WEEK 1
,OWG 1.01
- exacerbaties
Exacerbatie is een medische term voor toename van ziektesymptomen. Hij wordt gebruikt voor chronische
aandoeningen die een wisselende mate van activiteit vertonen.
- hele diagnostische proces
Screening:
- Aanmelding
- Functioneringsproblemen:
- Aard
- Ernst
- Lokalisatie
- Ontstaanswijze
- beloop
- Pluis niet pluis (rode vlaggen)
- Conclusies
- Indicatie fysio/ niet fysio
- Hulpvraag
- Informeren & adviseren (terugverwijzing of verloop)
Anamnese
- Hulpvraag
- Ontstaanswijze/ trauma (precies)
- Aard
- Ernst
- Lokalisatie
- Beloop
- Dag / nacht
- Moment van ontstaan → nu
- Staat van vandaag (status praesens)
1. Functiestoornis
2. Activiteiten
3. Participatie
- Persoonlijke factoren
- Ziekte of klacht in de oog van de patiënt
- Illness beliefs (denken over het herstel)
- Hoe gaat de patiënt er mee om/ coping stijl
- Overige persoonlijke factoren (stress, fitheid, opleidingsniveau)
- Externe factoren
- Werk
- Omgeving
- Gezin
- Thuissituatie
- Sport
- hobby's
- Sociale activiteiten
- Medicatie
- Eerdere behandelingen
- Historia morbi (ziektegeschiedenis)
- Differentiaal diagnostiek (belangrijk) = andere aandoeningen
- Hulpmiddelen (brace, krukken)
- Functioneringsprobleem
, Lichamelijk onderzoek
- Inspectie anatomische eigenschappen
- Inspectie van functies
- Observatie van vaardigheden
- Testen gewricht functies, arthrogeen onderzoek
- Testen spierfunctie, myogeen onderzoek
- Kracht
- ROM (lengte)
- Testen van stabiliteit (reactie snelheid)
- Propriocepsis
- Coördinatie
- Uithoudingsvermogen (fitheid)
- Neurogeen onderzoek
- ULNT (upper limb neurological test)
- Reflex (hamer)
- Aanvullend onderzoek (alle testen die een diagnose uitsluiten of insluiten; bv. Icsci/ thessaly test)
- Vragenlijsten (klachten in en uit te sluiten)
Analyse
Fysiotherapeutische diagnose
Behandelplan
Behandeling
Evaluatie en afronding
Rapportage
Vragen
1. Wat is HKZ-gecertificeerd en wat moet je ervoor doen om HKZ-gecertificeerd te worden?
Het HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) Keurmerk staat voor duurzame
kwaliteitsverbetering in de zorg: onafhankelijk en betrouwbaar. Certificatie is tweeledig. Ten eerste wordt
nagegaan wat er in de organisatie is afgesproken en hoe het mogelijk wordt gemaakt dat iedereen de afspraken
kan nakomen. Ten tweede wordt gecheckt of de afspraken ook worden nagekomen. Certificatie vereist dus een
gedocumenteerd en geïmplementeerd kwaliteitsmanagementsysteem. De organisatie mag (behalve op kritische
onderdelen) verbeterpunten hebben. Bij goedkeuring wordt een certificaat afgegeven dat drie jaar geldig is. Na
3 jaar vindt hercertificatie plaats. Tussentijds wordt de organisatie minimaal jaarlijks getoetst.
Uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat gecertificeerde instellingen veel profijt hebben van hun certificaat. Het
levert hun waardering op van verzekeraars, patiënten-/consumentenorganisaties en samenwerkingspartners. De
gecertificeerde organisatie wordt transparanter en werkt efficiënter. Het is niet verplicht om een HKZ-certificaat
te halen.
2. Wat is de hoofdboodschap uit beide documenten in ‘teamoverleg’?
- Zorg voor je gezondheid
Het aantal chronisch ongezonde mensen zal heel erg toenemen de komende jaren en zal de tijdelijke
aandoeningen ver overtreffen. Het is dus een opgave om dit te verminderen en mensen gezonder te krijgen. Er
moet dus een verandering in de markt komen; van zz naar gg. Dit betekent: naar voren denken.
- Vertrouwen in bewegen
Het doel van deze visie is om richting te geven aan de fysiotherapie en de rol van de fysiotherapeut, zodat de
fysiotherapeut ook in de toekomst zorgvragers zo goed mogelijk kan ondersteunen bij het bewegend
functioneren. Niet alleen de (zorg)vraag van de burgers verandert, maar ook de wetenschappelijke inzichten ten
aanzien van de zorg voor gezondheid en in het bijzonder de zorg voor bewegen. Daarnaast is er sprake van
snelle veranderingen in het zorglandschap en landelijk en lokaal beleid. Deze veranderingen in de context en de
, mogelijkheden van de fysiotherapie, fysiotherapeut en fysiotherapiepraktijk vragen om een heldere visie op de
toekomst. Oftewel toekomstbestendig maken van ons beroep.
Het begrip ‘Positieve Gezondheid’: Gezondheid als het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te
voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.
3. Wat houdt het READE oefenprogramma in?
12 weken lang oefenprogramma met 2 therapiesessies van 60 minuten per week + 5 dagen per week oefeningen
voor thuis.
Geleidelijke opbouw in intensiteit/kniebelasting gedurende het programma.
De oefeningen zijn gericht op: versterking bovenbeenspieren, verbetering algehele conditie en verbetering
uitvoering van dagelijkse activiteiten (zoals lopen, traplopen en gaan zitten).
Eventueel is er nog specifieke kniestabiliteit training gericht op bewust worden en actief controleren van de knie
positie tijdens oefeningen.
Er zijn 3 blokken: week 1-4, week 5-8 en week 9-12. (Kijk in document voor verdere info)
https://www.reade.nl/files/microsoft-word-module-stabilo-oefenprogramma-knieartrose-pdf.pdf
Het is zeer goed toepasbaar en zeer effectief (zowel op korte als op langere termijn) bij patiënten met knie
artrose. Hierbij is het belangrijk om te zorgen voor spierversterking - op een functionele wijze getraind en met
een langzame opbouw in intensiteit - waarbij voor sommige patiënten aanvullend training voor kniestabiliteit
gegeven kan worden.
4. ‘Het rijtje’ gonartrose
- Pathofysiologie (wat is er aan de hand)
Gonartrose is artrose van het kniegewricht. Ofterwijl het verlies van kraakbeen.
De graden van artrose
- Graad I: Het kraakbeen is zacht geworden en de verende eigenschappen zijn verminderd.
Soms is er een enkele osteofyt (botuitsteeksel) zichtbaar aan de randen van het kniegewricht.
Deze graad I beschadiging is vaak niet waar te nemen op een röntgenfoto.
- Graad II: Er bevinden zich scheurtjes en onregelmatigheden in het oppervlak van het
kraakbeen. Echter, deze schade zit vaak oppervlakkig en reikt nog niet door tot het bot. De
kraakbeenlaag is ook nog niet dunner geworden door de slijtage beschadigingen. Soms zijn er
duidelijke osteofyten zichtbaar op röntgenfoto’s. Ook graad II beschadigingen zijn niet altijd
waar te nemen op een röntgenfoto.
- Graad III: De eerder genoemde scheuren hebben diepe groeven of gaten in het kraakbeen
geslagen. Deze schade reikt dieper richting het bot, maar het bot ligt vaak nog niet bloot. Wel
is er soms een versmalde gewrichtsspleet te zien op de röntgenfoto. Ook zijn de randen van de
botuiteinden vaak aangedaan.
- Graad IV: Het kraakbeen is bij een graad IV-beschadiging (bijna) geheel verdwenen en het
onderliggende bot ligt bloot. De gewrichtsspleet is versmald en soms bijna helemaal
verdwenen. Ook hebben zich vaak grote botuitsteeksels gevormd en zijn de uiteinden van de
botdelen misvormd.
- Etiologie (oorzaak)
Primaire of secundaire artrose.
- Epidemiologie (voorkoming)
Risicofactor: geslacht → vrouwen ontwikkelen tot 3 keer vaker
artrose dan mannen.
- Symptomatologie
De artrose leidt tot functievermindering en vaak treedt ook zwelling
op van het gewricht (hydrops) door kapselirritatie. Pijnklachten en
een stijf gewrichtsgevoel komen vooral voor bij het opstaan uit bed
of na lang zitten in een stoel, terwijl de afstand die de patiënt zonder
klachten kan lopen afneemt met de progressie van de artrose. Of ook
,OWG 1.01
- exacerbaties
Exacerbatie is een medische term voor toename van ziektesymptomen. Hij wordt gebruikt voor chronische
aandoeningen die een wisselende mate van activiteit vertonen.
- hele diagnostische proces
Screening:
- Aanmelding
- Functioneringsproblemen:
- Aard
- Ernst
- Lokalisatie
- Ontstaanswijze
- beloop
- Pluis niet pluis (rode vlaggen)
- Conclusies
- Indicatie fysio/ niet fysio
- Hulpvraag
- Informeren & adviseren (terugverwijzing of verloop)
Anamnese
- Hulpvraag
- Ontstaanswijze/ trauma (precies)
- Aard
- Ernst
- Lokalisatie
- Beloop
- Dag / nacht
- Moment van ontstaan → nu
- Staat van vandaag (status praesens)
1. Functiestoornis
2. Activiteiten
3. Participatie
- Persoonlijke factoren
- Ziekte of klacht in de oog van de patiënt
- Illness beliefs (denken over het herstel)
- Hoe gaat de patiënt er mee om/ coping stijl
- Overige persoonlijke factoren (stress, fitheid, opleidingsniveau)
- Externe factoren
- Werk
- Omgeving
- Gezin
- Thuissituatie
- Sport
- hobby's
- Sociale activiteiten
- Medicatie
- Eerdere behandelingen
- Historia morbi (ziektegeschiedenis)
- Differentiaal diagnostiek (belangrijk) = andere aandoeningen
- Hulpmiddelen (brace, krukken)
- Functioneringsprobleem
, Lichamelijk onderzoek
- Inspectie anatomische eigenschappen
- Inspectie van functies
- Observatie van vaardigheden
- Testen gewricht functies, arthrogeen onderzoek
- Testen spierfunctie, myogeen onderzoek
- Kracht
- ROM (lengte)
- Testen van stabiliteit (reactie snelheid)
- Propriocepsis
- Coördinatie
- Uithoudingsvermogen (fitheid)
- Neurogeen onderzoek
- ULNT (upper limb neurological test)
- Reflex (hamer)
- Aanvullend onderzoek (alle testen die een diagnose uitsluiten of insluiten; bv. Icsci/ thessaly test)
- Vragenlijsten (klachten in en uit te sluiten)
Analyse
Fysiotherapeutische diagnose
Behandelplan
Behandeling
Evaluatie en afronding
Rapportage
Vragen
1. Wat is HKZ-gecertificeerd en wat moet je ervoor doen om HKZ-gecertificeerd te worden?
Het HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) Keurmerk staat voor duurzame
kwaliteitsverbetering in de zorg: onafhankelijk en betrouwbaar. Certificatie is tweeledig. Ten eerste wordt
nagegaan wat er in de organisatie is afgesproken en hoe het mogelijk wordt gemaakt dat iedereen de afspraken
kan nakomen. Ten tweede wordt gecheckt of de afspraken ook worden nagekomen. Certificatie vereist dus een
gedocumenteerd en geïmplementeerd kwaliteitsmanagementsysteem. De organisatie mag (behalve op kritische
onderdelen) verbeterpunten hebben. Bij goedkeuring wordt een certificaat afgegeven dat drie jaar geldig is. Na
3 jaar vindt hercertificatie plaats. Tussentijds wordt de organisatie minimaal jaarlijks getoetst.
Uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat gecertificeerde instellingen veel profijt hebben van hun certificaat. Het
levert hun waardering op van verzekeraars, patiënten-/consumentenorganisaties en samenwerkingspartners. De
gecertificeerde organisatie wordt transparanter en werkt efficiënter. Het is niet verplicht om een HKZ-certificaat
te halen.
2. Wat is de hoofdboodschap uit beide documenten in ‘teamoverleg’?
- Zorg voor je gezondheid
Het aantal chronisch ongezonde mensen zal heel erg toenemen de komende jaren en zal de tijdelijke
aandoeningen ver overtreffen. Het is dus een opgave om dit te verminderen en mensen gezonder te krijgen. Er
moet dus een verandering in de markt komen; van zz naar gg. Dit betekent: naar voren denken.
- Vertrouwen in bewegen
Het doel van deze visie is om richting te geven aan de fysiotherapie en de rol van de fysiotherapeut, zodat de
fysiotherapeut ook in de toekomst zorgvragers zo goed mogelijk kan ondersteunen bij het bewegend
functioneren. Niet alleen de (zorg)vraag van de burgers verandert, maar ook de wetenschappelijke inzichten ten
aanzien van de zorg voor gezondheid en in het bijzonder de zorg voor bewegen. Daarnaast is er sprake van
snelle veranderingen in het zorglandschap en landelijk en lokaal beleid. Deze veranderingen in de context en de
, mogelijkheden van de fysiotherapie, fysiotherapeut en fysiotherapiepraktijk vragen om een heldere visie op de
toekomst. Oftewel toekomstbestendig maken van ons beroep.
Het begrip ‘Positieve Gezondheid’: Gezondheid als het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te
voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.
3. Wat houdt het READE oefenprogramma in?
12 weken lang oefenprogramma met 2 therapiesessies van 60 minuten per week + 5 dagen per week oefeningen
voor thuis.
Geleidelijke opbouw in intensiteit/kniebelasting gedurende het programma.
De oefeningen zijn gericht op: versterking bovenbeenspieren, verbetering algehele conditie en verbetering
uitvoering van dagelijkse activiteiten (zoals lopen, traplopen en gaan zitten).
Eventueel is er nog specifieke kniestabiliteit training gericht op bewust worden en actief controleren van de knie
positie tijdens oefeningen.
Er zijn 3 blokken: week 1-4, week 5-8 en week 9-12. (Kijk in document voor verdere info)
https://www.reade.nl/files/microsoft-word-module-stabilo-oefenprogramma-knieartrose-pdf.pdf
Het is zeer goed toepasbaar en zeer effectief (zowel op korte als op langere termijn) bij patiënten met knie
artrose. Hierbij is het belangrijk om te zorgen voor spierversterking - op een functionele wijze getraind en met
een langzame opbouw in intensiteit - waarbij voor sommige patiënten aanvullend training voor kniestabiliteit
gegeven kan worden.
4. ‘Het rijtje’ gonartrose
- Pathofysiologie (wat is er aan de hand)
Gonartrose is artrose van het kniegewricht. Ofterwijl het verlies van kraakbeen.
De graden van artrose
- Graad I: Het kraakbeen is zacht geworden en de verende eigenschappen zijn verminderd.
Soms is er een enkele osteofyt (botuitsteeksel) zichtbaar aan de randen van het kniegewricht.
Deze graad I beschadiging is vaak niet waar te nemen op een röntgenfoto.
- Graad II: Er bevinden zich scheurtjes en onregelmatigheden in het oppervlak van het
kraakbeen. Echter, deze schade zit vaak oppervlakkig en reikt nog niet door tot het bot. De
kraakbeenlaag is ook nog niet dunner geworden door de slijtage beschadigingen. Soms zijn er
duidelijke osteofyten zichtbaar op röntgenfoto’s. Ook graad II beschadigingen zijn niet altijd
waar te nemen op een röntgenfoto.
- Graad III: De eerder genoemde scheuren hebben diepe groeven of gaten in het kraakbeen
geslagen. Deze schade reikt dieper richting het bot, maar het bot ligt vaak nog niet bloot. Wel
is er soms een versmalde gewrichtsspleet te zien op de röntgenfoto. Ook zijn de randen van de
botuiteinden vaak aangedaan.
- Graad IV: Het kraakbeen is bij een graad IV-beschadiging (bijna) geheel verdwenen en het
onderliggende bot ligt bloot. De gewrichtsspleet is versmald en soms bijna helemaal
verdwenen. Ook hebben zich vaak grote botuitsteeksels gevormd en zijn de uiteinden van de
botdelen misvormd.
- Etiologie (oorzaak)
Primaire of secundaire artrose.
- Epidemiologie (voorkoming)
Risicofactor: geslacht → vrouwen ontwikkelen tot 3 keer vaker
artrose dan mannen.
- Symptomatologie
De artrose leidt tot functievermindering en vaak treedt ook zwelling
op van het gewricht (hydrops) door kapselirritatie. Pijnklachten en
een stijf gewrichtsgevoel komen vooral voor bij het opstaan uit bed
of na lang zitten in een stoel, terwijl de afstand die de patiënt zonder
klachten kan lopen afneemt met de progressie van de artrose. Of ook
