100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Modulle I: Energies en Elements

Rating
-
Sold
-
Pages
8
Uploaded on
04-03-2022
Written in
2020/2021

Samenvatting van alle filmpjes behorend bij Module I

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
March 4, 2022
Number of pages
8
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

I. Elementen & Energieën

1. Some relevant Elements
Atomen bestaat uit een kern en een elektronenwolk. De atomen variëren door de
positieve protonen in de kern en negatieve elektronen eromheen. Carbon heeft
atoomnummer 6 (aantal protonen en elektronen) en massa 12 (neutronen en
protonen).
Maar een klein deel van alle bekende elementen worden
gevonden in biologische systemen.

Elementen die in cellen aanwezig zijn,
hebben bijna nooit een buitenste gevulde
schil. Ze worden gezien als reactief.

Carbon is belangrijk in het lichaam, want het kan covalente
bindingen maken die onder cellulaire omstandigheden
kunnen ‘leven’.

Enkele bindingen kunnen nog
bewegen, bij een dubbele
binding staat de atomen vast.

C-O groepen zijn overvloedig in eiwitten.
Carbon groepen zijn ‘zuur’, ze kunnen
een proton verliezen en negatief geladen
worden.
C-N groepen worden ook vaak in
eiwitten gevonden. Amino groepen zijn
‘base’, ze kunnen protonen opnemen en
positief geladen worden.

Met een groot verschil in elektronegativiteit kan een covalente binding
worden omgezet in een ion binding.

Bij redox vindt er overdracht tussen elektronen plaats
𝐹𝑒 2+ → 𝐹𝑒 3+ + 𝑒 − , Fe is hier ‘geoxideerd’: het verliest een elektron.
𝐹𝑒 2+ ← 𝐹𝑒 3+ + 𝑒 − , Fe is hier ‘gereduceerd’: het neemt een elektron op.

𝐹𝑒 2+ + 𝑜𝑥𝑖𝑑𝑖𝑠𝑒𝑟 → [𝐹𝑒 3+ + 𝑒 − + 𝑜𝑥𝑖𝑑𝑖𝑠𝑒𝑟] → 𝐹𝑒 3+ + 𝑜𝑥𝑖𝑑𝑒𝑟𝑠 − : Fe atoom
is geoxideerd, het verliest een elektron. De oxidator is gereduceerd, het
neemt een elektron op.
𝐹𝑒 3+ + 𝑟𝑒𝑑𝑢𝑐𝑡𝑜𝑟 − → [𝐹𝑒 3+ + 𝑒 − + 𝑟𝑒𝑑𝑢𝑐𝑡𝑜𝑟] → 𝐹𝑒 2+ + 𝑟𝑒𝑑𝑢𝑐𝑡𝑜𝑟: Fe
atoom is gereduceerd, het neemt een elektron op. De reductor is geoxideerd,
het verliest een elektron.
Een ion binding is ook een redoxreactie.

, 2. Energie
1. Inwendige Energie
Energie: Een fundamentele waarde die aangeeft hoeveel werk een systeem zou kunnen
verrichten of hoeveel warmte dat systeem zou kunnen produceren.
𝑚2
Wordt gemeten in Joule. 1000 𝐽 = 1 𝑘𝐽. 1 𝑐𝑎𝑙 = 4.1858 𝐽. 𝐽 = 𝑘𝑔 ∙ .
𝑠2


In de thermodynamica heb je het “systeem” en de “omgeving”.
Systeem: (zelf definiëren) waar je naar kijkt, atoom, molecuul, cel, organisme, voorwerp,
planeet aarde, etc.
Omgeving: De rest van het universum. Alles behalve het systeem.
Toestand variabelen beschrijven het systeem; temperatuur, etc.

∆𝑈 = 𝑈𝐸 − 𝑈𝑆 = 𝑈𝐸𝑖𝑛𝑑 − 𝑈𝑆𝑡𝑎𝑟𝑡 . 𝑈 = 𝑖𝑛𝑤𝑒𝑛𝑑𝑖𝑔𝑒 𝑒𝑛𝑒𝑟𝑔𝑖𝑒.
𝑚
𝑈𝑝𝑜𝑡 = 𝑚 ∙ 9,8 2 ∙ ℎ
𝑠
Waarschijnlijkheid is belangrijk; is deze toestand waarschijnlijk of niet? (Rots berg op
duwen). De waarschijnlijkheid om de rots boven aan te treffen is kleiner dan de rost
beneden aan te treffen. Dit komt door de kans dat de rots naar beneden rolt.
Hoe meer energie wordt toegevoegd om hem naar boven te duwen, hoe meer de
waarschijnlijkheid omlaag gaat.
Dat betekent dat de verandering van een hoger naar een lagere staat van energie ‘spontaan’
is (ei laten vallen). Als het systeem de andere kant op gaat moet er energie in gestopt
worden (niet spontaan).
Om de inwendige energie van het systeem aan te passen kan je 2 dingen doen: werk
verrichten op het systeem (𝑤 > 0) of het system werk laten verrichten (𝑤 < 0) en warmte
in 𝑞 > 0) of uit (𝑞 < 0).
∆𝑈 = 𝑞 + 𝑤 (𝑞 = ℎ𝑜𝑒𝑣𝑒𝑒𝑙ℎ𝑒𝑖𝑑 𝑤𝑎𝑟𝑚𝑡𝑒, 𝑤 = ℎ𝑜𝑒𝑣𝑒𝑒𝑙ℎ𝑒𝑖𝑑 𝑤𝑒𝑟𝑘.

1ste hoofdwet van de thermodynamica: “Je kan energie niet maken, creëren of generen. Je
kan het alleen veranderen in een andere vorm.

2. Enthalpie
Enthalpie/warmte inhoud (∆𝑯): Wat met het systeem gebeurt als er warmte wordt
toegevoegd of wordt uitgehaald. ∆𝑈 = 𝑞 + 𝑤
Een systeem reageert op warmte door uitbreiden van het Volume V
Voor p wordt uitgegaan van een constante druk.
∆𝑈 = 𝑞𝑝 − 𝑝∆𝑉 → 𝑞𝑝 = ∆𝑈 + 𝑝∆𝑉 = ∆𝐻.

Enthalpie veranderingen zijn meestal gebonden aan het maken/verbreken van
bindingen/interacties.

Zonder de verandering in Volume, is de enthalpy verandering gelijk aan de inwendige
energie. ∆𝐻𝑝,𝑉=𝑐𝑜𝑛𝑠𝑡𝑎𝑛𝑡 = ∆𝑈.
$3.62
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
berbelvanhienen

Get to know the seller

Seller avatar
berbelvanhienen Vrije Universiteit Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
3 year
Number of followers
0
Documents
6
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions