Tijdvak 6 – regenten en vorsten
De Nederlandse republiek was in Europa een uitzondering. De meeste landen in Europa waren
monarchieen. In de Republiek was er geen vorstelijk gedrag of centralisatie.
Alle afzonderlijke gewesten waren bijna volledig zelfstandig.
In de republiek der Nederlanden vonden drie belangrijke ontwikkelingen plaats:
- specialisatie in de landbouw.
- stapelmarkt
- wereldhandel
De Nederlanden begonnen met het importeren van goedkoop graan vanuit de Oostzee en daarmee
produceerden ze duurdere producten. Dit was het begin van de rijkdom van de Nederlanden.
In de rest van Europa vond een andere ontwikkeling plaats. De Europese vorsten probeerden hun
macht te vergroten en van hun land een centraal geregerde eenheid te maken.
De koningen van Frankrijk, Engeland en Spanje sloegen erin om hun land een centraal geregerde
eenheid te maken.
Enkele jaren later ontstonden er ook centraal bestuurde monarchieen in Oost en Midden Europa. Dit
waren het Halsburgse Oostenrijk en Rusland.
In Oostenrijk en Rusland hadden de vorsten absolute macht. Dit heet absolutisme.
In de 17e eeuw waren de Oostenrijkse Habsburgers keizer van Duitsland. Hun wouden hu nmacht
vergroten. Ze probeerde edelen en steden te onderwerpen die tegen de centralisatiepolitiek waren.
Hierdoor ontstond een conflict en dit conflcit was een van de oorzaken van de dertig jarige oorlog
die gehouden werd tussen 1618 en 1648.
Frankrijk werd onder leiding van Lodewijk XIV een absolute monarchie.
Absolutisme betekend dat de koning aan niemand anders verantwoording schuldig was dan aan
God. Hij reageerde met absolute macht.
Voordat Frankrijk uiteindelijk een absolute monarchie werd brak er rond de jaren 40 van de 17e
eeuw een opstand uit die bestond uit edelen. Dit beleid werd gevoerd door kardinaal Mazarin.
De edelen verzetten zich tijdens de opstand tegen:
- kardinaal Mazarin
- beknotting van hun macht
- het absolutisme
Kardinaal Mazarin sloeg erin om het verzet te breken. Lodewijk nam het bestuur van Mazarin over.
Om zijn macht te vergroten nam Lodewijk XIV een aantal maatregelen:
- hij stelde ambtenaren aan die moesten zorgen voor de inning van belastingen, rechtspraak en het
rekruteren van soldaten.
- het leger werd hervormd en stond nu onder zijn gezag.
Een gevolg van het hervormde leger was dat hij nu niet meer afhankelijk was van de adel met hun
legers.
In Frankrijk hadden calvanisten tot aan 1685 geloofsvrijheid door middel van het Edict van Tantes
dat toegekend was in 1598.
Nadat dit was herroepen vluchten veel calvanisten en veel van hun eindigden in het Republiek der
Nederlanden.
De Nederlandse republiek was in Europa een uitzondering. De meeste landen in Europa waren
monarchieen. In de Republiek was er geen vorstelijk gedrag of centralisatie.
Alle afzonderlijke gewesten waren bijna volledig zelfstandig.
In de republiek der Nederlanden vonden drie belangrijke ontwikkelingen plaats:
- specialisatie in de landbouw.
- stapelmarkt
- wereldhandel
De Nederlanden begonnen met het importeren van goedkoop graan vanuit de Oostzee en daarmee
produceerden ze duurdere producten. Dit was het begin van de rijkdom van de Nederlanden.
In de rest van Europa vond een andere ontwikkeling plaats. De Europese vorsten probeerden hun
macht te vergroten en van hun land een centraal geregerde eenheid te maken.
De koningen van Frankrijk, Engeland en Spanje sloegen erin om hun land een centraal geregerde
eenheid te maken.
Enkele jaren later ontstonden er ook centraal bestuurde monarchieen in Oost en Midden Europa. Dit
waren het Halsburgse Oostenrijk en Rusland.
In Oostenrijk en Rusland hadden de vorsten absolute macht. Dit heet absolutisme.
In de 17e eeuw waren de Oostenrijkse Habsburgers keizer van Duitsland. Hun wouden hu nmacht
vergroten. Ze probeerde edelen en steden te onderwerpen die tegen de centralisatiepolitiek waren.
Hierdoor ontstond een conflict en dit conflcit was een van de oorzaken van de dertig jarige oorlog
die gehouden werd tussen 1618 en 1648.
Frankrijk werd onder leiding van Lodewijk XIV een absolute monarchie.
Absolutisme betekend dat de koning aan niemand anders verantwoording schuldig was dan aan
God. Hij reageerde met absolute macht.
Voordat Frankrijk uiteindelijk een absolute monarchie werd brak er rond de jaren 40 van de 17e
eeuw een opstand uit die bestond uit edelen. Dit beleid werd gevoerd door kardinaal Mazarin.
De edelen verzetten zich tijdens de opstand tegen:
- kardinaal Mazarin
- beknotting van hun macht
- het absolutisme
Kardinaal Mazarin sloeg erin om het verzet te breken. Lodewijk nam het bestuur van Mazarin over.
Om zijn macht te vergroten nam Lodewijk XIV een aantal maatregelen:
- hij stelde ambtenaren aan die moesten zorgen voor de inning van belastingen, rechtspraak en het
rekruteren van soldaten.
- het leger werd hervormd en stond nu onder zijn gezag.
Een gevolg van het hervormde leger was dat hij nu niet meer afhankelijk was van de adel met hun
legers.
In Frankrijk hadden calvanisten tot aan 1685 geloofsvrijheid door middel van het Edict van Tantes
dat toegekend was in 1598.
Nadat dit was herroepen vluchten veel calvanisten en veel van hun eindigden in het Republiek der
Nederlanden.