AANTEKENINGEN DUITS SE
Postcode:
- NL-3314 ZH Dordrecht
- CH-8000 Zurich
- Oostenrijk wordt aangegeven met een A
Aanhef:
- Sehr geehrte Frau Regert(die)
- Sehr geehrter Herr Wittpohl(der)
- Sehr geehrte Damen und Herren(die)
Alinea 1: Refereren aan advertentie:
- Ich bewerbe mich um(+4)
- Einen Job(M)
- Die Stelle(V)
- Das Praktikum(O)
Alinea 2: Jezelf voorstellen, wat je denkt en wat je hobby’s zijn
Alinea 3: Wat is het doel en waarom geschikt voor de baan
Alinea 4: Vragen mogen gesteld worden
- Zum Schluss hätte ich noch einige Frage(Vaste zin)
Vragen over betaling altijd in een aparte alinea vragen.
GRAMMATICA DELEN
Tekamolo
- Te= temporal(tijd)
- Ka= kausal(reden)
- Mo= modus(manier waarop iets wordt gedaan)
- Lo= lokal(plaats)
Denn/ Weil
- Ich ärgere mich über ihn, denn er ist immer zu spät.(Hoofd)
- Ich ärgere mich über ihn, weil er immer zu spät ist. (Neben)
Wann/Wenn/Als
- Wann is een vragend voornaamwoord, wanneer?
o Wann kommst du?
o Er will wissen, wann ich komme?
- Wenn is een voegwoord, wanneer of als, in de tegenwoordige tijd.
o Wenn er kommt, essen wir Pizza
- Als, voegwoord, in de verleden of voltooide tijd.
o Als er kam, aßen wir Pizza.
Naar
- Zu: personen (+3)
- Nach: geografische namen zonder lidwoord, richtingen, de vaste
zin: Ich gehe nach Hause.
- In: ergens heen gaan om iets te doen(+4), geografische naam met
lidwoord, richtingen die verder beschreven worden.
Postcode:
- NL-3314 ZH Dordrecht
- CH-8000 Zurich
- Oostenrijk wordt aangegeven met een A
Aanhef:
- Sehr geehrte Frau Regert(die)
- Sehr geehrter Herr Wittpohl(der)
- Sehr geehrte Damen und Herren(die)
Alinea 1: Refereren aan advertentie:
- Ich bewerbe mich um(+4)
- Einen Job(M)
- Die Stelle(V)
- Das Praktikum(O)
Alinea 2: Jezelf voorstellen, wat je denkt en wat je hobby’s zijn
Alinea 3: Wat is het doel en waarom geschikt voor de baan
Alinea 4: Vragen mogen gesteld worden
- Zum Schluss hätte ich noch einige Frage(Vaste zin)
Vragen over betaling altijd in een aparte alinea vragen.
GRAMMATICA DELEN
Tekamolo
- Te= temporal(tijd)
- Ka= kausal(reden)
- Mo= modus(manier waarop iets wordt gedaan)
- Lo= lokal(plaats)
Denn/ Weil
- Ich ärgere mich über ihn, denn er ist immer zu spät.(Hoofd)
- Ich ärgere mich über ihn, weil er immer zu spät ist. (Neben)
Wann/Wenn/Als
- Wann is een vragend voornaamwoord, wanneer?
o Wann kommst du?
o Er will wissen, wann ich komme?
- Wenn is een voegwoord, wanneer of als, in de tegenwoordige tijd.
o Wenn er kommt, essen wir Pizza
- Als, voegwoord, in de verleden of voltooide tijd.
o Als er kam, aßen wir Pizza.
Naar
- Zu: personen (+3)
- Nach: geografische namen zonder lidwoord, richtingen, de vaste
zin: Ich gehe nach Hause.
- In: ergens heen gaan om iets te doen(+4), geografische naam met
lidwoord, richtingen die verder beschreven worden.