Diëtistisch Handelen
11 juni 2021
1. Ondervoeding
2. Refeeding syndroom
3. Klinische voeding en machtigingen
4. SV/TPV
5. Oncologie
6. Oncologie palliatief
7. COPD
8. Perioperatieve wondgenezing
9. Nieren
10. Neurologie
,Ondervoeding
Screeningsinstrumenten ondervoeding
SNAQ Ziekenhuis
SNAQ RC Verpleeghuizen en verzorgingshuizen
SNAQ 65+ Thuiswonende ouderen en revalidatiecentra
Voedingstoestandmeter Universeel
MUST-SGA Universeel, alle sectoren volwassenen
STRONGkids Kinderen
Nutric Score Intensive Care volwassenen
MNA Alle sectoren ouderen
Screeningsinstrument sacropenie
SARC-F vragenlijst (Strength Assistance in walking, Rise from a chair, Climb stairs, Falls)
Verschillen en overeenkomsten tussen de SNAQ, SNAQrc en SNAQ65+
SNAQ: Short Nutritional Assessment Questionnaire
Wordt gebruikt bij alle afdelingen van het ziekenhuis. Het is een snelle en compacte
screeningstool omdat het uit maar drie vragen bestaat. De SNAQ richt zich op
gewichtsverloop en niet op BMI. De uitslag bepaalt of er tussentijdse verstrekkingen
of behandeling door een diëtist nodig zijn.
SNAQ RC: Short Nutritional Assessment Questionnaire for Residential Care
Wordt gebruikt in verpleeg- en verzorgingstehuizen. Deze tool is meer uitgebreid
dan de SNAQ en richt zich voor een groot deel op BMI, maar ook op
gewichtsverloop. De SNAQrq is meer op ouderen gericht en houdt rekening met
hulp bij eten en etenslust. De uitslag bepaald of er tussentijdse verstrekkingen nodig
zijn en andere hulpmiddelen. Ook is het tijdspad uitgelegd voor als er een diëtist
ingeschakeld wordt.
SNAQ 65+
Is het meest uitgebreid en wordt gebruikt bij thuiswonende ouderen en in revalidatiecentra. De SNAQ65+ houdt
uitgebreid rekening met gewichtsverlies, eetlust en functionaliteit, maar ook met nutritional assessment
(bovenarmomtrek, spierfunctie). Op basis van deze indicatoren wordt het behandelbeleid bepaald bij risico op
ondervoeding of ondervoeding. De SNAQ65+ focust niet alleen op het behandelplan maar ook op het vervolg
ervan.
,Vergelijk SNAQ en MUST
De MUST is een universele screeningstool op basis van BMI,
gewichtsverloop en acute ziekte. Er wordt met scores geconcludeerd
of er sprake van geen, matige of ernstige ondervoeding is.
De SNAQ is iets makkelijker in gebruik omdat de vragen duidelijker
zijn en er geen berekeningen nodig zijn voor het gewichtsverloop.
Ook is het makkelijker en sneller te bepalen of er drink of
sondevoeding gebruikt is dan of er sprake is van acute ziekte. De
MUST geeft wel een nauwkeuriger antwoord en een duidelijkere kijk
op ondervoeding, terwijl de SNAQ alleen bepaalt of er tussentijdse
verstrekkingen nodig zijn.
Vergelijk screeningsinstrumenten met de assessmentinstrumenten
De SGA en PG-SGA zijn universele assessmentinstrumenten en de MNA is alleen voor ouderen. De
assessmentinstrumenten zijn veel uitgebreider dan de screeningsinstrumenten. Ze richten zich uitgebreider om
de huidige voedingsinname en symptomen. Het gewichtsverloop en lichamelijk onderzoek worden specifieker
berekend.
Welk screeningsinstrument inzetten bij:
1. Een man die zojuist is opgenomen in het ziekenhuis? SNAQ
2. Een vrouw van 70 jaar met thuiszorg? SNAQ 65+
3. Een vrouw van 75 jaar in een verzorgingshuis? SNAQ RC
, Verschil in diagnostische criteria voor matige ondervoeding en ernstige ondervoeding en bepaal OF er sprake is
van ondervoeding en zo ja, de mate van ondervoeding:
a. Een man van 70 jaar met een lengte van 1,80m en een gewicht van 65kg, de laatste 6 maanden stabiel
gewicht. CRP van 50 mg/L.
a. Laag BMI 20,1, hoge CRP dus inflammatie. BMI nog wel > 20 dus geen ernstige ondervoeding.
Ondervoeding afhankelijk van medische diagnose.
b. Een man van 65 met een lengte van 1,80m en een gewicht van 65 kg, de laatste maanden een stabiel
gewicht, een handknijpkracht conform het 50e percentiel.
a. Geen ondervoeding
c. Een man van 40 jaar die in de afgelopen 4 maanden ongewenst is afgevallen van 90 kg naar 80 kg.
Huidige BMI is 22,5 kg/m2.
a. Gewichtsverlies is 11 procent in 4 maanden. Ziektelast/trauma en tekort aan nutriënten zijn
niet bekend dus geen ondervoeding.
Bepaal het type ondervoeding voor:
a. Een man die zijn partner afgelopen jaar is verloren, hierdoor is vereenzaamd en minder goed voor
zichzelf zorgt (verliesreactie).
a. Ondervoeding zonder ziekte – socio-economische factoren
b. Een vrouw die een CVA heeft doorgemaakt en blijvende slikproblematiek heeft en daardoor minder eet
en drinkt dan voorheen.
a. Ziekte gerelateerde ondervoeding zonder inflammatie
c. Een patiënt die is opgenomen met een exacerbatie van de ziekte van Crohn.
a. Ziekte gerelateerde ondervoeding met inflammatie
11 juni 2021
1. Ondervoeding
2. Refeeding syndroom
3. Klinische voeding en machtigingen
4. SV/TPV
5. Oncologie
6. Oncologie palliatief
7. COPD
8. Perioperatieve wondgenezing
9. Nieren
10. Neurologie
,Ondervoeding
Screeningsinstrumenten ondervoeding
SNAQ Ziekenhuis
SNAQ RC Verpleeghuizen en verzorgingshuizen
SNAQ 65+ Thuiswonende ouderen en revalidatiecentra
Voedingstoestandmeter Universeel
MUST-SGA Universeel, alle sectoren volwassenen
STRONGkids Kinderen
Nutric Score Intensive Care volwassenen
MNA Alle sectoren ouderen
Screeningsinstrument sacropenie
SARC-F vragenlijst (Strength Assistance in walking, Rise from a chair, Climb stairs, Falls)
Verschillen en overeenkomsten tussen de SNAQ, SNAQrc en SNAQ65+
SNAQ: Short Nutritional Assessment Questionnaire
Wordt gebruikt bij alle afdelingen van het ziekenhuis. Het is een snelle en compacte
screeningstool omdat het uit maar drie vragen bestaat. De SNAQ richt zich op
gewichtsverloop en niet op BMI. De uitslag bepaalt of er tussentijdse verstrekkingen
of behandeling door een diëtist nodig zijn.
SNAQ RC: Short Nutritional Assessment Questionnaire for Residential Care
Wordt gebruikt in verpleeg- en verzorgingstehuizen. Deze tool is meer uitgebreid
dan de SNAQ en richt zich voor een groot deel op BMI, maar ook op
gewichtsverloop. De SNAQrq is meer op ouderen gericht en houdt rekening met
hulp bij eten en etenslust. De uitslag bepaald of er tussentijdse verstrekkingen nodig
zijn en andere hulpmiddelen. Ook is het tijdspad uitgelegd voor als er een diëtist
ingeschakeld wordt.
SNAQ 65+
Is het meest uitgebreid en wordt gebruikt bij thuiswonende ouderen en in revalidatiecentra. De SNAQ65+ houdt
uitgebreid rekening met gewichtsverlies, eetlust en functionaliteit, maar ook met nutritional assessment
(bovenarmomtrek, spierfunctie). Op basis van deze indicatoren wordt het behandelbeleid bepaald bij risico op
ondervoeding of ondervoeding. De SNAQ65+ focust niet alleen op het behandelplan maar ook op het vervolg
ervan.
,Vergelijk SNAQ en MUST
De MUST is een universele screeningstool op basis van BMI,
gewichtsverloop en acute ziekte. Er wordt met scores geconcludeerd
of er sprake van geen, matige of ernstige ondervoeding is.
De SNAQ is iets makkelijker in gebruik omdat de vragen duidelijker
zijn en er geen berekeningen nodig zijn voor het gewichtsverloop.
Ook is het makkelijker en sneller te bepalen of er drink of
sondevoeding gebruikt is dan of er sprake is van acute ziekte. De
MUST geeft wel een nauwkeuriger antwoord en een duidelijkere kijk
op ondervoeding, terwijl de SNAQ alleen bepaalt of er tussentijdse
verstrekkingen nodig zijn.
Vergelijk screeningsinstrumenten met de assessmentinstrumenten
De SGA en PG-SGA zijn universele assessmentinstrumenten en de MNA is alleen voor ouderen. De
assessmentinstrumenten zijn veel uitgebreider dan de screeningsinstrumenten. Ze richten zich uitgebreider om
de huidige voedingsinname en symptomen. Het gewichtsverloop en lichamelijk onderzoek worden specifieker
berekend.
Welk screeningsinstrument inzetten bij:
1. Een man die zojuist is opgenomen in het ziekenhuis? SNAQ
2. Een vrouw van 70 jaar met thuiszorg? SNAQ 65+
3. Een vrouw van 75 jaar in een verzorgingshuis? SNAQ RC
, Verschil in diagnostische criteria voor matige ondervoeding en ernstige ondervoeding en bepaal OF er sprake is
van ondervoeding en zo ja, de mate van ondervoeding:
a. Een man van 70 jaar met een lengte van 1,80m en een gewicht van 65kg, de laatste 6 maanden stabiel
gewicht. CRP van 50 mg/L.
a. Laag BMI 20,1, hoge CRP dus inflammatie. BMI nog wel > 20 dus geen ernstige ondervoeding.
Ondervoeding afhankelijk van medische diagnose.
b. Een man van 65 met een lengte van 1,80m en een gewicht van 65 kg, de laatste maanden een stabiel
gewicht, een handknijpkracht conform het 50e percentiel.
a. Geen ondervoeding
c. Een man van 40 jaar die in de afgelopen 4 maanden ongewenst is afgevallen van 90 kg naar 80 kg.
Huidige BMI is 22,5 kg/m2.
a. Gewichtsverlies is 11 procent in 4 maanden. Ziektelast/trauma en tekort aan nutriënten zijn
niet bekend dus geen ondervoeding.
Bepaal het type ondervoeding voor:
a. Een man die zijn partner afgelopen jaar is verloren, hierdoor is vereenzaamd en minder goed voor
zichzelf zorgt (verliesreactie).
a. Ondervoeding zonder ziekte – socio-economische factoren
b. Een vrouw die een CVA heeft doorgemaakt en blijvende slikproblematiek heeft en daardoor minder eet
en drinkt dan voorheen.
a. Ziekte gerelateerde ondervoeding zonder inflammatie
c. Een patiënt die is opgenomen met een exacerbatie van de ziekte van Crohn.
a. Ziekte gerelateerde ondervoeding met inflammatie