschaft)
ü Hoe zo goed mogelijk en zo snel mogelijk recht bedrijven, de chronologie van ons uitgangspunt
overwogen?
hoe kan de jurist vermijden weg te zinken in conservatieve traagheid zonder te vervallen in
haastig en blind activisme? Hoeveel tijd is nodig?
ü Hier niet over bestel, structuur, maar over individuele ingesteldheid en wat recht daaraan kan
doen (ookal kan ondermaatse structuur en middelen afdoen aan hooggestemde indi
ingesteldheid, MAAR beste structuren kunnen ook falen wnr betrokken personen niet volle
inzet)
3. De advocaat: de vriend van zijn cliënt
ü Relatie advo-client: special purpose friend professionele relatie die zuiver economische sfeer
overstijgt en totale inzet en loyauteit vraagt
ü Voor aannemen van een zaak: nagaan of beschikbaar en geschikt (doorverwijzen: dienst aan
client en bijdragen aan snelheid en kwaliteit rechtsbedeling)
ü Ook persoonlijke of inhoudelijke affiniteit overwegen (vb wnr zo nauw verbonden, dat je niet
kan veroorloven om te verliezen)
ü Geen vriendschap aangaan uit gevoel van verplichting + risico’s op voorhand inschatten
ü Client zit aan het stuur en advocaat helpt weg vinden, adviseert te vertragen/versnellen, met
enige rem wet in al haar verschijningsvormen
advocaat BEGELEIDT, maar leidt niet, noch beslist = vergt zelfrelativering, overtuigingskracht
en flexibiliteit = mild voor stuuronbekwame clienten
advo volgt door client opgelegde tempo en stelt alles in het werk om rechtsmiddelen en tijd
te vinden MAAR mag zich niet in slaap laten wiegen door traagheid of zijn tussenkomsten enkel
beperken voor parket en onderzoeksgerecht zonder bedacht op geestelijke welzijn
1
